Onthoud en noteer uw nieuwe pincode.
•
Softwareversie
Hier wordt de huidige softwareversie van de
robotmaaier vermeld.
•
Kinderbeveiliging
Hier kunt u de tijd instellen waarna de maaier
automatisch wordt vergrendeld. Een nieuwe
actie kan dan alleen worden uitgevoerd na
het opnieuw invoeren van de pincode. Tenzij
de STOP-knop is ingedrukt, hier moet altijd
eerst een pincode worden ingevoerd.
•
Spotmowing
Het is mogelijk dat uw robotmaaier sommige
delen niet grondig genoeg maait. Plaats de
robotmaaier op de gewenste plek en start
de robotmaaier. De robotmaaier begint het
gazon te maaien in een spiraalvormig patroon
totdat hij een obstakel of de grensdraad de-
tecteert (18). Vervolgens keert de robotmaai-
er terug naar het laadstation (19) als hij zich
niet in een actief werkvenster bevindt.
•
Naar het laadstation
De robotmaaier onderbreekt hier zijn werk en
keert terug naar het laadstation
•
Party-modus
Als u op de Pauze-toets in de app drukt, stopt
de maaier. U kunt nu de gewenste pauzetijd
instellen. Na afloop van deze tijd gaat de ro-
botmaaier verder met zijn werk als hij zich in
een actief werkvenster bevindt. Als zijn werk-
venster niet actief is, keert de robotmaaier
terug naar het laadstation.
7. Reiniging, onderhoud en
bestelling van onderdelen
Gevaar!
Voordat u schoonmaak- of onderhoudswerk-
zaamheden uitvoert, moet u het apparaat van het
stroomnet scheiden door de stekker uit het stop-
contact te trekken en het apparaat uit te schake-
len. Haal bovendien de accu uit de robotmaaier.
Voorzichtig! Draag werkhandschoenen!
7.1 Reiniging
•
Houd de veiligheidsinrichtingen, de ventila-
tiespleten en het motorhuis zo veel mogelijk
vrij van stof en vuil. Wrijf het apparaat met een
schone doek af of blaas het met perslucht bij
lage druk schoon.
•
De maairobot mag niet met stromend water,
vooral niet onder hoge druk, worden gerei-
nigd.
Anl_FREELEXO_SPK13.indb 182
Anl_FREELEXO_SPK13.indb 182
NL
•
Reinig het apparaat regelmatig met een voch-
tige doek en wat smeerzeep. Gebruik geen
reinigings- of oplosmiddelen, omdat deze de
kunststof delen van het apparaat zouden kun-
nen aantasten. Zorg ervoor dat geen water
binnenin het apparaat terecht kan komen.
•
Maak de maairobot indien mogelijk schoon
met een borstel of doek.
•
Controleer de beweeglijkheid van de klingen
(10) en van de messenschijf (11)
•
Gebruik voor de reiniging van de laadcontac-
ten aan de maairobot (1) en het laadstation
(19) reinigingsmiddel voor metaal of zeer fijn
schuurpapier. Maak deze schoon om een
efficiënt laadproces te garanderen.
7.2 Onderhoud
•
Versleten of beschadigde klingen (10) en
bevestigingsschroeven moeten altijd per set
worden vervangen.
•
Vervang versleten of beschadigde delen.
•
Voor een lange levensduur moeten alle
schroefdelen en de wielen en assen schoon-
gemaakt en vervolgens met olie gesmeerd
worden.
•
De regelmatige verzorging van de maairobot
verzekert niet alleen een lange levensduur en
goede prestaties, maar draagt er ook toe bij
dat uw gazon zorgvuldig en eenvoudig wordt
gemaaid.
•
De het sterkst aan slijtage onderhevige com-
ponenten zijn de klingen (10). Controleer
regelmatig de toestand van de klingen (10)
en de bevestiging daarvan. Als er overma-
tige trillingen optreden aan de maairobot,
dan kan dit erop duiden dat de klingen (10)
beschadigd zijn resp. door stoten werden
vervormd. Als de klingen (10) zijn versleten of
beschadigd, dan moeten deze meteen wor-
den vervangen.
•
Controleer regelmatig het maaipatroon van
het gazon. Door onscherpe klingen worden
de grashalmen niet zuiver afgesneden. Daar-
door kan het gras aan het oppervlak licht
uitdrogen en verdort het. Vervang daarom
de klingen regelmatig, opdat u een zuiver en
recht maairesultaat verkrijgt.
•
Controleer de onderkant van de maairobot re-
gelmatig op vervuilingen. Reinig de maairobot
regelmatig. Verwijder sterkere verontreinigin-
gen onmiddellijk.
•
In de eerste weken na de inbedrijfstelling en
als daarvoor met een conventionele gras-
maaier werd gemaaid, kan uw maairobot
sterk verontreinigd raken. Controleer daarom
- 182 -
31.10.2024 13:26:37
31.10.2024 13:26:37