Video inStellingen
De AVR 260 bezit de modernste DCDi Faroudja video processing voor
betere videokwaliteit, zelfs bij oudere analoge videobronnen, maar ook bij
opgewaardeerde in-beeld displays. Bij het opschalen van videomateriaal
van een lagere resolutie naar een hogere (de AVR 260 schaalt maximaal op
naar 1080p) voegt de processor pixels aan het oorspronkelijke beeld toe.
Soms veroorzaakt het converteren van interlaced video (achtereenvolgende
weergave van de even en oneven beeldlijnen) naar progressive-scan video
(gelijktijdige weergave van even en oneven beeldlijnen), het opvoeren van de
resolutie en de interpolatie van nieuwe pixels vegen of trapjes in rechte lijnen
op de overgangen zoals de strepen van de Amerikaanse vlag. De technici
van Faroudja ontwikkelden daarvoor het DCDi (Directional Correlational
Deinterlacing) algoritme om ervoor te zorgen dat de extra pixels in lijn
blijven, waarmee het vegen wordt geëlimineerd en de opgeschaalde beelden
verbeterd.
Dankzij de "Torino" video processor chip zijn in-beeld grafische voorstellingen
in hoge definitie mogelijk en worden gemengd met binnenkomende
videosignalen. Dit levert niet alleen heldere en duidelijke aanwijzingen op, u
kunt ook naar een programma blijven kijken terwijl u instellingen aanpast.
Video functies
Nadat u de instellingen op het beeldscherm heeft gemaakt, kunnen zonodig
aanvullende instellingen op de AVR worden gemaakt om het beeld nog
iets te verbeteren. Deze instellingen zijn toegankelijk via het menu Video
Functies (video modes). Druk op Video Functies LA op het apparaat of op de
afstandsbediening en het menu uit afbeelding 17 verschijnt. Het menu is ook
toegankelijk via het Bronkeuze menu door op Info Stettings te drukken en de
regel Video Modes te kiezen.
Video Functie: de standaard instelling Processor Off (bewerking uit)
stuurt het videosignaal zonder bewerking door naar het beeldscherm. Kies
een van deze bewerkingen om het beeld voor het huidige programma te
optimaliseren door correcties aan te brengen in helderheid, contrast, kleur en
scherpte:
•
Sport:
speciaal voor sport.
•
Nature (natuurlijk):
voor buitenprogramma's in een natuurlijke
omgeving.
•
Movie (film):
voor film en vele TV-programma's.
•
Custom (eigen instelling):
beeldfuncties. Helderheid, contrast, kleur en scherpte verschijnen in beeld
als schuiven met waarden tussen 0 en 100. De standaard instelling voor
elke instelling is 50. Gebruik
M N
Afbeelding 17 – Video Functies Menu
voor het zelf instellen van de
om de waarden aan te passen.
VIdeo InStellIngen
Picture Adjust (beeldformaat): met deze instelling kunt u het
beeldformaat aanpassen.
Bij het weergeven van breedbeeld (16:9) op een normaal TV-scherm (4:3)
wordt het brievenbusformaat gebruikt (letterbox) waarbij boven en onder in
beeld zwarte balken zichtbaar zijn.
Geeft u normale (4:3) beelden weer op een breedbeeld toestel, dan zijn
zwarte of grijze balken links en rechts van het beeld zichtbaar (zuilvorm).
Sommige beeldschermen, vooral plasma en beeldbuizen, kunnen last hebben
van 'inbranden' wanneer hetzelfde beeld zoals de horizontale of verticale
balken, langdurig in beeld staan. Gebruik deze instelling om het beeld zo te
corrigeren dat het hele beeld wordt gevuld. Dit zijn de opties:
•
Auto Fit (automatische aanpassing):
automatisch aan de eigenschappen van het beeldscherm aan.
•
Height Fit (hoogte aanpassen):
aan boven- en onderzijde te voorkomen. Balken aan de zijkant blijven.
•
Width Fit (breedte aanpassen):
aan de zijkanten tegen te gaan. Balken aan boven- en onderzijde blijven.
•
Zoom x1:
geeft het beeld weer zoals het wordt ontvangen. Wanneer
het een 4:3 beeld is kan de breedbeeld zuilvorm (balken aan de zijkanten)
worden gebruikt. Gaat het om een 16:9 beeld, dan kan het volledig beeld
4:3 brievenbus formaat worden gebruikt.
•
Zoom x2:
rekt het beeld gelijkmatig uit om het gehele beeld te vullen.
De randen kunnen iets in elkaar worden gedrukt.
Experimenteer vooral met deze instelling voor elke bron om de optimale
beeldscherm instelling te vinden voor elk programma.
Advances Video Setting (speciale video instellingen): druk op
of OK om het Speciale Video Functies submenu op te roepen (zie afbeelding
N
18).
Ruisonderdrukking: om de ruis (sneeuw) te reduceren, kiest u tussen
LOW (gering), MEDIUM, HIGH (hoog) of OFF (uit) met OK V. We raden u aan
de laagst mogelijke stap te gebruiken omdat een hogere positie bijeffecten in
het beeld kan hebben.
MPEG Ruisonderdrukking: deze instelling is bedoeld voor twee
specifieke vormen van videovervorming, sneeuw en het blokkeren van
bijeffecten. Wanneer u randjes of schaduwen ziet langs de randen van
objecten of in de doorlopende aftiteling, dan wel het beeld lijkt in blokjes
te zijn verdeeld, wijzig dan de MPEG menu-instelling van Noise Reduction
(ruisonderdrukking) naar Low (laag), Medium of High (hoog) om het beeld te
verbeteren.
de AVR past het beeld
corrigeert de hoogte om balken
corrigeert de breedte om balken
Afbeelding 18 – Speciale Video
Functies submenu
35