Het eerste cijfer geeft het aantal front kanalen aan in het signaal:
"1" Geeft een mono-opname aan, meestal een oudere opname die digitaal is
geremasterd of, zeldzaam, een moderne opname waarvoor de regisseur
een speciaal effect heeft gekozen.
"2" Geeft de aanwezigheid van een linker en rechter kanaal aan, zonder
center kanaal.
"3" Geeft de drie front kanalen aan: links en rechts en center.
Het tweede cijfer geeft aan of er surround kanalen aanwezig zijn:
"0" Geeft aan dat er geen surround informatie aanwezig is.
"1" Geeft aan dat een matrix surround signaal aanwezig is.
"2" Geeft aan dat discrete links en rechts surround kanalen aanwezig zijn.
"3" Wordt gebruikt bij DTS-ES bitstream om de aanwezigheid aan te geven
van het discrete surround achter kanaal, naast de links en rechts surround
kanalen aan de zijkant.
"4" Wordt gebruikt bij 7.1-kanalen digitale formaten zoals Dolby TrueHD,
Dolby Digital Plus, DTS-HD en DTS-HD Master Audio om de aanwezigheid
aan te geven van twee discrete surround zijkanalen en twee discrete
surround achter kanalen.
Het derde cijfer geeft het LFE-kanaal aan:
"0" Geeft aan dat er geen LFE-kanaal aanwezig is.
".1" Geeft aan dat er een LFE-kanaal aanwezig is.
De 6.1-kanalen signalen – Dolby Digital EX en DTS-ES Matrix en Discreet –
bezitten ieder een code die de receiver een signaal geeft dat het surround
achter signaal gedecodeerd moet worden.
Voor Dolby Digital EX materiaal wordt het binnenkomende signaal
aangegeven als 3/2/.1 EX-ON. Voor oudere discs kan de display EX-OFF (EX
uit) aangeven, maar kunt u nog altijd zelf de functie Dolby Digital EX kiezen.
Voor DTS-ES materiaal wordt de binnenkomende bitstream aangegeven als
3/3/.1 ES-ON.
Wanneer een PCM-signaal wordt ontvangen verschijnt de aanwijzing PCM
gevolgd door de sampling van het signaal (32, 44,1, 48 of 96 kHz) in de
display.
Daarnaast geeft de Luidspreker/Kanaal Ingang Indicatie aan welk aantal
kanalen discreet werden gedecodeerd uit het signaal door een letter in
het luidsprekerkader aan te geven. Een lijn verbindt de SBL en SBR kaders
wanneer een 6.1-kanalen signaal wordt aangetroffen, om aan te geven
dat deze beide luidsprekers hetzelfde signaal krijgen. De letter knipperen
wanneer geen signaal aanwezig is, zoals bij een DVD die is gepauzeerd
Luidspreker/Kanaal Ingang Indicaties
Wanneer slechts twee kanalen – links en rechts – aanwezig zijn, kunnen de
analoge functies worden gebruikt om het signaal naar de overige kanalen te
decoderen.
Wilt u een ander surround formaat dan oorspronkelijke decodering van het
digitale signaal, druk dan op Surround Functie om het Surround Functie
menu op te roepen (afbeelding 14).
De optie Auto Select (automatisch kiezen – eerste regel) gebruikt de
oorspronkelijke decodering, d.w.z. Dolby Digital of DTS. Voor tweekanaals
materiaal gebruikt de AVR standaard de Logic 7 Movie functie. Geeft u de
voorkeur aan een andere surround bewerking, kies dan de gewenste regel in
het menu: Virtual Surround, Stereo, Movie, Music of Video Game.
Elke regel is gekoppeld aan een standaard surround functie:
•
Virtual Surround:
Dolby Virtual Speaker Referentie
•
Stereo:
7-kanalen stereo
•
Movie:
Logic 7 Movie
•
Music:
Logic 7 Music
•
Video Game:
Logic 7 Game
U kunt elke regel desgewenst op een andere surround functie instellen.
De keuze van nieuwe functies hangt af van het aantal luidsprekers in uw
systeem.
•
Virtual Surround:
Dolby Virtual Speaker Reference of Wide (breed)
•
Stereo:
2-kanalen stereo, 5-kanalen stereo of 7-kanalen stereo
•
Movie:
Logic 7 Movie, DTS Neo 6: Cinema, Dolby Pro Logic II Movie,
Dolby Pro Logic IIx Movie
•
Music:
Logic 7 Music, DTS Neo 6: Music, Dolby Pro Logic II Music, Dolby
Pro Logic IIx Music
•
Video Game:
Logic 7 Game, Dolby Pro Logic II Game, Dolby Pro Logic
IIx Game.
BedIenIng
Afbeelding 14 – Surround Functies
31