Stap Vier – instellen Uitgangsniveaus
Bij een conventionele tweekanalen receiver kan de gebruiker het stereobeeld
instellen door het relatieve niveau van de beide kanalen te corrigeren zoals
dat op de luisterplaats wordt gehoord.
Bij een systeem met zeven kanalen en een subwoofer is dit een heel wat
kritischer en gecompliceerde zaak. In plaats van een draaiknop voor de balans
heeft de AVR 260 een instelprocedure voor alle kanalen die ervoor zorgt dat
alle kanalen onafhankelijk zo worden geregeld dat ze alle op de luisterpositie
met dezelfde sterkte worden gehoord.
Wanneer u de aanwijzingen in de Basisinstelling heeft gevolgd, dan laat u
EzSet/EQ deze kritische taak uitvoeren: simpel en automatisch.
Geeft u er echter de voorkeur aan deze instellingen zelf te maken, dan kunt u
dat in het Speaker Level menu van de AVR doen, hetzij met de ingebouwde
testgenerator van het systeem, of door een muzieksignaal te gebruiken. Het
is bovendien de enige manier om het niveau van de subwoofer in te stellen.
U kunt een geluidsdrukmeter (verkrijgbaar in de elektronicawinkels)
gebruiken en zet die op de C-gewogen, trage meting.
1.
Controleer eerst of alle luidsprekers correct zijn aangesloten.
2.
Corrigeer zonodig het aantal luidsprekers, wisselfilter, afstand en andere
functies aan voor elke luidspreker als beschreven in Stap Drie.
3.
Bij gebruik van een geluidsdrukmeter en muziek zoals een test-CD of een
ander audiosignaal, speel het nu af en stel de master volumeregelaar van
de AVR af tot de meter een niveau van 75dB aangeeft.
4.
Er zijn verschillende manier om deze kanaalniveaus af te stellen, met
testsignalen of met muziek. In alle gevallen kunt u het niveau van de
kanalen op twee manieren meten:
a)
Op het gehoor. Stel alle kanalen zo in dat ze even luid klinken.
b)
Gebruik een geluidsdrukmeter en zet die op de C-gewogen, trage
meting. Stel alle kanalen zo in dat de meter 75 dB aangeeft.
De beste manier om de uitgangsniveaus in te stellen is EzSet/EQ te gebruiken,
als beschreven in de Basisinstelling. Zijn nauwkeurige instellingen gewenst,
dan raden we aan het menusysteem te gebruiken om instellingen te maken
terwijl het ingebouwde testsignaal actief is en meet het uitgangssignaal met
een SPL meter. Op het gehoor instellen is minder nauwkeurig.
SySteemconFIguRAtIe
Druk op AVR om het menusysteem op te roepen en navigeer naar de regel
Speaker Setup. Druk op OK om het Speaker Setup menu op te roepen. Kies
dan Manual Speaker Setup (zelf instellen), druk op OK en navigeer naar de
regel Level Adjust (niveau instellen). Druk op OK om het Adjust Speaker Level
menu op te roepen. Zie afbeelding 13.
Alle luidsprekerkanalen verschijnen met de huidige instelling van het niveau.
Reset Levels: wanneer u wilt beginnen met het resetten van alle niveaus
in de standaard fabrieksinstelling van 0 dB, scroll dan naar beneden en druk
op OK. De niveaus worden dan teruggezet.
Gebruikt u een externe bron voor het instellen van de uitgangsniveaus, ga
dan eenvoudig naar elk kanaal druk op OK en corrigeer het niveau met
om het niveau als gewenst in te stellen tussen –10 dB en +10 dB. Alle
M N
kanalen staan standaard op 0 dB.
Wanneer u de niveaus wilt instellen met gebruikmaking van de ingebouwde
testgenerator van de AVR 260, corrigeer de regel TEST TONE dan als volgt.
Test Tone: deze regel bepaalt of het testsignaal actief is. Om het instellen
van de niveaus te starten, drukt u herhaaldelijk op OK om OFF (uit), AUTO
(automatisch) of MANUAL (zelf instellen) te kiezen. Telkens wanneer u
de cursor verplaatst naar buiten de lijst kanalen in het beeld, schakelt de
instelling automatisch over naar OFF (uit) en stopt het testsignaal.
Met deze instelling op AUTO gaat het testsignaal automatisch langs alle
kanalen, blijft even op een kanaal staan en gaat na een paar seconden naar
een volgend kanaal, wat in de markeringsbalk wordt aangegeven. U kunt het
niveau van elk kanaal aanpassen met
Ook kunt u met
K L
op elk moment de cursor naar een andere regel
verplaatsen en het testsignaal volgt dan de cursor.
Met deze instelling op MANUAL gaat het testsignaal niet naar het volgende
kanaal tot u het met
verplaatst.
K L
Opmerking: het instellen van de kanaalniveaus terwijl een surround
functie actief is, heeft geen effect op de andere functiegroepen. We raden u
aan na het correct instellen van de niveaus in een functie, deze resultaten te
noteren en over te brengen naar de andere surround functies. Voor functies
die niet overeenkomen met uw instellingen, kunt u de gevonden instellingen
kopiëren (als snelste oplossing) of de procedure herhalen om de juiste
instellingen voor de andere surround functies te vinden.
Wanneer u klaar bent met het instellen van de luidsprekerniveaus,noteer de
instellingen in Tabel A3 van de bijlage voor later gebruik.
Afbeelding 13 – Menu Instellen
Luidspreker Niveau
wanneer het testsignaal pauzeert.
M N
25