Ongeacht het fabrikaat van de gebruikte kabel, raden we u aan kabel te
gebruiken bestaande uit fijne meervoudige koperdraadjes en een doorsnede
groter dan 2 mm².
Kabel met een doorsnede van 1,5 mm² kan gebruikt worden voor lengten
korter dan 4 meter. Kabel met een doorsnede van 1 mm² of minder wordt
afgeraden vanwege verlies aan vermogen teruglopen van de klank.
Kabels die in de muur zijn weggewerkt dienen op de juiste manier te worden
gemarkeerd volgens een passende procedure. Vragen over het wegwerken
van kabels in de wand legt u voor aan een installateur of een erkende
elektricien die bekend is met de plaatselijke coderingen in gebouwen.
Bij het aansluiten van de luidsprekerkabels op de juiste polariteit letten.
Merk op dat de positieve (+) pool van elke luidsprekeruitgang een specifieke
kleurcode draagt als aangegeven op pagina 8. De meeste luidsprekers maken
echter gebruik van een rode aansluiting voor de plus (+). Verbind de zwarte
negatieve (-) pool van de luidsprekers met de zwarte aansluitingen op de
versterker.
Opmerking: hoewel de meeste luidsprekerfabrikanten zich houden aan
de industriële standaard waarbij zwarte aansluitingen voor de negatieve
draad en rode voor de positieve draad worden gebruikt, kunnen sommige
fabrikanten van deze configuratie afwijken. Om een goede fase en optimale
prestaties te verzekeren, het typeplaatje op uw luidspreker of de handleiding
van de luidsprekers controleren op de polariteit. Als u niet weet wat de
polariteit van uw luidspreker is, vraag dan uw leverancier om advies voordat
u verder gaat met de aansluiting, of raadpleeg de fabrikant/importeur van de
luidsprekers.
Gebruik ook bij voorkeur identieke kabellengten voor het aansluiten van de
luidsprekerparen. Gebruik bijvoorbeeld dezelfde lengte voor de luidsprekers
linksvoor en rechtsvoor en voor surround links en surround rechts, ook als de
luidsprekers op verschillende afstanden van de AVR staan.
8.
De verbindingen naar de subwoofer worden gewoonlijk aange sloten via
een lijnniveau audio aansluiting van de subwooferuitgang 4 met een
subwoofer met een ingebouwde versterker. Als er een passieve subwoofer
wordt gebruikt, gaat de uitgang naar een eindversterker, waarop dan
één of meer subwoofers worden aangesloten. Gebruikt u een actieve
subwoofer zonder lijnniveau ingangen, lees dan de instructies die bij de
luidspreker zijn gevoegd voor informatie over de aansluiting.
9.
Wanneer een externe meerkanalen audiobron met 5.1 uitgang zoals een
externe digitale processor/decoder, DVD-Audio, SACD, Blu-Ray of HD-DVD-
speler wordt gebruikt, verbind dan de uitgang van dat apparaat met de
8-Kanalen Directe Ingang 9, of, nog gemakkelijker, gebruik de HDMI-
verbinding tussen zo'n apparaat en de AVR of beide.
InStAlleRen en AAnSluIten
Video VerBindingen
Videoapparatuur wordt op dezelfde manier aangesloten als
audiocomponenten. Het gebruik van signaalkabel van goede kwaliteit
is belangrijk voor het behoud van de signaalkwaliteit. Om optimale
videoprestaties te krijgen dienen S-Video bronnen uitsluitend te worden
verbonden met de AVR via de S-Video in- en uitgangen en niet ook met de
composiet video aansluitingen
Wanneer u al een bron heeft aangesloten op een van de HDMI-ingangen
als uitgelegd in de paragraaf Audio Apparatuur, dan is dat meteen ook
een videoverbinding, daar het HDMI-signaal zowel digitale audio- als
videosignalen omvat.
Is uw beeldscherm of bron niet geschikt voor HDMI, dan dient u één van de
analoge videoverbindingen (composiet, S-video of component video) te
gebruiken als hieronder beschreven.
Wanneer de bron niet geschikt is om het digitale audiosignaal via de HDMI-
verbinding over te dragen, gebruik dan één van de coax of optisch digitale
audio-ingangen voor deze bron.
Wanneer een meerkanalen analoge audioverbinding nodig is voor bepaalde
verliesloze formaten (b.v. DVD-Audio, SACD, HD-DVD of Blu-Ray Disc) kunt u
beide verbindingen maken. Om naar een meerkanalen disc te luisteren, kiest
u de HDMI-ingang, vervolgens kiest u de 6/8 kanalen analoge audio-ingang
en de AVR houdt de laatstgekozen videobron.
1.
Verbind de audio- en video Play/Out uitgangen met de Video 2 en Analoge
Ingang 4 ST op de achterzijde. De audio en video Record/In ingangen
van de VCR worden verbonden met de Video 2 en Analoge Uitgang 4
P7 van de AVR.
2.
Verbind de digitale audio uitgangen van een CD- of DVD-speler,
satellietontvanger, kabel- of HDTV-converter aan op de juiste Optisch of
Coax Digitale Ingang RNGH.
Opmerking: bij het aansluiten van een digitale kabelbox of een ander set-
top tuner met digitale audio-uitgang, raden we u aan zowel de digitale als de
analoge uitgangen daarvan op de AVR aan te sluiten. De ingebouwde audio
omschakelfunctie van de AVR zorgt er dan voor dat er een ononderbroken
audiosignaal is, doordat bij onderbreking van het digitale signaal of het
niet beschikbaar zijn ervan op een bepaald kanaal, automatisch wordt
omgeschakeld naar de analoge aansluitingen.
3.
Verbind de Composiet en S-Video (indien S-Video wordt gebruikt) Monitor
Uitgang B op de achterzijde van de receiver met de composiet of S-Video
ingang van de televisie of videoprojector.
4.
Indien u DVD-speler en monitor beide component video aansluitingen
hebben, sluit de component video uitgangen van de Video 1 Component
Video Ingang L. Denk er aan dat behalve de videoverbindingen ook
audioverbindingen moeten worden gemaakt met één Optisch of Coax
Digitale Ingang RN.
5.
Indien u een ander component video-apparaat ter beschikking hebt, sluit
het dan aan op de Video 2 of Video 3 component video-ingangen J De
audio-aansluitingen voor dit apparaat dienen te worden gemaakt op één
van de audio-ingangen of één Optisch of Coax Digitale Ingang RN.
6.
Indien de component video-ingangen gebruikt worden, sluit dan de
Component video-uitgangen K aan op de component video-ingangen
van uw TV, projector of weergave-apparaat.
7.
Gebruikt u een camcorder, videospelletje of ander audio/video apparaat dat
is zo nu en dan tijdelijk wordt aangesloten op de AVR, verbind de audio,
video en digitale audio uitgangen van dat apparaat dan met de Front
Ingangen GHI.
15