OPNAMEN MAKEN
SCHERPSTELVERGRENDELING
De scherpstelvergrendeling wordt gebruikt wanneer het onderwerp zich niet midden in
beeld bevindt. U kunt er ook gebruik van maken wanneer normale scherpstelling op het
onderwerp niet mogelijk is, zoals in de situaties die hiernaast zijn beschreven.
Plaats het onderwerp in het scherp-
stelkader of in het midden van de
LCD-monitor. Druk de ontspanknop
half in en houd hem zo. Het groene
scherpstellampje blijft branden om
aan te geven dat de scherpstelling
vergrendeld is.
SCHERPSTELLAMPJE/INDICATIE GEEN SCHERPSTELLING
Scherpstellampje brandt continu:
de camera heeft op het onderwerp scherpgesteld en de scherpstelling is vergrendeld.
Scherpstellampje knippert:
het onderwerp is te dichtbij of een van de speciale scherpstelsituaties (zie hiernaast)
maakt een goede scherpstelling onmogelijk.
Houd de ontspanknop half ingedrukt
en kies de gewenste beeldcomposi-
tie. Druk de ontspanknop geheel in
om de opname te maken.
Deze camera is uitgerust met een snel en
precies werkend autofocus-systeem. Wanneer u
de ontspanknop half indrukt stelt het autofocus-
systeem scherp op het onderwerp in het
scherpstelkader van de zoeker. Het scherp-
stellampje (groen) geeft informatie omtrent de
status van de scherpstelling wanneer de
ontspanknop half wordt ingedrukt.
- 28 -