Wanneer de O-ring van de schroefeenheid nog zichtbaar is nadat u de veereenheid in het systeem-
gewricht hebt geschroefd, controleert u de instelling van het systeemgewricht en neemt u eventueel
contact op met de technische support.
4 Let erop dat er geen sprake is van speling in het systeemgewricht. Controleer dit door het systeemgewricht
licht in ap-richting te bewegen. Stel eventueel bij.
5 Zorg ervoor dat het systeemgewricht binnen de graadmarkeringen is
uitgelijnd.
Montage van de veereenheden NEURO SWING 2
8.6
1 Zet de aanslagdemper/O-ring-demper (2) en de glijbus (3) met de zuiger (1)
in elkaar (afb. 17). Let er daarbij op dat de glijbus correct op de zuiger zit
(afb. 18).
2 Steek de drukveer (4) erop.
3 Schuif de zuiger (1) met de gemonteerde systeemonderdelen (2, 3, 4) in
het veerkanaal.
4 Steek de schroefeenheid (6) op de veereenheid (5).
5 Schroef de bouwgroep voor de dorsaalextensie zo ver in het voorste
veerkanaal, totdat de gewenste opbouw van de orthese is gerealiseerd.
Gewoonlijk betekent dit dat het systeemgewricht centraal binnen de
graadmarkeringen op de systeemvoetbeugel is uitgelijnd. De drukveer (4)
moet volledig gecomprimeerd zijn.
6 Schroef de bouwgroep voor de plantairflexie zo ver in het achterste
veerkanaal, totdat deze de systeemvoetbeugel raakt. De drukveer (4) moet
volledig gecomprimeerd zijn. U voelt dan een licht verhoogde draaiweer-
stand. Span de veereenheden (5) niet voor.
Wanneer de O-ring van de schroefeenheid nog zichtbaar is nadat
u de veereenheid in het systeemgewricht hebt geschroefd, contro-
leert u de instelling van het systeemgewricht en neemt u eventueel
contact op met de technische support.
7 Let erop dat er geen sprake is van speling in het systeemgewricht. Control-
eer dit door het systeemgewricht licht in ap-richting te bewegen.
8 Zorg ervoor dat het systeemgewricht binnen de graadmarkeringen is uitgelijnd.
Houd er rekening mee dat voor de NEURO SWING 2 andere veereenheden worden gebruikt dan voor
de NEURO SWING.
12
6
5
4
3
2
1
Afb. 17
Afb. 18