15.3.3
Cable Connection Test (Bekabelingstest)
Met deze test kunt u de kabelverbinding met de functie-eenheid op de orthese controleren. Plaats de orthese
voor deze test op de werkbank. Selecteer de menuoptie Cable Connection Test (bekabelingstest).en volg de
instructies van de app. Dan krijgt u het resultaat van de bekabelingstest voor de functie-eenheid.
Wanneer u de bekabelingstest start, schakelt de orthese automatisch naar de Lock-modus en blijft ook
na de test in deze modus. Om de modus te wijzigen, gebruikt u de afstandsbediening/User-app of de
Expert-app.
15.3.3.1
Resultaatmeldingen en verdere procedure na de bekabelingstest
De volgende resultaatmeldingen verschijnen in de app:
Resultaatmelding
system joint is connected
(een systeemgewricht
verbonden)
system joint is not
connected (geen systeemge-
wricht verbonden)
short circuit (kortsluiting)
C91: Call technical Support
(Contact opnemen met
Technische Support)
15.3.4
Settings (Instellingen)
Met deze menuoptie kunt u de volgende instellingen bij de orthese uitvoeren. Volg hiervoor de instructies van
de app.
15.3.4.1
Calibration (Kalibreren)
Om ervoor te zorgen dat de bewegingssensoren in de besturingseenheid de positie van het onderbeen kunnen
registreren, moet u de orthese voor een eerste functiecontrole vóór het aanpassen kalibreren. Herhaal dan de
kalibreringsprocedure. Laat de patiënt de orthese bij het opnieuw kalibreren dragen. Volg de instructies van de
app.
15.3.4.2
Volume (Volume)
Bij de geluidsinstellingen kunt u het volume van het geluidssignaal voor de signaalfunctie voor oefeningsdoel-
einden voor de patiënt instellen (zie hoofdstuk 15.2). Volg de instructies van de app.
Betekenis
De kabelverbinding van de besturing-
seenheid naar het systeemgewricht is
in orde.
De kabelverbinding van de besturing-
seenheid naar het systeemgewricht is
niet in orde.
Er is sprake van een kortsluiting in de
kabel van de besturingseenheid naar
het systeemgewricht.
Er is een apparaatinterne fout opge-
treden.
Verdere procedure
-
Controleer de kabelverbinding van
de besturingseenheid naar het
systeemgewricht.
Controleer de aansluitingen op
de besturingseenheid en op het
systeemgewricht.
Neem contact op met de Technische
Support.
21