28
Sleutels, portieren en ruiten
Druk op Q om te vergrendelen. Het
led-lampje in de toets brandt.
Druk nogmaals op Q om te ontgren‐
delen. Het led-lampje in de toets
dooft.
Als een van de portieren niet gesloten
is, werkt drukken op Q niet.
Als de bagageruimte open is, zijn
alleen de portieren van het interieur
vergrendeld.
Bediening met de sleutel bij een
storing in de centrale
vergrendeling
In geval van een storing, bijvoorbeeld
omdat de accu of de batterij van de
handzender / elektronische sleutel
leeg is, kunt u het bestuurdersportier
met de mechanische sleutel vergren‐
delen en ontgrendelen.
Handmatig ontgrendelen
Elektronische sleutel: houd de pal
ingedrukt om de geïntegreerde sleu‐
tel te voorschijn te halen.
U ontgrendelt het bestuurdersportier
handmatig door de sleutel in de slot‐
cilinder te steken en te draaien.
De andere portieren kunnen worden
geopend door aan de binnenhand‐
greep te trekken.
Als u het contact inschakelt, wordt het
vergrendelingssysteem uitgescha‐
keld.
Handmatig vergrendelen
U vergrendelt de portieren, de achter‐
klep en de tankklep handmatig door
de sleutel in het cilinderslot van het
bestuurdersportier te steken en te
draaien.