100
Instrumenten en bedieningsorganen
Het op te laden draagbare apparaat
moet compatibel zijn met de Qi-norm,
hetzij qua ontwerp hetzij met behulp
van een compatibele houder of
schaal. De oplaadzone is herkenbaar
aan het Qi-symbool.
Voor het opladen van een apparaat
moet het contact ingeschakeld zijn.
Een mobiel apparaat opladen:
1. Haal alle voorwerpen van de opla‐
der.
2. Leg het mobiele apparaat met het
display omhoog op de oplader in
het opbergvak.
De led geeft de oplaadstatus aan:
deze licht groen op, wanneer het
mobiele apparaat wordt opgeladen.
Een beschermcover voor het mobiele
apparaat kan het inductief opladen
bemoeilijken.
Draai de mobiele telefoon als deze
niet goed oplaadt 180° en leg deze
weer op de oplader.
Aansteker
De aansteker is vrij toegankelijk.
Afhankelijk van de versie zit de
aansteker mogelijk achter de klep van
het opbergvak. Druk op het klepje om
het te openen.
Aansteker induwen. Zodra de spiraal
gloeit, wordt de aansteker automa‐
tisch uitgeschakeld. Trek de aanste‐
ker eruit.
Asbakken
Voorzichtig
Alleen voor as en niet voor brand‐
baar afval.