Door aan de binnenste portierhand‐
greep te trekken wordt het desbetref‐
fende portier ontgrendeld en
geopend.
Let op
Bij een ongeval waarbij de airbags of
gordelspanners in werking treden,
wordt het voertuig automatisch
ontgrendeld.
Let op
Wanneer na ontgrendeling met de
afstandsbediening geen van de
portieren word geopend, worden
deze na korte tijd automatisch
opnieuw vergrendeld. Een voor‐
waarde is dat de instelling is geacti‐
veerd in de persoonlijke instellingen
3 122.
Selectief ontgrendelen van
interieur en bagageruimte
Met selectief ontgrendelen kunt u de
portieren van het interieur en de tank‐
klep of de bagageruimte, d.w.z.
schuifdeuren, achterdeuren/achter‐
klep openen. Selectief ontgrendelen
moet worden geconfigureerd.
Graphic-Info-Display: Ontsteking
inschakelen. Druk gedurende meer
dan 2 seconden op *. Er klinkt een
geluidssignaal en er verschijnt een
bericht op het Graphic-Info-Display.
Colour-Info-Display: Kies de rele‐
vante instelling in Persoonlijke instel‐
lingen.
Persoonlijke instellingen 3 122.
Werking van handzender
Ontgrendelen
O indrukken.
Sleutels, portieren en ruiten
De ontgrendelmodus kan worden
ingesteld. U kunt uit twee instellingen
kiezen:
● Alle portieren en de bagage‐
ruimte ontgrendelen door op O te
drukken.
● Bij drukken op O worden alleen
het bestuurdersportier en het
passagiersportier ontgrendeld.
Bagageruimte ontgrendelen
Druk twee keer op * of O om alleen
de bagageruimte te ontgrendelen,
d.w.z. schuifdeuren en achterdeuren
of achterklep.
Vergrendelen
Portieren en bagageruimte sluiten.
25