Afremmen op de motor
Om bij het afdalen van een helling op
de motor af te remmen, een lagere
versnelling selecteren.
Auto heen en weer schommelen
Het is alleen toegestaan de auto heen
en weer te schommelen als de auto is
vastgereden in zand, modder of
sneeuw. Beweeg de versnellingshen‐
del meermaals tussen stand D en R
heen en weer. Motor niet te hoge
toeren laten maken en snel optrekken
voorkomen.
Parkeren
Trek de handrem aan en selecteer P.
Handmatige modus
De handgeschakelde modus M kan
vanuit stand D in elke rijsituatie en bij
elke snelheid worden geactiveerd.
Toets M indrukken.
Trek aan de stuurwielpaddles om
handmatig te schakelen.
Rijden en bediening
Trek aan de rechter paddle + om op
te schakelen.
Trek aan de linker paddle - om terug
te schakelen.
Door meerdere keren te trekken kunt
u versnellingen overslaan.
De ingeschakelde versnelling
verschijnt op de instrumentengroep.
Wordt bij een te lage snelheid een
hogere versnelling geselecteerd of
een lagere versnelling bij een te hoge
snelheid, dan schakelt de auto niet.
Hierdoor kan er een melding verschij‐
nen op het Driver Information Center.
In de handmatige modus wordt er bij
hoge toerentallen niet automatisch
naar een hogere versnelling opge‐
schakeld.
Schakelindicatie
Het symbool R of S met een cijfer
ernaast verschijnt wanneer schake‐
len omwille van het brandstofverbruik
wordt geadviseerd.
De schakelindicatie verschijnt alleen
in de handgeschakelde modus.
161