ESC en TC worden ook opnieuw
geactiveerd wanneer u het contact de
volgende keer opnieuw inschakelt.
Storing
Bij een storing in het systeem licht het
controlelampje b ononderbroken op
en verschijnt er een bericht op het
Driver Information Center. Het
systeem is buiten werking.
Oorzaak van de storing onmiddellijk
door een werkplaats laten verhelpen.
Systeem voor
gecontroleerde afdaling
Dankzij het systeem voor gecontro‐
leerde afdaling rijdt de auto met een
lage snelheid zonder het rempedaal
te hoeven intrappen. Na het activeren
van het systeem zal de auto automa‐
tisch vertragen tot een lage snelheid
en die snelheid aanhouden. Er
kunnen geluiden of trillingen van het
remsysteem merkbaar zijn wanneer
het systeem ingeschakeld is.
Voorzichtig
Alleen gebruiken bij het steil afda‐
len op terrein. Niet gebruiken op
normale typen wegdek. Bij onno‐
dig gebruik van de functie DCS,
zoals bij het rijden op normale
wegen, kan het remsysteem
beschadigd raken en de ESC-
functie niet meer werken.
Inschakelen
Let op
Als de afdaalregeling actief is, wordt
de actieve noodrem automatisch
uitgeschakeld.
Het systeem werkt alleen voor hellin‐
gen van meer dan 5%.
Rijden en bediening
Druk bij snelheden van minder dan
ongeveer 50 km/h op ò. Het
systeem kan ook worden ingescha‐
keld wanneer de auto met lopende
motor stilstaat. Het controlelampje
ò op de instrumentengroep brandt
groen om aan te geven dat het
systeem ingeschakeld is.
Wanneer de auto begint aan de afda‐
ling, regelt het systeem de snelheid
van de auto en kunt u het gas- en
rempedaal loslaten.
169