110
Instrumenten en bedieningsorganen
Licht op wanneer de handmatige
parkeerrem is geactiveerd en het
contact is ingeschakeld 3 164.
Elektrische handrem
m brandt of knippert rood.
Brandt
Elektrische parkeerrem is aangetrok‐
ken 3 164.
Knippert
De elektrische parkeerrem wordt niet
automatisch aangetrokken. Het
aantrekken of loszetten werkt niet.
9 Waarschuwing
Oorzaak van de storing onmiddel‐
lijk door een werkplaats laten
verhelpen.
o brandt geel.
Brandt
Automatische bediening is geacti‐
veerd of werkt niet. Activeer de auto‐
matische bediening opnieuw of laat
het probleem verhelpen door een
garage in geval van een storing.
Automatische bediening 3 164.
Elektrische handrem defect
E brandt geel.
Brandt
Storing in de elektrische parkeerrem
3 164.
9 Waarschuwing
Oorzaak van de storing onmiddel‐
lijk door een werkplaats laten
verhelpen.
Antiblokkeersysteem (ABS)
u brandt geel.
Brandt na het inschakelen van de
ontsteking enkele seconden. Het
systeem is na het doven van het
controlelampje klaar voor gebruik.
Als de controlelamp na enkele secon‐
den niet dooft of als tijdens de rit gaat
branden, dan zit er een storing in het
ABS-systeem. Het remsysteem blijft
normaal werken, maar zonder ABS-
regeling.
Antiblokkeersysteem 3 164.
Schakelen
R met het getal van een hogere
versnelling verschijnt wanneer wordt
aanbevolen om vanwege de brand‐
stofbesparing op te schakelen.
Systeem voor
gecontroleerde afdaling
ò brandt of knippert groen.
Brandt groen
Het systeem wordt ingeschakeld en is
gebruiksklaar.
Knippert groen
Het systeem is in gebruik.