Mechanische installatie
4
Koppelingen monteren
4.7.4
Montage bij flensblokas
4.8
Koppelingen monteren
32
AANWIJZING
De montage is eenvoudiger als u het overbrengingscomponent vooraf insmeert met
een glijmiddel of kortstondig verwarmt (tot 80 – 100°C).
De volgende afbeelding laat aan de hand van een BSBF..-flensblok de juiste montage-
wijze van een asverbinding in combinatie met een inwendige centreerring en een uit-
wendige centreerring zien:
[1]
[1]
Flensblok
[2]
Tandwiel/riemschijf met inwendige centreerring
[3]
Bouten met sterkteklasse 12.9
[4]
Tandwiel/riemschijf met uitwendige centreerring
VOORZICHTIG!
Aandrijfelementen en overbrengingscomponenten, zoals riemschijven, koppelingen,
bewegen tijdens het bedrijf snel.
Gevaar voor klemraken en beknelling.
•
Dek de aandrijfelementen en overbrengingscomponenten af met een aanrakings-
beveiliging.
Voer bij de montage van koppelingen de volgende compensatie conform de specifica-
ties van de fabrikant uit.
a) Maximum- en minimumafstand
b) Asafwijking
c) Hoekafwijking
a)
[2]
[3]
b)
Technische handleiding – Reductoren series BS.F.., PS.F.. en PS.C..
[4]
[3]
1839238283
c)
211395595