Siemens 6 Series Beknopte Bedieningshandleiding pagina 64
19”-inschuifapparaten
Verberg thumbnails
Zie ook voor 6 Series:
- Beknopte handleiding (34 pagina's) ,
- Beknopte bedieningshandleiding (78 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Technische gegevens
7.1 Technische gegevens ULTRAMAT 23
Elektrische kenmerken
Analoge uitgangen
Relaisuitgangen
Binaire ingangen
Seriële interface
AUTOCAL-functie
Opties
Klimatologische condities
Toegestane omgevingstemperatuur
•
tijdens gebruik
•
bij transport en opslag
Toegestane luchtvochtigheid in de omgeving
Toegelaten omgevingsdruk
Maximale bedrijfshoogte
Verontreinigingsgraad
Condities gasingang
Meetgasdruk
•
zonder pomp
•
met pomp
Meetgasdoorstroming
Meetgastemperatuur
Meetgasvochtigheid
64
1 analoge stroomuitgang per component, 0/2/4/NAMUR ... 20 mA, poten‐
tiaalvrij, max. weerstand 750 Ω
8, met wisselcontacten, vrij parametreerbaar, bijv. voor storing, belastbaar‐
heid AC/DC 24 V/1 A, potentiaalvrij, niet vonkend
3, ontworpen voor 24 V, potentiaalvrij
•
Pomp
•
AUTOCAL
•
Synchronisatie
ELAN (RS485), PROFIBUS-PA/DP als optie
Automatische regeling (afstelling) van alle kanalen met omgevingslucht
(indien meetcomponent zuurstof aanwezig) of stikstof (afhankelijk van de
meetcomponent),
cyclusduur instelbaar van 1 ... 24 uur. Bij invoer van 0 uur is de cyclus
gedeactiveerd.
AUTOCAL-cyclus moet bij gecertificeerde emissiemetingen geactiveerd zijn
Aanvullende elektronica met telkens 8 extra binaire ingangen en relaisuit‐
gangen, bijv. voor het activeren van de automatische afstelling, PROFIBUS-
PA/DP
+5 ... +45 °C (+41 ... +113 °F)
+5 ... +40 °C (+41 ... +104 °F) met H2S-sensor
-20 °C ... + 60 °C (-4 ... +140 °F)
-10 ... +55 °C (+14 ... +131 °F) met H2S-sensor
< 90 % RH (relatieve luchtvochtigheid) bij transport en opslag (Monteren/
inbouwen (Pagina 29))
600 ... 1200 hPa (absoluut)
2000 m boven NAP.
2 volgens IEC 60664-1
vóór apparaat: Aan ingangszijde mag de overdruk van het gas tegenover
omgevingsdruk niet hoger zijn dan 45 hPa.
achter apparaat: Aan uitgangszijde moet de gasuitlaat tegen omgevings‐
druk drukloos plaatsvinden.
vóór apparaat: Drukloze zuigwerking.
achter apparaat: Aan uitgangszijde moet de gasuitlaat tegen omgevings‐
druk drukloos plaatsvinden.
72 ... 120 l/h (1,2 .. 2 l/min)
0 ... +50 °C (+32 ... +122 °F)
<90 % RH (relatieve luchtvochtigheid), niet condenserend
Beknopte bedieningshandleiding, 09/2024, A5E45779144006-AC
Serie 6 en ULTRAMAT 23
Advertenties
Inhoudsopgave
