4.2
Elektrische aansluiting
4.2.1
Netaansluiting
LET OP
Verkeerde voedingsspanning
Controleer vóór het aansluiten of de aanwezige netspanning overeenkomt met die op het
typeplaatje van het apparaat!
Leg de netkabel gescheiden van de signaalleidingen!
Bij het apparaat wordt een netverbindingskabel of een IEC-stekker geleverd, die alleen door
gekwalificeerd personeel (zie AUTOHOTSPOT) aangesloten mogen worden. Aan apparaatzijde
wordt de kabel op de IEC-connector aangesloten. Aan netzijde wordt de kabel in een
netcontactdoos gestoken.
19"-inschuifapparaat
Op de IEC-stekker moet een flexibele, voor netaansluitleidingen geschikte kabel worden
aangesloten. De minimale aansluitdoorsnede van elke draad moet 1 mm
De aansluitdoorsnede van de aardedraad (PE) mag niet kleiner zijn dan de aansluitdoorsnede
van de draden L en N. De kabel moet geschikt zijn voor een minimumtemperatuur van 70 °C
(158 °F) en moet toegelaten zijn in het land dan wel de plaats waar de kabel gebruikt wordt.
In de directe nabijheid van het apparaat moet een mogelijkheid voor netscheiding voorzien
worden, die makkelijk toegankelijk is.
Tafelapparaat
Voor de spanningsvoorziening moet een netaansluitkabel worden gebruikt die toegelaten is in
het land dan wel de plaats waar de kabel gebruikt wordt. De minimale aansluitdoorsnede van
elke draad moet 0,75 mm
2 m (6 1/2 ft) uitkomt. Voor langere netkabels moet u grotere draaddoorsneden dan 0,75 mm
(AWG 18) gebruiken. De kabel moet geschikt zijn voor een minimumtemperatuur van 70 °C
(158 °F).
Serie 6 en ULTRAMAT 23
Beknopte bedieningshandleiding, 09/2024, A5E45779144006-AC
(AWG 18) bedragen, mits de toevoerkabel niet boven een lengte van
2
Aansluiten
4.2 Elektrische aansluiting
2
(AWG 17) bedragen.
2
37