NORDAC vector mc ingebruikstellingsvoorschriften
parameter
[fabrieks-instelling]
P418
functie analoge uitgang
[ 0 ]
P419
afschalen analoge uitg.
10 ... 500 %
[ 100 ]
P420
functie digitale ingang 1
[ 1 ] 0 ... 42
P421
functie digitale ingang 2
[ 2 ] 0 ... 42
P422
functie digitale ingang 3
[ 8 ] 0 ... 42
P423
functie digitale ingang 4
[ 4 ] 0 ... 42
38
instelwaarde / beschrijving / opmerking
Over de stuurklemmen 6/9 kan een analoge (0 tot en met 10 Volt) spanning uitgestuurd worden
(max. 20mA). De uitgang kan met verschillende functies geparametreerd worden.
0 Volt analoge spanning komt altijd overeen met 0% van de gekozen functie.
10 Volt komt altijd overeen met de nominale motorwaarde vermenigvuldigd met de factor van de
afschaling.
⇒
10Volt
0 = uit , geen uitgangssignaal over de klemmen.
1 = uitgangsfrequentie : De analoge spanning is proportioneel met de frequentie aan
omvormeruitgang.
2 = motortoerental : Dit is het door de omvormer berekende synchrone toerental, gebaseerd op de
aangestuurde regelwaarde. Lastafhankelijke toerentalwisselingen worden niet aangegeven.
3 = uitgangsstroom : Dit is de door de omvormer geleverde effectieve waarde van de
uitgangsstroom.
4 = koppelstroom : Deze geeft het door de omvormer berekende lastkoppel aan.
5 = uitgangsspanning : Dit is de door de omvormer geleverde uitgangsspanning.
6 = tussenkringspanning : Dit is de gelijkspanning in de frequentieomvormer. Deze is niet
gebaseerd op de nominale motorgegevens. 10 Volt, bij 100% afschaling, komt overeen met
600 Volt dc!
De tussenkringspanning kan worden teruggerekend naar de aangesloten netspanning.
Unet =
7 =
externe sturing : De analoge uitgang kan met de parameter P542 onafhankelijk van de
actuele bedrijfssituatie van de omvormer worden gestuurd.
...
De instelwaarden 8 tot en met 29 zijn gereserveerd.
30 = Actuele regelfrequentie voor de acceleratie , geeft de frequentie aan, die door eventuele
voorgeschakelde regelaars (ISD, PID, ...) wordt aangestuurd. Dit is dan de regelfrequentie
voor de vermogenstrappen, nadat ze door de acceleratietijd respectievelijk deceleratietijd
(P102, P103) aangepast zijn..
Met deze parameter kan een aanpassing van de analoge uitgang aan de gewenste schaal
gerealiseerd worden. De analoge uitgang wordt met de afschalingswaarde vermenigvuldigd.
Als, bij een constante bedrijfswaarde, deze parameter van 100% naar 200% wordt verhoogd, dan
verdubbelt zich de analoge uitgangsspanning, echter maximaal tot 10 Volt.
vrijgave rechtsom als fabrieksinstelling
Er kunnen 16 verschillende functies geprogrammeerd worden. Deze kunnen uit de onderstaande
tabel worden gekozen.
vrijgave linksom als fabrieksinstelling
Er kunnen 16 verschillende functies geprogrammeerd worden. Deze kunnen uit de onderstaande
tabel worden gekozen.
parametersetomschakeling als fabrieksinstelling
Er kunnen 16 verschillende functies geprogrammeerd worden. Deze kunnen uit de onderstaande
tabel worden gekozen.
vaste frequentie 1 als fabrieksinstelling
Er kunnen 16 verschillen functies geprogrammeerd worden. Deze kunnen uit de onderstaande
tabel worden gekozen.
technische wijzigingen voorbehouden
⋅
nominale
motorwaard
e
=
100%
Udc
2
stuurklem 10
stuurklem 11
stuurklem 12
stuurklem 13
P419
BU 4100 NL