NORDAC vector mc ingebruikstellingsvoorschriften
2.8.6 stuurklemmenaansluitingen
aansluiting van de stuurleidingen: - 18-polige stuurklemmenstrook, over 2 blokken verdeeld
maximale aansluitdoorsnede:
kabels:
stuurspanningen:
(kortsluitvast)
uitgangsrelais
max. 2 A / 230 V AC *
(overspanningscatagorie 2)
of 2 A / 28 V DC
relais 1
relais 2
1
2
3
standaardinstellingen van de
relaisuitgangen (P434/441):
1-2: motorrem-sturing
3-4: paraatmelding (storing)
tekening 2-7: aansluitklemmenstrook stuurgedeelte
opmerking:
Alle spanningen hebben een gemeenschappelijke massa (GND, klem 6/16).
digitale ingangen:
Der digitale ingang 1 is een snelle ingang, totale reactietijd ca. 1,2 ms.
De overige digitale ingangen liggen tussen 6-10 ms.
uitgangsrelais:
*) De maximaal toegestane spanning tussen de klemmen 2 en 3 is 230 V AC.
16
2
- 1,5 mm
voor de relais-uitgangen (linker blok)
2
- 1,0 mm
voor de analoge en digitale in- en uitgangen (rechter blok)
- gescheiden van net-/motorleidingen aanleggen en afschermen
- 5V, max. 400mA, ook voor de voeding van de optionele ParameterBox
- 10V, max. 10mA, referentiespanning voor een potentiometer
- 15V, max. 100mA, voor de voeding van de digitale ingangen
- analoge uitgang 0 – 10V, max. 5mA, voor een extern display.
analoge in-/uitgang
-
+
-
+
5
6
7
8
4
R ≈ 5-10 k Ω
analoge ingang
0 ... 10 V
≈
Ω
(R
14 k
)
i
0/2...10 V of
0/4...20 mA
(weerstand 250/500 Ω
aansluiten op
klemmen 7- en 8+)
technische wijzigingen voorbehouden
digitale ingang
1
2
3
4
1,8k
9
10
11
12
13
of d.m.v. PLC
digitale uitgangen
(7.5 - 33 V)
- min op klem 6 / 16
standaardinstellingen van de
digitale ingangen (P420-423):
1. vrijgave rechtsom
2. vrijgave linksom
3. parametersetomschakeling
4. vaste frequentie 1
RS485
(USS protocol)
14
15
16
17
18
Als nodig 0V met de 0V
van de master, bijv.
PLC, verbinden.
+5V t.b.v. de voeding
van de P- Box
of een motor-
temperatuurvoeler.
BU 4100 NL