Niet-
Positie van
zelfaanzuigende
de pomp
pompen
1
2
●
3
●
4
●
5
6
●
● Montage in deze positie is toegestaan.
Installeer de pomp zodanig dat inspectie, onderhoud
en service eenvoudig uit te voeren zijn.
Installeer de pomp op een goed geventileerde plek.
4.2 Leidingen
Het is aan te raden om aan beide zijden van de pomp
afsluiters te installeren. Het is dan niet noodzakelijk
om het systeem te laten leeglopen als de pomp
onderhoud nodig heeft.
Als de pomp boven het vloeistofniveau wordt
geïnstalleerd, moet in de aanzuigleiding onder
het vloeistofniveau een terugslagklep worden
aangebracht. Zie de afbeelding over aanbevolen
leidingen voor een zelfaanzuigende pomp in de
paragraaf over leidingaansluiting (zelfaanzuigende
pompen).
Zelfaanzuigende pompen
We raden een begindruk van de terugslagklep
aan die is lager dan 0.05 bar. Anders zal de
extra weerstand het aanzuigvermogen van de pomp
verlagen.
Als de pomp wordt gebruikt voor het verpompen van
regen- of bronwater, is het beter een filter in de inlaat
van de zuigleiding aan te brengen.
De pomp mag niet worden belast door de leidingen.
Installeer deze leidingen volgens de ontwerpvereisten
zoals beschreven in EN ISO 13480-3:2012.
Toleranties moeten in overeenstemming zijn met EN
ISO 13920:1996, klasse C.
De leidingen moeten de juiste afmetingen hebben,
waarbij de voordruk van de pomp in acht wordt
genomen.
Installeer de leidingen zodanig dat luchtbellen worden
vermeden, vooral aan de aanvoerkant van de pomp.
Zie de onderstaande afbeelding.
8
Zelfaanzuigen
de pompen
-
-
-
-
●
-
-
●
Leidingen
Gerelateerde informatie
4.2.2 Leidingaansluiting (zelfaanzuigende pompen)
4.2.1 Leidingaansluiting (niet-zelfaanzuigende
pompen)
Let erop dat u de pomp niet beschadigt bij
het aansluiten van de zuig- en
persleidingen.
Draaimoment: 50-60 Nm. Het vermelde
draaimoment mag niet worden
overschreden.
Persopening en inlaatpoort
Pos.
Beschrijving
1
Persopening
2
Inlaatpoort
4.2.2 Leidingaansluiting (zelfaanzuigende
pompen)
De pomp moet correct geïnstalleerd zijn om er zeker
van te zijn dat deze zelf kan aanzuigen.
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen:
Zie de onderstaande afbeelding.
•
De minimale hoogte vanaf het middelpunt van
de inlaatpoort tot het eerste tappunt (H
acht worden genomen. Als er een drukregelaar in
het systeem wordt geïnstalleerd, is H
1
2
) moet in
1
de hoogte
1