De Pomp Werkt Niet; Motorbeveiligingsschakelaar Is Geactiveerd (Schakelt De Motor Uit Zodra De Voedingsspanning Is Ingeschakeld); De Motorbeveiligingschakelaar Schakelt De Motor Soms Uit; De Motorbeveiligingschakelaar Is Niet Geactiveerd, Maar De Pomp Is Onopzettelijk Buiten Bedrijf - Grundfos CM Series Installatie- En Bedieningsinstructies
Verberg thumbnails
Zie ook voor CM Series:
- Installatie- en bedieningsinstructies (22 pagina's) ,
- Installatie- en bedieningsinstructies (24 pagina's) ,
- Installatie- en bedieningsinstructies (28 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
9.1 De pomp werkt niet
Oorzaak
Geen voedingsspanning.
Motorbeveiliging is geactiveerd.
Stuurstroomcircuit is defect.
9.2 Motorbeveiligingsschakelaar is geactiveerd (schakelt de motor uit zodra de
voedingsspanning is ingeschakeld).
Oorzaak
De contacten van de motorbeveiligingsschakelaar of
de magneetspoel zijn defect.
Kabelaansluiting zit los of is defect.
Motorwikkeling is defect.
De pomp heeft een mechanische blokkade.
De instelling van de motorbeveiliging is te laag.
9.3 De motorbeveiligingschakelaar schakelt de motor soms uit.
Oorzaak
De instelling van de motorbeveiliging is te laag.
Periodieke voedingsstoring.
Periodiek lage spanning.
9.4 De motorbeveiligingschakelaar is niet geactiveerd, maar de pomp is onopzettelijk
buiten bedrijf.
Oorzaak
Geen voedingsspanning.
16
Oplossing
•
Zet de schakelaar aan.
•
Controleer kabels en kabelaansluitingen op defecten
en losse aansluitingen.
•
Vervang de contacten van de motorbeveiliging, de
magneetspoel of de gehele motorbeveiliging.
•
Controleer kabels en kabelaansluitingen op defecten
en vervang de zekeringen.
•
Herstel of vervang de motor.
•
Schakel de voedingsspanning uit en reinig of
repareer de pomp.
•
Stel de motorbeveiligingschakelaar in op basis van
het nominale vermogen van de motor (I
typeplaatje.
Repareer of vervang het stuurstroomcircuit.
Oplossing
Vervang de contacten van de motorbeveiliging, de
magneetspoel of de gehele motorbeveiliging.
Controleer kabels en kabelaansluitingen op defecten en
vervang de zekeringen.
Herstel of vervang de motor.
Schakel de voedingsspanning uit en reinig of repareer
de pomp.
Stel de motorbeveiliging in op basis van het nominale
vermogen van de motor (I
Zie het typeplaatje.
Oplossing
Stel de motorbeveiligingschakelaar in op basis van het
nominale vermogen van de motor (I
Zie het typeplaatje.
Controleer kabels en kabelaansluitingen op defecten en
vervang de zekeringen.
•
Controleer kabels en kabelaansluitingen op defecten
en losse aansluitingen.
•
Controleer of de voedingskabel van de pomp correct
is gedimensioneerd.
Oplossing
•
Zet de schakelaar om.
). Zie
1/1
).
1/1
).
1/1
Advertenties
Inhoudsopgave
