10. Technische gegevens
10.1 Beschermingsklasse
•
IP55 (standaard)
•
IPx5 (met aftapplug van motor verwijderd).
10.2 Geluidsbelasting
De geluidsbelasting van de pompen is lager dan 70
dB(A).
10.3 Omgevingstemperatuur
Zelfaanzuigende pompen:
De vloeistoftemperatuur mag niet hoger
zijn dan 60 °C (140 °F).
Maximale
omgevingstemperatu
ur
3)
55 °C (131 °F)
3)
50 °C (122 °F)
45 °C (113 °F)
40 °C (104 °F)
3)
Geldt niet voor pompen met PSE-goedkeuring (pompen die
zijn goedgekeurd voor gebruik in Japan).
10.4 Maximale systeemdruk en toegestane vloeistoftemperatuur
Materiaalvariant
Gietijzer
(EN-GJL-200)
Roestvast staal
(EN 1.4301 / AISI 304)
Roestvrijstaal
(EN 1.4401 / AISI 316)
5)
Bij vloeistoftemperaturen lager dan 0 °C (32 °F) kan een hoger motorvermogen nodig zijn, vanwege de hogere viscositeit,
bijvoorbeeld wanneer u glycol aan het water hebt toegevoegd.
6)
CM-pompen voor het verpompen bij temperaturen lager dan -20 °C (-4 °F) zijn op verzoek verkrijgbaar. Neem contact op met
Grundfos.
7)
120 °C (248 °F) is alleen van toepassing als de pomp een AQQE-asafdichting heeft.
Vloeistoftemperatuur
3) 4)
90 °C (194 °F)
3) 4)
100 °C (212 °F)
4)
110 °C (230 °F)
4)
120 °C (248 °F)
Asafdichting
Toegestane vloeistoftemperatuur
-20 tot +40 °C
AVBx
41 tot 90 °C
AQQx
-20 tot +90 °C
-20 tot +40 °C
AVBx
41 tot 90 °C
6)
-20
tot +90 °C
AQQx
91 tot 120 °C
-20 tot +40 °C
AVBx
41 tot 90 °C
6)
-20
tot +90 °C
AQQx
91 tot 120 °C
4)
Alleen de RVS-variant (EN 1.4301/AISI 304) is geschikt
voor het verpompen van vloeistoffen met een temperatuur
hoger dan 90 °C (194 °F).
Als de omgevingstemperatuur hoger wordt dan 55
°C (45 °C voor pompen met PSE-goedkeuring), mag
de motor niet volledig worden belast vanwege het
risico op oververhitting. In dergelijke gevallen moet
u mogelijk het motorvermogen afwaarderen of een
krachtigere motor met een hoger nominaal vermogen
gebruiken. U kunt het vermogen van de CM-pompen
zonder verdere gevolgen afwaarderen afhankelijk van
de omgevingstemperatuur. Neem contact op met
Grundfos voor meer informatie.
P2
[%]
100
90
80
70
60
50
20
25
30
35
40
Afwaardering op grond van omgevingstemperatuur
(-4 tot +104 °F)
(105,8 tot 194 °F)
(-4 tot +194 °F)
(-4 tot +104 °F)
(105,8 tot 194 °F)
(-4 tot +194 °F)
7)
(195,8 tot 248 °F)
(-4 tot +104 °F)
(105,8 tot 194 °F)
(-4 tot +194 °F)
7)
(195,8 tot 248 °F)
45
50
55
60
65
70
75
t [°C]
5)
Maximale systeemdruk
10 bar
(145 psi)
6 bar
(87 psi)
10 bar
(145 psi)
10 bar
(145 psi)
6 bar
(87 psi)
16 bar
(232 psi)
10 bar
(145 psi)
10 bar
(145 psi)
6 bar
(87 psi)
16 bar
(232 psi)
10 bar
(145 psi)
80
19