rookgastemperatuur
maximaal storing
retourtemp. hoger dan ketelblok-
temperatuur
retourtemp. hoger dan aanvoertemperatuur De retourwatertemperatuur is hoger dan de aanvoertemperatuur.
luchtdruk spoelen niet bereikt luchtdruk
te laag
onvoldoende luchtdruk in branden trap 1
luchtdruk start weggevallen
luchtdruk start niet bereikt
onvoldoende luchtdruk in branden trap 2
te hoge luchtdruk in branden trap 1
LDS geeft signaal terwijl vent. uit is
vlamsimulatie op ionisatiepen 1
vlamsimulatie op ionisatiepen 2
Controleer:
- de ingestelde maximale rookgastemperatuur
(zie Par. 6.3.3, optie 4). Minimale instelling 15°C
boven de maximale retourwatertemperatuur.
- de afstelling van de ketel
- de ketel op vervuiling
De retourwatertemperatuur is hoger dan de ketelbloktemperatuur.
Controleer:
- of de ketelblok- en retoursensoren verwisseld zijn
- of de stromingsrichting door de ketel juist is
Controleer:
- of de aanvoer- en retoursensoren verwisseld zijn
- of de stromingsrichting door de ketel juist is
Tijdens spoelen wordt het vereiste minimale luchtdrukverschil over de
ketel niet bereikt.
Controleer:
- rookgasafvoer, luchttoevoer, ketel en/of sifon op
vervuiling
- diameter rookgasafvoer/luchttoevoer aan de hand
van de tabellen van Par. 5.6.
- meetslangen op vervuiling/vocht tijdens spoelen
- of de rookgasklep zich opent tijdens spoelen; zo niet,
controleer zekering in relaisblok aansturing
rookgasklep (6,3 AF).
Het luchtdrukverschil in lage belasting is te laag. Dit dient minimaal
50Pa te zijn.
Controleer:
- rookgasafvoer, luchttoevoer, ketel en/of sifon op
vervuiling
- ventilator, frequentieregelaar (zie Par. 9.9) en
luchtdruksensor
- meetslangen
- of de rookgasklep zich opent tijdens spoelen; zo niet,
controleer zekering in relaisblok aansturing
rookgasklep (6,3 AF).
Het luchtdrukverschil in hoge belasting is te laag.
Controleer:
- rookgasafvoer, luchttoevoer, ketel en/of sifon op
vervuiling
- ventilator, frequentieregelaar (zie Par. 9.9) en
luchtdruksensor
- meetslangen
- of de rookgasklep zich opent tijdens spoelen; zo niet,
controleer zekering in relaisblok aansturing
rookgasklep (6,3 AF).
Het luchtdrukverschil in lage belasting is te hoog.
- ventilator, frequentieregelaar (zie Par. 9.9) en
Controleer:
luchtdruksensor
Tijdens het uit bedrijf zijn van de ketel, wordt een te hoge stilstand-
strek gesignaleerd (>25 Pa).
Breng weerstand aan in de rookgasafvoer of de luchttoevoer.
Controleer aansluiting op LDS.
Controleer:
- of het gasklepcircuit onderbroken is
- of de pen niet tegen de brander aan ligt
39