afb. 06 Drukloze verdeler met ketelpompen, één ketel
DI.DIV.PD.00164
Voor nadere informatie over hydraulische schema's kunt
u terecht bij onze afdeling Sales support.
5.4 Voorschriften
Bij plaatsing en bij aansluiting van de Remeha Gas 6002
ECO dient rekening gehouden te worden met de vol-
gende voorschriften:
- NEN 2757: Toevoer van verbrandingslucht en afvoer
van rook van verbrandingstoestellen.
- NEN 1078: Eisen en bepalingsmethoden voor huis-
houdelijke gasleidinginstallaties.
- NPR 3378: Leidraad bij NEN 1078
- NEN 2078: Eisen voor industriële gasinstallaties.
- NEN 3028: Veiligheidseisen voor c.v.-installaties.
- NEN 1010: Veiligheidsbepalingen voor
laagspanningsinstallaties.
- Eventuele lokale voorschriften.
- Van toepassing zijnde gedeelten van het bouwbesluit
en brandweervoorschriften.
5.5 Condensatiewaterafvoer
Het uit de HR-ketel tredende condensatiewater, dat
gevormd wordt bij een retourtemperatuur lager dan ca.
55°C, dient naar het riool te worden afgevoerd. Gezien
de zuurgraad van dit condensatiewater (pH 3 tot 5) kun-
nen alleen harde P.V.C.-materialen als verbindingsleiding
worden toegepast. De condensatiewaterbakken van de
aluminium warmtewisselaars zijn voorzien van kunststof
afvoerleidingen met aan het uiteinde een P.V.C. sok Ø
32 mm inwendig. De (los meegeleverde) sifons dienen
aan de sokken te worden gelijmd m.b.v. normale P.V.C.-
lijm en meegeleverde knieën 90° P.V.C. Aansluiting naar
keuze links of rechts. De verbinding tussen sifons en
condensatiewaterafvoerleiding dient met P.V.C.-koppe-
lingen te worden uitgevoerd, i.v.m. een eventuele repa-
ratie. De condensatiewater afvoerende leiding dient een
afschot te hebben van minimaal 5 mm/m. Deze leiding
moet middels een sifon een vrije uitloop hebben op de
rioolaansluiting. Indien mogelijk moet deze sifon worden
geplaatst in een permanent 'nat' gedeelte van de riool-
aansluiting. Afvoeren van condensatiewater op een dak-
goot is niet toegestaan met oog op bevriezingsgevaar en
aantasting van de normaal toegepaste materiaalsoorten
voor dakgoten en regenwaterafvoersystemen.
5.6 Rookgasafvoer en luchttoevoer
5.6.1 Algemeen
De Remeha Gas 6002 ECO kan zowel open, als geslo-
ten worden uitgevoerd. Indien de ketel gesloten uitge-
voerd dient te worden, dient dit bij bestelling te worden
opgegeven. Bij deketel wordt dan een broekstuk voor
de luchttoevoeraanslui ting meegeleverd. Deze dient op
de ventilatoren te worden gemonteerd (afdekplaten op
bovenmantels verwijderen).
Uitmondingen:
Zie voor uitmondingen NEN 2757, NPR 3378 en/of NEN
2078.
- Open uitvoering:
Open toestellen betrekken de benodigde verbran-
dingslucht uit hun omgeving. Zie voor de geldende
voorschriften NEN 2757, NPR 3378 en/of NEN 2078.
Zie voor een rookgasafvoertabel voor de Remeha Gas
6002 ECO in open uitvoering Par. 5.6.3.
- Gesloten uitvoering:
Door toepassing van een luchttoevoerleiding verkrijgt
men een gesloten systeem. Het aantal plaatsings-
mogelijkheden binnen het gebouw neemt hierdoor toe,
terwijl er ten aanzien van de uitmondingsplaats minder
strenge eisen van toepassing zijn omdat luchttoevoer
en rookgasafvoer in hetzelfde drukgebied plaatsvinden.
14
Remeha
Gas 6002 ECO