Samenvatting van Inhoud voor REMEHA Gas 310 ECO PRO
Pagina 1
Nederland Installatie- en gebruikershandleiding Hoog rendement staande gasketel Gas 310 ECO PRO - Gas 610 ECO PRO...
Pagina 2
Geachte klant, Dank u voor de aanschaf van dit apparaat. Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u het product gebruikt en bewaar deze op een veilige plaats voor toekomstig gebruik. Om te zorgen voor een voortdurende veilige en goede werking, raden wij aan het product regelmatig te laten onderhouden.
1 Veiligheid Veiligheid Algemene veiligheidsinstructies Voor de installateur: Gevaar Indien u gas ruikt: 1. Gebruik geen vuur, rook niet, gebruik geen elektrische contacten of schakelaars (bel, verlichting, motor, lift, etc.). 2. Sluit de gasaanvoer af. 3. Open de ramen. 4. Spoor mogelijke lekkages op en dicht deze onmiddellijk af.
Pagina 7
1 Veiligheid Gevaar Indien u gas ruikt: 1. Gebruik geen vuur, rook niet, gebruik geen elektrische contacten of schakelaars (bel, verlichting, motor, lift, etc.). 2. Sluit de gasaanvoer af. 3. Open de ramen. 4. Ontruim de woning. 5. Neem contact op met een erkend installateur. Gevaar Indien u rookgassen ruikt: 1.
1 Veiligheid Opgelet Zorg dat de ketel wordt onderhouden. Neem contact op met een erkend installateur of sluit een onderhoudscontract af voor de servicebeurt van de ketel. Opgelet Er mogen alleen originele reserveonderdelen worden gebruikt. Belangrijk Controleer regelmatig of de verwarmingsinstallatie met water is gevuld en onder druk staat.
1 Veiligheid Waarschuwing Als het netsnoer beschadigd is, moet het worden vervangen door de fabrikant zelf, zijn dealer of vergelijkbare bekwame personen om gevaarlijke situaties te voorkomen. Waarschuwing Bij werkzaamheden aan de ketel, de ketel altijd spanningsvrij maken en de hoofdgaskraan sluiten.
Vervang beschadigde of onleesbare instructie- en waarschuwingsstickers onmiddellijk. Belangrijk Wijzigingen in de ketel mogen alleen uitgevoerd worden na schriftelijke toestemming van Remeha. Aansprakelijkheden 1.3.1 Aansprakelijkheid van de fabrikant Onze producten worden vervaardigd volgens de eisen van de verschillende van toepassing zijnde richtlijnen.
1 Veiligheid Overhandig alle handleidingen aan de gebruiker. 1.3.3 Aansprakelijkheid van de gebruiker Om het optimaal functioneren van het apparaat te garanderen moet u de volgende aanwijzingen in acht nemen: Lees de voorschriften van het apparaat in de meegeleverde handleidingen en neem deze in acht. Vraag de hulp van een erkend installateur voor de installatie en de uitvoering van de eerste inbedrijfstelling.
2 Over deze handleiding Over deze handleiding Aanvullende documentatie De ketel kan worden uitgerust met diverse bedieningspanelen. Het gekozen bedieningspaneel wordt geleverd met een bijbehorende handleiding. Gebruikte symbolen 2.2.1 In de handleiding gebruikte symbolen In deze handleiding worden verschillende gevarenniveaus gebruikt om aandacht op de bijzondere aanwijzingen te vestigen.
3 Technische specificaties Technische specificaties Goedkeuringen 3.1.1 Certificeringen Tab.1 Certificeringen CE-identificatienummer PIN 0063CL3613 NOx-klasse Type rookgasaansluiting (1) EN 15502–1 (2) Als een ketel wordt geïnstalleerd met een verbinding van het type B , dan wordt de IP-codering van de ketel verlaagd tot IP20. 3.1.2 Gaskeurlabels De ketel heeft diverse Gaskeurlabels.
Iedere ketel wordt voor het verlaten van de fabriek optimaal ingesteld en getest op: Elektrische veiligheid. Afstelling (O Waterdichtheid. Gasdichtheid. Parameterinstelling. Technische gegevens 3.2.1 Technische gegevens Gas 310 ECO PRO Tab.3 Algemeen Gas 310 ECO PRO Aantal leden Nominaal vermogen (Pn) (80/60°C) Nominaal vermogen (Pn) (50/30°C)
3 Technische specificaties Tab.8 Technische parameters Gas 310 ECO PRO Ketel met rookgascondensor Lagetemperatuurketel B1-ketel Ruimteverwarmingstoestel met warmtekrachtkoppeling Combinatieverwarmingstoestel Prated Nominale warmteafgifte Nuttige warmteafgifte bij nomi nale warmteafgifte en werking op hoge temperatuur Nuttige warmteafgifte bij 30% 87,6 109,5 132,0 van de nominale warmteafgifte en werking op lage tempera...
3 Technische specificaties Afmetingen en aansluitingen 3.3.1 Keteltype Gas 310 ECO PRO Afb.2 Afmetingen Gas 310 ECO PRO Ø 250 Ø 250 AD-0000485-01 Gas 310 ECO PRO 1833 mm 1833 mm 1833 mm 2142 mm 2142 mm 2142 mm 1635 mm...
3 Technische specificaties 3.3.2 Boiler type Gas 610 ECO PRO Afb.3 Afmetingen Gas 610 ECO PRO AD-0000509-01 Gas 610 ECO PRO 1000 1150 1300 1833 mm 1833 mm 1833 mm 2142 mm 2142 mm 2142 mm 1582 mm 1582 mm 1582 mm 1892 mm 1892 mm...
4 Beschrijving van het product Beschrijving van het product Algemene beschrijving De Gas 310 ECO PRO / Gas 610 ECO PRO is een staande gasketel met de volgende eigenschappen: Hoog rendement verwarming. Warmtewisselaar bestaande uit gietaluminium leden. Geringe uitstoot van verontreinigde stoffen.
(met 0 - 10 V aansturing). De pompinstellingen kunnen worden gewijzigd. Handleiding van het bedieningspaneel. Voor meer informatie, zie Analoge uitgang (Ctrl), pagina 46 Voornaamste componenten 4.3.1 Voornaamste componenten Gas 310 ECO PRO Afb.5 Gas 310 ECO PRO AD-0000521-01 1 Aanvoeraansluiting 21 Retourtemperatuursensor 2 Luchtdrukverschilschakelaar...
Keuringen aan deze stookinstallaties, moeten worden verricht door uitvoerders, die aan de minimale kwaliteitseisen voldoen, zoals SCIOS gecertificeerde uitvoerders. Wij hebben deze gecertificeerde monteurs in dienst. De volgende diensten kunnen door Remeha op aanvraag worden uitgevoerd: Eerste of bijzondere inspectie (EBI)
AD-0000487-01 5.2.2 Plaatsen van de ketel Gas 310 ECO PRO Bepaal de juiste plaats voor montage van de ketel aan de hand van de richtlijnen en de benodigde opstellingsruimte. Houd bij de bepaling van de juiste opstellingsruimte rekening met de toegestane positie van de rookgasafvoeruitmonding en/of luchttoevoeruitmonding.
Pagina 27
Draai de stelbouten uit, zodra de ketel op de 21,5 bestemde plek staat. De afbeelding geeft het steunoppervlak van de ketel weer (dit is de positie van de stelbouten). Tab.14 Afmeting A (mm) Gas 310 ECO PRO A (mm) 1032 1032 1032 87,5 AD-0000486-01 125466 - v.11 - 18122018...
Afb.10 Benodigde ruimte AD-0000506-02 Voor de afmetingen van C: Keteltype Gas 310 ECO PRO, pagina 19 5.2.3 Plaatsen van de ketel Gas 610 ECO PRO Bepaal de juiste plaats voor montage van de ketel aan de hand van de richtlijnen en de benodigde opstellingsruimte.
Pagina 29
5 Voor de installatie Gevaar Het is verboden om, zelfs tijdelijk, brandbare producten en stoffen in de ketel of in de buurt van de ketel op te slaan. Opgelet De ketel moet in een vorstvrije ruimte geïnstalleerd worden. Bij de ketel moet een geaarde elektrische aansluiting aanwezig zijn.
5 Voor de installatie Afb.13 Benodigde ruimte AD-0000511-02 Voor de afmetingen van C: Boiler type Gas 610 ECO PRO, pagina 20 5.2.4 Bedieningspaneel draaien Het bedieningspaneel zit standaard aan de voorzijde, maar kan eenvoudig gedraaid worden naar de korte zijde. 125466 - v.11 - 18122018...
8. Plaats de beschermkap terug. 9. Draai de 4 bevestigingsschroeven aan de zijkant weer vast. 3 2x 90º AD-0000523-01 Transport Afb.15 Ketelverpakking Tab.16 Afmeting ketelverpakking Gas 310 ECO PRO L (mm) 1920 1920 1920 2230 2230 2230 1789 Belangrijk Voor de ketels Gas 610 ECO PRO: De beschreven eigenschappen en instructies gelden per ketelmodule.
Pagina 32
Het framedeel aan de kant van het bedieningspaneel Zie tekening en tabel voor de afmetingen en gewicht van het grootste overgebleven transportdeel (framedeel met warmtewisselaar en wateraansluitingen). Tab.17 Afmeting en gewicht ketel 1107 Gas 310 ECO PRO L (mm) Gewicht (kg) 1160 1160 1160 1469...
6 Installatie Installatie Algemeen Waarschuwing De installatie van de ketel moet door een erkend installateur worden uitgevoerd volgens de plaatselijk en nationaal geldende regelgeving. Wateraansluitingen 6.2.1 Doorspoelen van de installatie Voordat een nieuwe ketel op een bestaande of nieuwe installatie kan worden aangesloten, moet de gehele installatie grondig worden gereinigd en doorgespoeld.
6 Installatie Opgelet Volg bij gebruik van kunststof leidingen de (aansluit) aanwijzingen van de fabrikant op. 6.2.3 Aansluiten van de condensatie-afvoerleiding Belangrijk Voor de ketels Gas 610 ECO PRO: de beschreven eigenschappen en instructies gelden per ketelmodule. 1. Monteer een kunststof afvoerpijp op de sifon Ø 32 mm of groter, uitkomend op het riool.
6 Installatie Volg de lokaal geldende voorschriften bij het aansluiten van de rookgasafvoer- en luchttoevoerleidingen van de ketel. De diameters van de leidingen moeten bepaald worden volgens de in het land geldende normen. De totale weerstand van rookgasafvoer en luchtinlaat mag niet groter zijn dan de maximaal toelaatbare weerstand.
(zeer) stoffige ruimte, gebruik dan het luchttoevoerfilter (accessoire). Bij blootstelling van de ketel aan bouwstof is de toepassing van het luchttoevoerfilter verplicht. Afb.20 Open uitvoering Gas 310 ECO PRO L Lengte van het afvoerkanaal, tot aan dakdoorvoer Rookgasafvoer Tab.20 Maximale lengte voor open uitvoering...
Pagina 37
6 Installatie Maximale lengte L (in meters) Gas 310 ECO PRO Ø 150 mm Ø 180 mm Ø 200 mm Ø 250 mm (1) Berekend met starre buis en uitmonding zonder kap ( "vrije" opening) Afb.21 Open uitvoering Gas 610 ECO PRO...
ECO PRO Aansluiting rookgasafvoer Aansluiting luchttoevoer Tab.24 Maximale lengte in verschillende drukgebieden Maximale lengte L (in meters) Gas 310 ECO PRO Ø 250 mm AD-0000558-01 (1) Berekend met starre buis en bochtstuk 90° en uitmonding zonder kap ( "vrije" opening) Afb.25...
6 Installatie betreffende materiaal. Controleer na montage tenminste alle rookgasvoerende en luchtvoerende delen op dichtheid. Waarschuwing Het niet volgens de voorschriften installeren van de rookgasafvoer- en luchttoevoermaterialen (niet lekdicht, niet correct gebeugeld, et cetera), kan tot gevaarlijke situaties leiden en/of lichamelijk letsel tot gevolg hebben. Zorg voor voldoende afschot van de rookgasafvoerleiding richting de ketel (minimaal 50 mm per meter) en voor voldoende condensopvang en afvoer (minimaal 1 m voor de uitmonding van de ketel).
6 Installatie Opgelet De leidingen moeten rookgasdicht en corrosiebestendig zijn. De luchttoevoerleiding moet glad en afgebraamd zijn. Sluit de leidingen spanningsvrij aan. Maximale beugelafstand bij verticale leidingen is 2 m. Maximale scheefstand van verticale leidingen is 20 mm per meter. De leidingen mogen niet steunen op de ketel of de luchttoevoeradapter.
Pagina 41
2 Voorbedraad in de ketel (PW) 3 Hoofdzekering (F2) 4 Drie-aderig netsnoer (M) Opgelet Bestel een vervangend netsnoer altijd bij Remeha. De voedingskabel mag alleen door Remeha of een door Remeha Mains ON/OFF PUMP gecertificeerde installateur vervangen worden. Bij vaste aansluiting van het netsnoer dient altijd voor de ketel een dubbelpolige hoofdschakelaar te worden aangebracht met een contactopening van ten minste 3 mm.
6 Installatie 6.5.4 Toegang tot de aansluitconnectoren Afb.27 Toegang tot de aansluitconnectoren Op de standaard besturingsprint PCU-06 zit de beveiligingsprint SU aangesloten die de ketel beveiligt. Op de standaard besturingsprint kunnen diverse thermostaten en regelaars worden aangesloten. Belangrijk Boven het bedieningspaneel is een vrije ruimte nodig van 20 cm om de voorklep volledig open te klappen.
Pagina 43
6 Installatie Aansluiten modulerende thermostaat Afb.29 Aansluiten modulerende De ketel is standaard voorzien van een OpenTherm aansluiting. Hierdoor thermostaat kunnen zonder verdere aanpassingen modulerende OpenTherm thermostaten worden aangesloten. 1. In het geval van een ruimtethermostaat: monteer de thermostaat in een referentieruimte. 2.
6 Installatie Aansluiten circulatiepomp Afb.32 Pump aansluiting De ketel wordt zonder pomp geleverd. Het is mogelijk om een externe CV pomp aan te sluiten: 1. Sluit een externe CV pomp aan op de klemmen Pump van de aansluitconnector. Het maximum opgenomen vermogen mag 300 VA zijn. Voor meer informatie over de aansturing van een modulerende pomp: Mains ON/OFF...
6 Installatie 6.5.6 Besturingsprints Afb.34 Openen behuizing voor De besturingsprints worden in de behuizing voor besturingsprints achter besturingsprints het bedieningspaneel geplaatst. 1. Draai de 4 bevestigingsschroeven aan de zijkant van het bedieningspaneel los. 2. Verwijder de beschermkap. 3. Open de voorklep. 4.
Pagina 46
6 Installatie Aansluiten hydraulische klep (HdV) Afb.37 HdV aansluiting Een hydraulische klep voorkomt, bij cascadetoepassing, dat de warmte in het toestel verloren gaat als deze niet in bedrijf is. 1. Sluit de hydraulische klep aan op de klemmen HdV van de klemmenstrook.
Pagina 47
6 Installatie Aansturing 0-10V Wilo installatiepomp Afb.42 Wilo pomp 1 Maximaal toerental van de pomp 2 Minimaal toerental van de pomp 3 De pomp is uitgeschakeld R Toerental van de pomp U Uitgangssignaal (V) Tab.28 Uitgangssignaal Uitgangssignaal (V) Omschrijving <1 Pomp uit 1 - 2 Hysterese...
Pagina 48
6 Installatie Tab.32 Regeling op temperatuur (°C) Jumper 2 Ingangssignaal (V) Temperatuur °C Omschrijving 0 – 1,5 0 – 15 Ketel uit 1,5 – 1,8 15 – 18 Hysterese 1,8 – 10 18 – 100 Gewenste tempera tuur Het 0 - 10 V signaal regelt de ketelaanvoertemperatuur. Deze regeling is modulerend op de aanvoertemperatuur.
Pagina 49
Gps (zie onderstaande tabel). Tab.34 Instelling minimum gasdrukschakelaar AD-0000555-01 Gas 310 ECO PRO Minimale waarde (mbar) 1. Sluit de minimum gasdrukschakelaar aan op de klemmen Gps van de aansluitconnector 2. Stel de aanwezigheid van de gasdrukschakelaar in met behulp een parameterinstelling.
6 Installatie 2. Stel de aanwezigheid van de gaslekcontrole in met behulp een parameterinstelling. Handleiding van het bedieningspaneel. Installatie vullen 6.6.1 Waterkwaliteit en waterbehandeling In veel gevallen kunnen de ketel en CV-installatie gevuld worden met normaal leidingwater en zal waterbehandeling niet noodzakelijk zijn. De kwaliteit van het CV-water moet voldoen aan bepaalde grenswaarden, die te vinden zijn in het Waterkwaliteitsvoorschrift.
7 Inbedrijfstelling Inbedrijfstelling Controlelijst vóór inbedrijfstelling Waarschuwing Stel de ketel niet in bedrijf als de aangeboden gassoort niet overeenkomt met de toegestane gassoorten. 1. Controleer of de geleverde gassoort overeenkomt met de gegevens op het typeplaatje van de ketel. 2. Controleer het gascircuit. 3.
7 Inbedrijfstelling Inbedrijfstellingsprocedure Waarschuwing De eerste inbedrijfstelling moet worden uitgevoerd door een erkend installateur. Bij gebruik van een ander type gas moet de ketel aangepast worden voordat de ketel aangezet wordt. Aanpassing aan een ander type gas, pagina 52 1. Open de hoofdgaskraan. 2.
2. Vergelijk de gemeten waarde met de controlewaarden in de tabel. Tab.36 Controle- en instelwaarden O bij vollast voor G25 (L-gas) Waarden bij vollast voor G25 (L-gas) Gas 310 ECO PRO 4,3 - 4,8 Gas 610 ECO PRO 4,3 - 4,8 (1) Nomimale waarde Tab.37...
7 Inbedrijfstelling Tab.38 Controle- en instelwaarden O bij vollast voor G25.3 (K-gas) Waarden bij vollast voor G25.3 (K-gas) Gas 310 ECO PRO 4,0 - 4,6 Gas 610 ECO PRO 4,0 - 4,6 (1) Nomimale waarde Opgelet De O waarden bij vollast moeten lager zijn dan de O waarden bij laaglast.
7 Inbedrijfstelling Tab.39 Controle- en instelwaarden O bij laaglast voor G25 (L-gas) Waarden bij laaglast voor G25 (L-gas) Gas 310 ECO PRO - 5,4 Gas 610 ECO PRO - 5,4 (1) Nominale waarde Tab.40 Controle- en instelwaarden O bij laaglast voor G20 (H-gas)
Pagina 56
7 Inbedrijfstelling 3. Verzegel het gasblok. 4. Indien gemonteerd: controleer de instelling van de minimum gasdrukschakelaar Gps. De drukschakelaar moet ingesteld staan op 10 mbar. 5. Indien gemonteerd: controleer de instelling van de drukschakelaar voor gaslekcontrole Vps. De drukschakelaar moet ingesteld staan op 50% van de toevoerdruk (maximaal 40 mbar).
8 Werking Werking Gebruik van het bedieningspaneel Belangrijk Voor de bediening van de ketel Gas 610 ECO PRO: elke module heeft zijn eigen bedieningspaneel voor uitgebreide bedieningsinformatie: Handleiding van het bedieningspaneel Hierin staat ondermeer informatie over het wijzigen en uitlezen van parameters, de betekenis van storingscodes en het wissen van het storingsgeheugen.
Pagina 58
8 Werking Opgelet De vorstbeveiliging werkt niet als de ketel buiten bedrijf is. De ketelbeveiliging is slechts een beveiliging voor de ketel niet voor de installatie. 125466 - v.11 - 18122018...
9 Instellingen Instellingen Parameters wijzigen De bedieningsautomaat van de ketel is ingesteld op de meest voorkomende CV-installaties. Met deze instellingen zal praktisch elke CV- installatie goed werken. De gebruiker of de installateur kan de parameters naar eigen wens optimaliseren. Handleiding van het bedieningspaneel. Opgelet Wijziging van fabrieksinstellingen kan de werking van de ketel nadelig beïnvloeden.
10 Onderhoud 10 Onderhoud 10.1 Algemeen De gietaluminium/silicium warmtewisselaar vormt het hart van de ketel. In combinatie met de speciale geometrische vorm, blijft de rookgaszijdige verontreiniging beperkt. Desondanks adviseren wij om de rookgaszijde van de warmtewisselaar grondig te reinigen tijdens de jaarlijkse inspectie- en onderhoudsbeurt.
4. Vergelijk de gemeten waarden met de controlewaarden in de tabel Tab.42 Minimale waarden gasvoordruk op meetpunt 2 gasblok Gas 310 ECO PRO Minimale waarde (mbar) 5. Indien de gemeten waarde lager is dan de controlewaarde, reinig of vervang dan het gasfilter.
10 Onderhoud Voor meer informatie, zie Controle en instelling van de verbranding, pagina 53 10.2.8 Controle van de luchttoevoerslang Afb.62 Luchttoevoerslang 1. Ontkoppel de slang aan de luchtkastzijde door losdraaien van de bajonetsluiting. 2. Controleer de slang op beschadiging en vervuiling. 3.
10 Onderhoud 10.2.11 Controle van de luchtdrukverschilschakelaar PS Controle van de luchtdrukverschilschakelaar + zijde Afb.65 + zijde luchtdrukverschilschakelaar 1. Zet de ketel uit. 2. Haal de siliconenslang aan de + zijde (P1) van de luchtdrukverschilschakelaar los. 3. Neem een grote plastic injectiespuit en sluit met een slang op de mond een T-stuk aan.
10 Onderhoud Controle van de luchtdrukverschilschakelaar – zijde Afb.66 – zijde luchtdrukverschilschakelaar 1. Maak de siliconenslang aan de + zijde (P1) van de luchtdrukverschilschakelaar vast. 2. Haal de siliconenslang aan de - zijde (P2) van de luchtdrukverschilschakelaar los. 3. Sluit op één kant van het T-stuk met een slang de - zijde aan van de luchtdrukverschilschakelaar.
10 Onderhoud 10.2.12 Controle van de gaslekcontrole VPS Controle VPS op lekkage Afb.67 Controle VPS op lekkage 1. Zet de ketel uit. 2. Draai de gaskraan van de ketel dicht. 3. Maak de gasleiding drukloos door de schroef in het meetpunt P1 los te schroeven.
10 Onderhoud Controle VPS op schakelwaarde Afb.68 Controle VPS op schakelwaarde 1. Maak het gasblok drukloos; verwijder hiervoor de slang die op het meetpunt 3 van het gasblok is aangesloten (aan de tegenovergestelde kant van de VPS drukschakelaar). 2. Wacht circa 10 seconden en sluit dan de losgenomen slang weer aan 5/6/7/8/9 op het meetpunt 3 van het gasblok.
Als de gemeten druk lager is, stel dan de gasdrukschakelaar in op de juiste waarde of vervang deze. Tab.43 Minimum waarde gasdrukschakelaar 5/6/7/8/9 Gas 310 ECO PRO Minimale waarde (mbar) X mbar ≤ 10.0 AD-0000543-01 10.3...
10 Onderhoud 10.3.1 Algemeen Gevaar Onderbreek de elektrische voeding van de ketel. Sluit de gasaanvoer af. Opgelet Vervang bij inspectie- of onderhoudswerkzaamheden altijd alle pakkingen van de gedemonteerde onderdelen. 10.3.2 Reiniging van de ventilator en de venturi Afb.70 Reiniging van de ventilator en de 1.
10 Onderhoud 10.3.3 Reiniging en inspectie van de terugslagklep Afb.71 Controle van de terugslagklep 1. Verwijder de elektrische aansluitingen van de ventilator. Duw hiervoor de veiligheidsschuifjes aan beide kanten van de voedingsstekker helemaal naar achteren (bijvoorbeeld met een kleine schroevendraaier). 2.
10 Onderhoud 10.3.5 Reiniging van het gasfilter Afb.73 Reiniging van het gasfilter Belangrijk De 5 tot en met 9 leden ketels worden geleverd met een ander gasblok dan de 10 leden ketel. 1. Demonteer het gasfilter. 2. Voer een visuele controle uit. 3.
10 Onderhoud 10.3.6 Reiniging van de brander Afb.74 Reiniging van de brander 1. Draai de moeren van de adapter los en verwijder de adapter. 2. Til de brander uit de warmtewisselaar. 3. Controleer de brander en reinig eventueel zonder contact (bijvoorbeeld met perslucht tussen 2 en 5 bar: neem een afstand van minimaal 1 cm tot aan het branderoppervlak in acht).
10 Onderhoud 10.3.8 Reiniging van de warmtewisselaar Afb.76 Reiniging van de warmtewisselaar 1. Draai de moeren los van het inspectieluik van de warmtewisselaar. 2. Neem het inspectieluik van de warmtewisselaar en verwijder het isolatiedoek. Het isolatiedoek kan kleven aan de warmtewisselaar. Voorkom dat het isolatiedoek beschadigt of scheurt.
10 Onderhoud Afb.77 Reiniging van de condensbak 1. Maak de beide afdichtingsdoppen van de condensbak los (voor en achter de rookgasafvoeraansluiting). 2. Reinig de condensbak grondig met water. Spoel elke zijde van de condensbak minimaal 5 minuten door met een zo groot mogelijke waterstroom.
10 Onderhoud 10.3.11 Montage van de brander Afb.79 Montage van de brander 1. Monteer de brander. Belangrijk De brander heeft 2 uitsparingen aan de voorzijde. Positioneer deze op de 2 steunpennen bij de branderopening. 2. Monteer de nieuwe ionisatie- en ontstekingselektrode. 3.
Pagina 75
10 Onderhoud 11. Controleer de verbranding. 12. Controleer de gasaansluitingen tussen gasblok en venturi op dichtheid. 13. Ontlucht de CV-installatie. 125466 - v.11 - 18122018...
Handleiding van het bedieningspaneel. Belangrijk De storingscode is belangrijk voor het correct en snel opsporen van de aard van de storing en bij eventuele ondersteuning door Remeha. 11.1.1 Blokkering Een (tijdelijke) blokkering is een status van de ketel, als gevolg van een ongewone toestand.
Pagina 77
11 Bij storing Voor toegang tot het storingsgeheugen moet de toegangscode worden ingevoerd. 125466 - v.11 - 18122018...
12 Verwijdering 12 Verwijdering 12.1 Verwijdering/recycling Belangrijk Het verwijderen en afvoeren van de ketel moeten door een gekwalificeerd persoon worden uitgevoerd volgens de plaatselijk en nationaal geldende regelgeving. Ga als volgt te werk om de ketel te verwijderen: 1. Onderbreek de elektrische aansluiting van de ketel. 2.
13 Bijlage 13 Bijlage 13.1 ErP-informatie 13.1.1 Productkaart Tab.44 Productkaart Remeha - Gas 310 ECO PRO Seizoensgebonden energie-efficiëntieklasse voor ruimteverwarming (Prated of Psup) Nominale warmteafgifte Seizoensgebonden energie-efficiëntie voor ruimteverwarming Jaarlijks energieverbruik Geluidsvermogensniveau L binnen Voor specifieke voorzorgsmaatregelen voor assemblage, installatie en onderhoud: Veiligheid, pagina 6 13.2...