10
INBEDRIJFSTELLINGSVOORSCHRIFT
10.1 Technische gegevens
Besturingseenheden:
Aansluitspanning:
Minimale ionisatiestroom:
Reactietijd vlambeveiliging:
Begrenzingstijd:
Max. toelaatbare omgevingstemp.: 60°C
Aantal startpogingen:
Uitschakeldrukverschil:
De besturingseenheden zijn fase/nul-gevoelig.
Elk bedieningspaneel bevat een alfanumeriek LCD-ven-
ster. Op dit venster kan de gehele startcyclus worden
gevolgd. De besturingseenheid herkent, via een code-
connector (ketelherkenningsconnector), automatisch de
uitvoering van de ketel. Bij de eerste inbedrijfstelling zal
de besturingseenheid aangeven de keteluitvoeringscode
te herkennen (zo niet: zie Storingstabellen in Par. 11.2),
maar wij willen u toch vragen deze uitvoering te controle-
ren aan de hand van de op de ketel geplakte keteluitvoe-
ringsstickers (naast elke typeplaat achter de frontmantels
zie afb. 16). Zie ook punt 9, Par. 10.2.
Let op:
Indien de ketel open is uitgevoerd (verbrandingslucht
vanuit de ruimte) en hij tijdens een bouwfase reeds in
bedrijf gesteld wordt, dient voorkomen te worden, dat
de ketel grote hoeveelheden bouwstof aanzuigt. B.v.
door toepassing van luchttoevoerfilters (verkrijgbaar bij
Remeha). Dit om vervuiling van de branders te voorkomen.
10.2 Inbedrijfstellen per ketelmodule
Zorg ervoor dat de andere ketelmodule buiten bedrijf is.
1. Demonteer front- en bovenmantel, evenals de boven-
ste zijmantel, aan de kant van de aansluitingen.
2. Controleer de gasaansluitingen.
3. Controleer de elektrische aansluitingen, Fase-Nul-
Aarde (bij foutieve aansluiting wordt dit op de display
weergegeven).
4. Controleer het waterniveau.
5. Controleer de voorinstellingen van de V- en N-rege-
laars (zie afb. 19) en stel deze zonodig bij overeen-
komstig tabel 09.
Gaskwaliteit
L-Gas
H-Gas
tabel 09 Voorinstelling V- en N-regelaars
6. Sluit een dp -meter aan tussen de meetpunten pG
en pF (zie afb. 18).
7. Schakel de circulatiepomp in en controleer de monta-
gestand en draairichting.
Remeha mbc 3.0
230 V-50 Hz
1 µA DC
1 sec.
3 sec.
5
50 Pa.
Regelaars
N
V
0
1,3
0
1,0
8. Schakel de voeding naar de ketel in.
9. Schakel de hoofdschakelaar in het bedieningspaneel in.
10. Alleen bij de eerste inbedrijfstelling: Kies de taal
waarin de teksten op het display dienen te verschij-
nen m.b.v. de 'Á'- en 'Â'-toetsen en bevestig met de
'e'- toets. Controleer de uitvoering van de ketel. Op
het display van de besturingseenheid verschijnen,
verdeeld over een aantal menu's, de uitvoeringsspe-
cificaties van de ketel. Vergelijk deze met de speci-
ficaties zoals vermeld op de keteluitvoeringssticker
(naast de typeplaat achter de frontmantels, afb. 16).
Door steeds na controle van de in een bepaald menu
vermelde specificaties de juistheid te bevestigen met
de 'e'- toets, loopt u door de verschillende menu's,
tot u bij het hoofdmenu komt (zie Par. 6.3).
afb. 16 Keteluitvoeringssticker
00.30H.01.00038 (nederlandse)
11. Ga naar het serviceniveau, door d.m.v. de 'x' -toets
door de gebruikersmenu's te lopen, voer m.b.v. de
'Á'- en 'Â'-toetsen de code 00 12 in en bevestig met
de 'e'- toets.
12. Kies nu voor de optie "Service tests" m.b.v. de
'Â'-toets en bevestig met de 'e'- toets.
De cursor kan op de volgende mogelijkheden worden
gezet:
1.
Start ketel
2.
Start ventilator
3.
Start ontsteking
Stel de cursor op "Start ontsteking" m.b.v. de
'Â'-toets en bevestig met de 'e'- toets. De ketel zal
nu met gesloten gaskraan een startpoging simuleren.
Controleer, via het kijkglas in het eindlid, of de ont-
stekingsvonk goed zichtbaar is (indien niet, positie
ontstekingselektrode controleren).
13. Stel na deze controle de cursor op "Start ventilator"
en bevestig met de 'e'- toets. De ventilator komt
nu in bedrijf. Schakel de ventilator naar maximum
toerental, door met de cursor naar deze keuzemoge-
lijkheid te gaan en te bevestigen met de 'e'- toets.
Toets hierna de 'x' -toets in. Selecteer nu de keu-
33