De ingangsweerstand van de analoge ingang bedraagt
ca. 10 kW. Zie ook het elektrisch schema in Par. 9.10.
Dit signaal vertegenwoordigt standaard het inschakel-
commando en de gewenste aanvoertemperatuur volgens
de grafiek in afb. 11.
A3. Aansturing via de RS 232-bus
Kies in het service-niveau voor 'Ketelbesturing: computer'
(zie Par. 6.3.3). Nu kan men via een PC of een ander
intelligent besturingssysteem het inschakelcommando en
de gewenste aanvoertemperatuur genereren. Meer infor-
matie over de RS 232-communicatie in het op aanvraag
verkrijgbare informatieblad. Indien een modulerende
rematic
®
regeling wordt toegepast, waarop elke ketel-
module bedradingstechnisch is voorbereid, dient ook
voor de 'Interne regeling' te worden gekozen en 'Ketel-
besturing: computer'.
B. De externe regeling
Schakel de interne regeling uit door in het serviceniveau
(zie Par. 6.3.3) de optie 'Ketelregeling: extern' te kiezen.
Nu kan rechtstreeks de belasting bepaald worden d.m.v.
twee aanstuurmogelijkheden:
B1. Aansturing via een analoog signaal
Kies in het serviceniveau voor 'Ketelbesturing: analoog'
(zie Par. 6.3.3).
Nu dient een analoog signaal van 0-10V aangesloten te
worden, op de klemmen 27 (-) en 28 (+) van de klemmen-
strook in het schakelpaneel (bevindt zich achter de
frontmantel, aan de zijde van de aansluitingen) en wordt
middels bijgaand symbool aangeduid:
De ingangsweerstand bedraagt ca. 10 KW. Zie ook het
elektrisch schema in Par. 9.10. Dit signaal vertegenwoor-
digt het inschakelcommando en de gewenste belasting
volgens de grafiek in afb. 12.
B2. Aansturing via de RS 232-bus
Kies in het service-niveau voor 'Ketelbesturing: computer'
(zie Par. 6.3.3). Nu kan men via een PC of een ander
intelligent besturingssysteem het inschakelcommando en
de gewenste belasting genereren.
Meer informatie over de RS 232-communicatie in het op
aanvraag verkrijgbare informatieblad.
10.5.3 Twee- of viertraps bedrijf
Wanneer een regeling wordt toegepast zonder mogelijk-
heden voor modulerende aansturing, kan de ketel ook
twee- of viertraps worden bestuurd. Nu kan geen gebruik
worden gemaakt van de interne PI-regelaar. Schakel
de interne regeling uit door in het service-niveau van
elke ketelmodule (zie Par. 6.3.3) de optie 'Ketelregeling:
extern' te kiezen. Elke ketelmodule kan nu bestuurd wor-
den via twee potentiaalvrije contacten. Het commando
voor de eerste trap van elke ketelmodule dient aange-
sloten te worden op de klemmen 23 en 24, aangegeven
middels symbool:
È
en voor de tweede trap op de klemmen 25 en 26 van de
klemmenstrook in het schakelpaneel (bevindt zich achter
de frontmantel, aan de zijde van de aansluitingen), aan-
gegeven middels symbool:
É
De spanning voor deze ingang wordt door de ketel gele-
verd en bedraagt 24V DC. De stroom door de contacten
bedraagt ca. 6 mA. Zie ook het elektrisch schema in
Par. 9.10. Voor een tweetraps besturing dienen de com-
mando's voor de eerste en tweede trap van de ene ketel-
module doorgelust te worden naar die van de andere.
9.6 Aansluitingen
9.6.1 Overige ingangen
Algemeen:
Alle ingangen (m.u.v. de analoge ingangen) worden van-
uit de ketel gevoed met een spanning van 24V DC.
De stroom bedraagt circa. 6 mA per ingang. Geen enkele
aansluiting mag op enige wijze worden verbonden met
de fase, nul of aarde van het lichtnet. Alle aansluitingen
dienen te gebeuren met potentiaalvrije contacten.
9.6.2 Blokkerende ingangen
Elke besturing is voorzien van twee ingangen die de
ketelmodule blokkerend uitschakelen. Deze ingangen
kunnen bijvoorbeeld gebruikt worden in combinatie
met de eindschakelaars van smoorkleppen, minimum
gasdrukschakelaars e.d.. Blokkerende ingang 1 is uit-
gevoerd op klem 29 en 30 en blokkerende ingang 2 is
aangebracht op klem 31 en 32. Het symbool voor beide
ingangen is:
Ê
Wanneer men een van de ingangen wil gebruiken dient
men de aanwezige draadbrug eerst te verwijderen.
Zolang de ingang geopend is, zal het display een des-
betreffende melding geven totdat het contact gesloten is.
9.6.3 Vergrendelde ingang
Elke besturing is voorzien van een ingang die de ketel-
module vergrendeld. Deze ingang kan bijvoorbeeld
gebruikt worden in combinatie met een maximum gasdruk-
schakelaar e.d.. De vergrendelende ingang is uitgevoerd
op klem 33 en 34. Het symbool voor deze ingang is:
Ï
Wanneer men deze ingang wil gebruiken dient men de
aanwezige draadbrug eerst te verwijderen. Zolang de
ingang geopend is zal een vergrendeling optreden en zal
28
Remeha
Gas 6002 ECO