zemogelijkheid "Service instellingen" en druk op de
'e'- toets. Druk vervolgens op de 'x' -toets, selec-
teer "Luchtdrukinstellingen" en bevestig met de 'e'-
toets. Stel nu m.b.v. de 'Á'- toets de maximale airflow
in op 900 Pa. De ventilator zal nu optoeren en trach-
ten deze 900 Pa te bereiken. Controleer dit, door een
aantal malen op de 'x' -toets te drukken, totdat het
menu verschijnt waarop het luchtdrukverschil af te
lezen is. Indien deze waarde van 900 Pa niet bereikt
wordt, geeft dit aan dat de weerstand in luchttoevoer
en rookgasafvoer te hoog is. (Controleer in dit geval
de diameter van rookgasafvoerleiding en eventueel
luchttoevoerleiding aan de hand van de tabellen van
Par. 5.6. Raadpleeg eventueel onze afdeling Sales
support). Breng hierna m.b.v. de 'Â'-toets de maxi-
mum airflow terug op de normale waarde van 840
Pa. Stel de minimum airflow vervolgens in op 110 Pa
voor een minimale belasting van 33% per module.
14. Vervolgens test u de openingdruk van het gasblok.
Open de gashoofdkraan (gasleiding ontluchten) en
trek de bougiedop van de ontstekingselektrode. Ga
door een aantal malen op de 'x' -toets te druk-
ken terug naar het menu met de keuzemogelijheid
'Service tests' en selecteer deze. Selecteer nu 'Start
ketel' en bevestig met de 'e'- toets. De ketel doet
nu een startpoging zonder ontsteking. Zodra de gas-
klep wordt geopend kan de instelling van het gasblok
m.b.v. de dp-meter worden afgelezen. Deze dient
tussen de 1 en 3 mbar te liggen. Indien u een hogere
druk afleest, dan de N-regelaar in negatieve richting
verstellen. Na de ketel gereset te hebben, de pro-
cedure herhalen. Zodra een instelling tussen 1 en 3
mbar wordt afgelezen, is een juiste voorinstelling van
de gas-/luchtmengverhouding verkregen. Steek de
bougiedop nu weer op de ontstekingselektrode. Ga,
na de ketel gereset te hebben, vervolgens opnieuw
naar het menu met de optie 'Service tests', selecteer
deze en bevestig met de 'e'- toets.
15. De cursor staat nu op keuzemogelijkheid 'Start ketel'
Druk op de 'e'- toets. Het volgende zal nu plaats-
vinden: De besturingseenheid start vanuit de rust-
toestand. Na een interne controle en een controle
van het luchtdrukverschil, wordt de ventilator gestart.
Zodra het luchtdrukverschil voldoende hoog is, start
de voorspoeltijd. De ventilator spoelt nu gedurende
30 sec. in vollast voor. Vervolgens wordt de ventilator
teruggeregeld naar deellast. De voorontsteking wordt
gegeven en de gasklep geopend. Als aan het einde
van de begrenzingstijd voldoende vlamsignaal aan-
wezig is (het overlopen van de vlam wordt gecon-
troleerd door een tweede ionisatie-elektrode) komt
de ketel in deellast (minimale belasting) in bedrijf
en schakelt vervolgens over naar vollast (maximale
belasting).
16. Meet het drukverschil (dp lucht) tussen de meet-
punten pL en pF (zie afb. 18). Vergelijk de gemeten
waarde met de waarde uit de tabel op de ketel, die
zich achter de frontmantel naast de typeplaat bevindt
(zie voorbeeld afb. 17). Het drukverschil mag niet
meer afwijken dan de in de tabel aangegeven tole-
rantie. Als deze toch meer afwijkt dient de oorzaak
gezocht te worden in de luchttoevoer of in de rook-
gasafvoerleiding (zie voor min. toe te passen diame-
ters Par. 5.6).
REMEHA
INSTELLING/ADJUSTMENT/EINSTELLUNG/REGLAGE
G 20 - 2000 Pa WO=14.8 kWh/m³ (53.28 MJ/m³)
p (pG-pF)
GAS/GAZ [Pa]
VOLLAST/HIGH/2.ST./2.ALL.
DEELLAST/LOW/1.ST./1.ALL.
G 25 - 2500 Pa WO=12.2 kWh/m³ (43.92 MJ/m³)
p (pG-pF)
GAS/GAZ [Pa]
VOLLAST/HIGH/2.ST./2.ALL.
DEELLAST/LOW/1.ST./1.ALL.
afb. 17 Voorbeeldtabel zoals op elke ketelmodule
00.60H.01.00003
34
Remeha
Gas 6002 ECO
A
INSTALLATEUR
INSTALLER
(pL-pF)
CO
p
p
2
[%]
LUCHT/LUFT/AIR [Pa]
GAS/GAZ [Pa]
CO
p
(pL-pF)
p (pG-pF)
2
[%]
LUCHT/LUFT/AIR [Pa]
GAS/GAZ [Pa]
MODULE
B
(pG-pF)
Art.55063