6.4 Standaard elektronische uitvoering
6.4.1 Schematische uitvoering per ketelmodule
afb. 14 Schematische uitvoering gasapparatuur
pdf
A
Afsluiter (handbediend)
MP
Meetpunt
F
Gasfilter
VA
Beveiligingsafsluiter
DR
Gasdrukregelaar
MB
Gascombinatieblok
OI
Ontstekingselektrode
HB
Hoofdbrander
VB
Vlambeveiliging
---
Wordt niet standaard meegeleverd
6.4.2 Specificatie per ketelmodule
Gasmultiblok met gas-/luchtverhoudingsregeling
bestaande uit:
- Twee beveiligingsafsluiters
- Gas-/luchtverhoudingsdrukregelaar.
6.5 Functies
6.5.1 Algemeen
Door middel van de toegepaste apparatuur worden de
volgende functies bij een 'fout'-waarneming vergrende-
lend c.q. blokkerend per ketelmodule bewaakt.
6.5.2 Vlambeveiliging (vergrendelend)
De vlambeveiliging geschiedt door middel van in totaal
vier ionisatie-elektroden.
6.5.3 Watergebrekbeveiliging
De watergebrekbeveiliging geschiedt d.m.v. 3 tempera-
tuursensoren per module : een aanvoer- en retourtem-
peratuursensor én een watertemperatuursensor die zich
op de meest doorstroomgevoelige plaats in het ketelblok
bevindt. De sensoren bewaken de snelheid van toename
van de watertemperatuur en het temperatuurverschil
over de ketelmodule. Signaleert één van de sensoren
een te snel oplopende watertemperatuur, b.v. ten teken
dat de waterdoorstroming ineens snel afneemt, dan volgt
een regelstop. Na een korte wachttijd die afhankelijk is
van de waterdoorstroming komt de ketelmodule opnieuw
in bedrijf. Als het temperatuurverschil groter wordt dan
45°C, dan vindt een regelstop plaats.
6.5.4 Temperatuurbeveiliging
De watertemperatuurbeveiliging geschiedt d.m.v. 3 tem-
peratuursensoren, één voor de aanvoertemperatuur, één
voor de retourtemperatuur en één die de watertempera-
tuur op de meest doorstroomgevoelige plek in het ketel-
blok bewaakt. Indien de aanvoersensor een tempera-
tuur signaleert die hoger is dan de ingestelde maximale
bedrijfstemperatuur + 5°C (zie Par. 6.3.2) dan volgt een
uitschakeling (regelstop). Hierbij wordt de snelheid van
toename van de watertemperatuur eveneens bewaakt,
zodat tijdige uitschakeling plaatsvindt en doorwarming
wordt voorkomen. Mocht één van de sensoren toch
een watertemperatuur signaleren van 110°C, dan treedt
een vergrendeling op. De rookgastemperatuur wordt
begrensd d.m.v. een rookgastemperatuursensor (ver-
grendelend), standaard afgesteld op 230°C.
6.5.5 Rookgastransportbeveiliging
Het rookgastransport wordt beveiligd d.m.v. (twee) druk-
verschilsensoren.
24
Remeha
Gas 6002 ECO