13.3.1 Wielassen en wielnaven
Om de soepelheid van de wielen te garanderen, ra-
den wij aan om de wielassen en de wielnaven mini-
maal eenmaal per seizoen te reinigen en licht in te
vetten.
AANWIJZING:
De voor- en achterwielen (7 + 4) moeten voor het sme-
ren van de assen en naven worden gedemonteerd.
13.3.2 Wisselen van het maaimes
Laat het maaimes vanwege veiligheidsredenen al-
leen door een gespecialiseerde werkplaats vervan-
gen, slijpen, ontbramen en monteren. Om een opti-
maal werkresultaat te bereiken, is het raadzaam om
het maaimes eenmaal per jaar te laten controleren.
13.3.3 Controle van het oliepeil (afb. 8)
m GEVAAR!
Brand- en explosiegevaar!
Brandstof kan zich bij het vullen ontsteken en even-
tueel exploderen. Dit leidt tot ernstige verbrandingen
of zelfs de dood.
- Schakel de motor uit en laat deze afkoelen.
- Houd uit de buurt van hitte, vlammen en vonken.
- Vul brandstof alleen in de open lucht bij.
- Draag veiligheidshandschoenen.
- Vermijd huid- en oogcontact.
- Start het product met een afstand van min. 3 m tot
de vullocatie van de brandstof.
- Let op voor ondichte plekken. Start de motor niet
als er benzine uitloopt.
m WAARSCHUWING!
Gevaar voor de gezondheid!
Bij het inademen van benzine-/smeeroliedampen
kan er ernstige gezondheidsschade, bewusteloos-
heid ontstaan en dit in extreme gevallen zelfs tot de
dood leiden.
-
Adem benzine-/smeeroliedampen niet in.
-
Gebruik het product alleen in de open lucht.
AANWIJZING!
Productbeschadiging
Als het product zonder of met te weinig motor- of
transmissieolie wordt gebruikt, kan dit tot motorscha-
de leiden.
- Vul voor de ingebruikname benzine en olie in. Het
product wordt zonder motor- of transmissieolie ge-
leverd.
- Gebruik alleen motorolie SAE 30.
AANWIJZING!
Milieuschade!
Uitgelopen olie kan het milieu ernstig verontreinigen.
De vloeistof is zeer giftig en kan snel tot waterveront-
reiniging leiden.
- Olie alleen vullen/aftappen op effen, stevige on-
dergronden.
- Gebruik een vulpijp of trechter.
- Vang afgetapte olie in een geschikte container op.
- Veeg gemorste olie direct zorgvuldig weg en ver-
wijder de doek conform de lokale voorschriften.
- Verwijder olie conform de lokale voorschriften.
1. Plaats de benzine-opzitmotor op een effen, recht
oppervlak.
2. Verwijder de contactsleutel (30) uit het contactslot
(10).
3. Klap de carrosserie, zoals beschreven onder
10.1, omhoog (afb. 7).
4. Schroef de olietankdop met peilstok (22) door
naar links te draaien los en veeg deze af.
5. Schroef de olietankdop met peilstok (22) weer tot
de aanslag in de vulpijp.
6. Trek de olietankdop met peilstok (22) eruit en lees
in horizontale positie het oliepeil af. Het oliepeil
moet zich tussen max. en min. van de oliepeilstok
(22) bevinden.
13.3.4 Olieverversing
Het verversen van de motorolie moet jaarlijks voor
het begin van het seizoen bij bedrijfswarme en uitge-
schakelde motor worden uitgevoerd.
Gebruik alleen motorolie (SAE 30).
1. Plaats de benzine-opzitmotor op een effen, recht
oppervlak.
2. Klap de carrosserie, zoals beschreven onder
10.1, omhoog (afb. 7).
3. Schroef de olietankdop met peilstok (22) door
naar links te draaien los.
4. Zuig met de meegeleverde injector (26) en de
slang de motorolie door de vulpijp af.
5. Vul verse motorolie bij en controleer het oliepeil
(zie 13.3.3).
Verbruikte olie moet conform de geldende voorschrif-
ten worden verwijderd.
2QGHUKRX G YDQKHWOX F KW¿ O WHUDIE
m GEVAAR!
Brand- en explosiegevaar!
Brandstof kan bij een incorrecte reiniging ontsteken
en eventueel exploderen. Dit leidt tot ernstige ver-
brandingen of zelfs de dood.
- Reinig het luchtfilter. uitsluitend door uitkloppen.
- Reinig het luchtfilter nooit met benzine of brandba-
re oplosmiddelen.
AANWIJZING!
Risico op materiële schade!
Het bedrijf van de motor zonder ingezet filterelement
kan tot motorschade leiden.
- Laat de motor nooit zonder ingezet luchtfilterele-
ment draaien.
www.scheppach.com
NL | 127