NAAIEN
• Om letsel te voorkomen moet u de naald tijdens het gebruik van de machine goed in de gaten houden.
Houd uw handen tijdens het gebruik van de machine uit de buurt van de bewegende delen.
• Trek of duw de stof niet tijdens het naaien. U kunt daardoor letsel oplopen.
• Gebruik geen verbogen of gebroken naalden. U kunt daardoor letsel oplopen.
• Probeer niet over rijgspelden of andere objecten heen te naaien. Anders kan de naald breken en hierdoor
kunt u letsel oplopen.
• Zitten de steken te dicht op elkaar? Stel dan een langere steeklengte in voordat u verder gaat. Anders kan
de naald breken en hierdoor kunt u letsel oplopen.
Een steek naaien
a
Zet de machine aan (ON) en geef de
naaisteken weer. Druk vervolgens op de
Naaldstandtoets om de naald omhoog te
zetten.
b
Druk op de toets van het steekpatroon dat u
wilt gebruiken.
→ Het symbool van de juiste persvoet wordt
linksboven in de display aangegeven.
c
Bevestig de juiste persvoet ("PERSVOET
VERWISSELEN" in "Basishandelingen").
VOORZICHTIG
• Gebruik altijd de juiste persvoet. Als u niet de
juiste persvoet gebruikt, kan de naald de
persvoet raken en buigen of breken. Hierdoor
kunt u letsel oplopen.
Zie Pagina S-67 voor adviezen over de juiste
persvoet.
VOORZICHTIG
d
Plaats de stof onder de persvoet. Houd de
stof en de uiteinden van de draden in uw
linkerhand en draai het handwiel om de
naald te zetten waar u met naaien wilt
beginnen.
e
Zet de persvoet omlaag.
*
f
Pas de naaisnelheid aan met de schuifknop
voor snelheidsregeling.
*
a Langzaam
b Snel
Memo
• De zwarte toets aan de linkerkant van
persvoet "J" mag u alleen indrukken als de
stof niet wordt doorgevoerd of bij het naaien
van dikke naden (zie pagina S-8). Normaliter
kunt u naaien zonder op de zwarte toets te
drukken.
U hoeft de onderdraad niet naar boven te halen.
Met deze knop kunt u de naaisnelheid ook tijdens
het naaien aanpassen.
NAAIEN
S
1
Naaien S-3