Om foto's van een USB-stick af te drukken
1.
Plaats de USB-stick in de USB-poort vooraan.
Wacht tot de bestanden en mappen van de USB-stick verschijnen op het display van het
bedieningspaneel.
OPMERKING: De printer ondersteunt geen gecodeerde USB-sticks.
2.
Zoek en selecteer op het bedieningspaneel een foto die u wilt afdrukken. Druk op OK om de selectie te
bevestigen.
U kunt het filter gebruiken of de functie sorteren of zoeken om een foto te vinden. Om deze functies te
gebruiken selecteert u Vinden door op de Selectie-knop ( ) te drukken linksonderin het
bedieningspaneel.
3.
Vanuit het scherm Afbeelding afdrukken stelt u de gewenste afdrukvoorkeuren in, zoals het aantal
afdrukken en de afdrukkwaliteit.
4.
Om te beginnen met afdrukken selecteert u Zwart afdrukken starten of Kleurenafdruk starten en
drukt u op OK .
Afdrukken op speciaal en aangepast papier
Als uw toepassing een aangepast papierformaat ondersteunt, stelt u het papierformaat eerst in de
toepassing in voordat u het document afdrukt. Zo niet, stelt u het papierformaat in het
printerstuurprogramma in. U moet wellicht de opmaak van bestaande documenten aanpassen om deze
correct te kunnen afdrukken op een aangepast papierformaat.
Om aangepaste formaten in te stellen (Windows)
1.
Open de HP-printersoftware. Zie Open de HP-printersoftware (Windows) voor meer informatie.
2.
Klik op Afdrukken en vervolgens op Voorkeuren instellen.
3.
Klik op de tab Papier/Kwaliteit.
4.
Klik op het tabblad Papier / kwaliteit en klik dan op de knop Aangepast.
5.
In het dialoogvenster Aangepast klikt u op Nieuw.
Voer een naam in voor het nieuwe aangepaste formaat. Voer de afmetingen in voor het nieuwe
aangepaste formaat.
6.
Klik op Toevoegen en klik vervolgens op OK.
Om op speciaal en aangepast papier af te drukken (Windows)
OPMERKING: Vooraleer u op aangepast papier kunt afdrukken, moet u het aangepaste formaat instellen in
de HP-printersoftware.
1.
Plaats het juiste papier in de lade. Zie Papier plaatsen voor meer informatie.
2.
Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3.
Zorg ervoor dat uw printer is geselecteerd.
4.
Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen, Opties,
Printerinstellingen, Printereigenschappen, Printer of Voorkeuren.
30
Hoofdstuk 3 Afdrukken
NLWW