Inhoudsopgave
Advertenties
Label
Naam en beschrijving
4
OK-knop: Bevestigt uw keuze.
5
Help-knop: Opent het menu Help wanneer het startscherm geopend is; geeft de help weer voor een geselecteerde menu-optie;
of geeft meer informatie over het huidige scherm.
6
Knop Wi-Fi Direct: Geeft de status en de instellingen van de Wi-Fi Direct verbinding weer.
Het lampje naast Wi-Fi Direct is:
●
●
7
Knop Draadloos: Geeft de status en de instellingen van de draadloze functie weer. Zie De printer instellen voor draadloze
communicatie voor meer informatie.
Het lampje naast de knop Draadloos is.
●
●
●
8
Knop pijl omlaag: Hiermee selecteert u de volgende menu-optie of scrollt u naar beneden.
9
Knop pijl omhoog: Hiermee selecteert u de vorige menu-optie of scrollt u naar boven.
De printerinstellingen wijzigen
Gebruik het bedieningspaneel om de printerfuncties en -instellingen te wijzigen, rapporten af te drukken of
de helpfunctie te openen.
TIP: Als de printer met een computer is verbonden, kunt u de printerinstellingen ook aanpassen via de
hulpprogramma's voor printerbeheer op de computer.
Zie Hulpprogramma's printerbeheer voor informatie over het gebruik van deze hulpprogramma's.
De instellingen voor een functie wijzigen
Het Start scherm van het printerbedieningspaneel toont de beschikbare printerfuncties.
1.
Vanuit het bedieningspaneel gebruikt u de pijltoetsen om een gewenste optie te selecteren en
vervolgens drukt u op de OK -knop om uw selectie te bevestigen.
2.
Scroll om de beschikbare instellingen te zien. Selecteer de instelling die u wilt wijzigen en druk op de OK
-knop.
3.
Volg de opdrachten op het scherm van het bedieningspaneel om de instellingen te wijzigen.
OPMERKING: Druk op de Start-knop (
De printerinstellingen wijzigen
Om de printerinstellingen te wijzigen of rapporten af te drukken, gebruikt u de opties die beschikbaar zijn in
het Configuratiemenu:
1.
Op het bedieningspaneel van de printer selecteert u in het startscherm Installatie en vervolgens drukt u
op OK .
2.
Selecteer Printerinstellingen en druk op OK .
8
Hoofdstuk 2 Aan de slag
Aan wanneer Wi-Fi Direct is ingeschakeld.
Uit wanneer Wi-Fi Direct is uitgeschakeld.
Aan als de printer is aangesloten op een draadloos netwerk.
Knippert als draadloos is ingeschakeld maar de printer blijkt niet verbonden met een draadloos netwerk.
Uit als de draadloze verbinding is uitgeschakeld.
) om terug te gaan naar het Start.
NLWW
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
