Inhoudsopgave
Advertenties
De netwerkinstellingen wijzigen
Vanaf het bedieningspaneel van de printer kunt u de draadloze verbinding van de printer instellen en beheren.
U kunt er taken omtrent netwerkbeheer uitvoeren. De omvat het bekijken en wijzigen van
netwerkinstellingen, het herstellen van netwerkstandaarden en het in- of uitschakelen van de draadloze
functie.
VOORZICHTIG: Netwerkinstellingen worden voornamelijk beschreven voor referentiedoeleinden. Tenzij u
een ervaren gebruiker bent, is het echter raadzaam om sommige van deze instellingen niet te wijzigen (zoals
de verbindingssnelheid, IP-instellingen, standaardgateway en firewallinstellingen).
Om netwerkinstellingen af te drukken
Gebruik een van de volgende manieren:
Druk op het bedieningspaneel van de printer op
●
verschijnt. Selecteer Afdrukinfo door op de OK -knop te drukken om de netwerkconfiguratiepagina af te
drukken.
Selecteer Installatie in het startscherm van het bedieningspaneel van de printer en druk vervolgens op
●
OK . Selecteer Printerrapporten en druk dan op OK . Selecteer Netwerkconfiguratiepagina en druk dan
op OK .
Om de verbindingssnelheid in te stellen
U kunt de snelheid wijzigen waarmee gegevens via het netwerk worden verzonden. De standaardinstelling is
Automatisch.
1.
Selecteer Netwerk in het startscherm van het bedieningspaneel van de printer en druk vervolgens op
OK .
2.
Selecteer Ethernetinstellingen (standaard geselecteerd) en druk vervolgens op OK .
3.
Selecteer Geavanceerde instellingen en druk dan op OK .
4.
Scroll naar beneden om Linksnelheid te selecteren en druk vervolgens op OK .
5.
Selecteer de geschikte optie die overeenkomt met de hardware van uw netwerk en druk vervolgens op
OK .
IP-instellingen wijzigen
De standaard IP-instelling is Automatisch (het IP-adres wordt automatisch ingesteld). Als u een ervaren
gebruiker bent en verschillende instellingen wilt gebruiken (zoals IP-adres, subnetmasker of de
standaardgateway), kunt u deze handmatig aanpassen.
TIP: Alvorens een manueel IP-adres in te stellen, wordt het aanbevolen de printer eerst aan te sluiten op het
netwerk met behulp van de Automatische modus. Hierdoor kan de router de printer configureren met andere
benodigde instellingen zoals subnetmasker, standaard gateway en DNS-adres.
VOORZICHTIG: Wees voorzichtig als u handmatig een IP-adres toewijst. Als u een ongeldig IP-adres ingeeft
tijdens de installatie, kunnen uw netwerkonderdelen geen verbinding maken met de printer.
1.
Selecteer Netwerk in het startscherm van het bedieningspaneel van de printer en druk vervolgens op
OK .
2.
Selecteer Ethernetinstellingen of Draadloze inst. en druk vervolgens op OK .
3.
Selecteer Geavanceerde instellingen en druk dan op OK .
4.
Selecteer IP-instellingen (standaard geselecteer) en druk op OK .
48
Hoofdstuk 6 Netwerkinstallatie
(de Draadloos -knop). Het scherm netwerkstatus
NLWW
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
