Inbedrijfstelling
Technische parameters
60
50
40
30
20
10
0
0
5
1.12.6 Temperatuur
vloerdroging
Definieert de setpoint-temperatuur van
de aanvoer voor verwarming tijdens de
functie vloerdroging (zie par. 12.8.1).
1.12.7 Vloerdroging
dagen
Definieert de resterende dagen van de
functie vloerdroging.
1.12.9 Antivrieskit activering
Schakelt de integratie van de antivries-
kit in.
94 / NL
10
15
20
Periode (dagen)
set
punt
1.16 DIAGN. ENERGY MANAGER -
ING. 1
Weergave van de waarden voor de in-
gangen van de systeemkaart.
1.18 DIAG. ENERGY MANAGER - 1
resterende
UITG.
Weergave van de waarden voor de uit-
gangen van de systeemkaart.
1.20 SYSTEEMINTEGRATIE
1.20.0 Zonnecel Verhoogde set
temp. WW
Druk op de keuzeknop
keuzeknop
de voor het verhogen van het setpoint
voor warm tapwater in te stellen tijdens
integratie van de fotovoltaïsche installa-
tie.
4
5
25
30
Afb. 112
1.20.2 Integratie solar buffer
Activeert de integratie van het zonne-
paneel. In dit geval wordt de sonde boi-
ler hoog van het zonnepaneel gebruikt
als boilersonde voor SWW.
1.20.3 OpenTherm module
Activeert de Opentherm-gateway.
1.21 FOUTGESCHIEDENIS
Weergave van de laatste 10 fouten.
1.22 RESET MENU
Herstelt de fabrieksinstellingen.
. Draai de
om de gewenste waar-
Uitharding + functioneel (ver-
warming van de dekvloer op een
variabele temperatuur van 25 °C tot
de temperatuur die gedefinieerd
wordt door par. 1.12.6, volgens de
in de grafiek aangegeven periode
gedurende 18 dagen, vervolgens
op een vaste temperatuur van 25°C
gedurende 3 dagen, vervolgens ge-
durende 4 dagen met de tempera-
tuur die gedefinieerd wordt in par.
1.12.6)
Handmatig (verwarming van de
dekvloer op de temperatuur die in-
gesteld is in par. 1.12.6)