Inhoudsopgave
Advertenties
Hydraulische aansluitingen en koelmiddel
Installatie van de koelleidingen
1
2
1
1
Leiding met schroefaansluiting
2
Conische moer
3
Conische leiding
AANHAALMOMENTEN
Buitendiameter van de leiding [mm]
Vloeistofzijde
Gaszijde
44 / NL
3
4
5
Ø 9,52 (Ø 3/8")
Ø 15,9 (Ø 5/8")
6
7
8
Afb. 56
2
3
Afb. 57
Aanhaalmoment [Nm]
20 - 25
40 - 55
– Verwijder de optrompschroef en de
sjabloon en controleer of het uitein-
de van de leiding gelijkmatig is op-
getrompt zonder barsten.
1
Correct
2
Scheef
3
Beschadigingen aan het afdich-
tingsoppervlak
4
Barsten
5
Ongelijke dikte
6
Te kleine flens
7
Te grote flens
8
Onjuiste hoek van de flens
AANSLUITING VAN DE LEIDINGEN
Sluit eerste de lagedrukleiding aan en
daarna de hogedrukleiding.
Houd bij het buigen van de
a
aansluitbuizen van de koel-
leidingen een minimale ra-
dius aan passend bij de dia-
meter van de buis.
Ga als volgt te werk voor de aansluiting:
– Lijn het midden van de twee leidin-
gen uit die op elkaar aan moeten
worden gesloten.
– Draai de conische moer met de hand
zover mogelijk aan.
– Plaats vervolgens een sleutel op de
moer.
– Terwijl u de moer stevig op de lei-
ding van de eenheid hout, gebruikt u
een momentsleutel om de conische
moer vast te draaien volgens de hier-
onder vermelde waarden voor het
aanhaalmoment.
– Draai de conische moer iets los en
draai hem vervolgens weer vast.
Een onvoldoende aanhaal-
a
moment kan gaslekken ver-
oorzaken. Gebruik de aan-
haalmomenten die vermeld
staan in de tabel.
Advertenties
Inhoudsopgave
