Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Voorbereidende Controles; Gasaansluitingen - Atag ENERGION S COMPACT Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Inbedrijfstelling

Voorbereidende controles

EXTERNE EENHEID
– De eenheid moet op een stevige
en perfect horizontale ondergrond
worden geplaatst, op een plaats die
makkelijk toegankelijk is voor latere
onderhoudswerkzaamheden.
– Bij aanzienlijke tocht moet er een
scherm worden geplaatst.
– De luchtstroom mag op geen enkele
manier belemmerd worden.
– Het steunframe moet het gewicht
van de externe eenheid kunnen dra-
gen.
– Als er vaak sneeuw valt op de instal-
latieplaats, moet de positie van de
externe eenheid minimaal 200 mm
boven het niveau van de sneeuw
zijn.
INTERNE EENHEID
– De eenheid moet in een gesloten
ruimte worden geplaatst, op een
plaats die makkelijk toegankelijk is
voor latere onderhoudswerkzaam-
heden.
– De eenheid moet stevig aan de wand
of aan de vloer worden verankerd.
– Bij installatie van de gebruikersinter-
face in het apparaat dient u te con-
troleren of de relatieve vochtigheid
in de installatieruimte de toegestane
limiet niet overschrijdt.

GASAANSLUITINGEN

Deze procedure moet wor-
a
den uitgevoerd door ge-
kwalificeerd personeel, in
overeenstemming met de
vereisten van de F-gassen-
verordening.
– Er mogen niet te veel of te nauwe
bochten in de aansluitleidingen tus-
sen de interne en externe eenheid
aanwezig zijn.
– De minimale en maximale lengtes
van de koelleidingen moeten nage-
leefd worden.
– De verwijding moet in overeenstem-
ming met de voorschriften zijn.
– De lucht moet uit het circuit worden
verwijderd met een vacuümpomp,
waarbij het vacuüm enkele minuten
worden vastgehouden.
– Als de aansluitleidingen tussen de
externe en interne eenheid langer
dan 20 m zijn, moet er een extra
hoeveelheid koelgas worden toege-
voegd.
– De leidingen moeten verzegeld wor-
den als de installatie op een later mo-
ment wordt uitgevoerd.
– De kleppen voor het vullen van het
circuit moeten geopend zijn.
HYDRAULISCHE AANSLUITINGEN
– De druk in het waterleidingnet mag
niet hoger zijn dan 0.5 MPa (5 bar);
indien dit niet zo is, moet er een
drukverlager worden geplaatst aan
de ingang van de installatie.
– De installatie moet worden gevuld
bij een druk van minder dan 0.3 MPa
(3 bar), aanbevolen druk 0.12 MPa
(1.2 bar).
– De installatie moet hermetisch afge-
dicht zijn.
– De vullleidingen en de leidingen
naar de verwarmings-/koelsystemen
en de tapwaterinstallatie (indien aan-
wezig) moeten correct aangesloten
zijn.
– Het geleverde expansievat moet
voorgevuld worden op 1 bar en
moet voldoende inhoud hebben
voor het systeem.
– De veiligheidskleppen moeten cor-
rect aangesloten worden met de
meegeleverde silicone slangen.
– Bij een vloerinstallatie moet er een
veiligheidinrichting op het aanvoer-
circuit voor verwarming worden ge-
installeerd.
ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
– De elektrische aansluitingen moeten
overeenkomen met de schakelsche-
ma's in de installatiehandleiding en
moeten correct worden uitgevoerd.
– De spanning en frequentie van de
netvoeding moeten overeenkomen
met de gegevens op het typeplaatje.
– Het systeem moet de juiste afmetin-
gen hebben om het stroomverbruik
van de geïnstalleerde eenheden te
kunnen ondersteunen (zie de type-
plaatjes).
– De aansluiting op het elektriciteit-
snet moet worden uitgevoerd met
behulp van een vaste steun en moet
voorzien zijn van een bipolaire scha-
kelaar.
– De aarding moet correct zijn en als
eerste worden aangesloten.
– De overspanningsbeveiligingen, de
aardlekschakelaars en thermische
magneetschakelaars op de uitgan-
gen van het schakelbord moeten
correct geïnstalleerd zijn en in over-
eenstemming zijn met alle geldende
wettelijke voorschriften.
– De aardlek- en veiligheidsschakelaars
moeten de juiste afmetingen heb-
ben.
83 / NL

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

330231633023173302318330231933023203302321

Inhoudsopgave