Onderhoud
– Hydraulische
veiligheidsgroep
(indien geïnstalleerd).
Voor landen waarin de Europese
norm EN 1487 van kracht is, moet
de installatie van boilers en opslag-
tanks voor huishoudelijk gebruik op
de waterleiding plaatsvinden via een
hydraulische veiligheidsgroep. De
meegeleverde hydraulische veilig-
heidsgroep bij het apparaat (indien
aanwezig) is niet conform deze norm;
daarom moet er een aanvullende
inrichting
worden
geïnstalleerd.
Wanneer deze geïnstalleerd is, moet
regelmatig gecontroleerd worden of
de afvoerleiding op de juiste manier
gepositioneerd is voor de afvoer van
water (zie de installatie-instructies),
en moeten eventuele verstoppingen
verwijderd worden.
– Gevaar voor bevriezing.
Bij gevaar voor bevriezing moet de
boiler verwarmd worden of volledig
geleegd worden.
– Reiniging van de uitwendige on-
derdelen.
Gebruik een vochtige doek voor het
reinigen van de uitwendige onder-
delen. Gebruik geen oplosmiddelen
of reinigingsmiddelen.
Zorg ervoor dat de wer-
a
kruimte in open lucht is of
voldoende
geventileerd
is alvorens het systeem te
openen of werkzaamheden
bij hoge temperaturen uit
te voeren.
Informatie voor de gebruiker
Informeer de gebruiker over hoe het
geïnstalleerde systeem bediend moet
worden.
Overhandig de gebruikershandleiding
aan de gebruiker en informeer hem
over de noodzaak om deze in de buurt
van het apparaat te bewaren.
Informeer de gebruiker tevens over het
belang van de volgende noodzakelijke
werkzaamheden:
– Controleer regelmatig de waterdruk
van de installatie.
– Breng het systeem op de juiste druk
en ontlucht het indien nodig.
– Stel de instelparameters en de re-
gelapparatuur in voor een optimale
werking en een zuiniger beheer van
het systeem.
– Laat in overeenstemming met de
geldende normen periodiek onder-
houd uitvoeren.
Antivriesfunctie van de interne een-
heid
De primaire circulatiepomp van de in-
terne eenheid start op de maximale
snelheid wanneer de gemeten tempe-
ratuur door de "CH Flow"-sensor onder
de 7°C is in de verwarmingsmodus.
De primaire circulatiepomp wordt ge-
stopt als de gemeten temperatuur door
de "CH Flow"-sensor hoger is dan 9°C in
de verwarmingsmodus.
De
geïntegreerde
a
standselementen
nooit elekrisch worden los-
gekoppeld van het klem-
menblok.
Na afronding van de on-
a
derhoudswerkzaamheden
moeten alle eerder verwij-
derde
onderdelen
gemonteerd en voldoende
aangedraaid worden.
weer-
mogen
weer
115 / NL