Samenvatting van Inhoud voor Atag M COMPACT Series
Pagina 1
Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud M COMPACT 3301761 3301762 3301763 3301764 420000602301 www.atagverwarming.com Art. No. 420011179500 - 03/2022...
Inleiding Garantie Afvalverwerking Geachte mevrouw, Het product ATAG geniet een conventio- PRODUCT CONFORM EU-RICHTLIJN Geachte klant, nele garantie, die geldig is vanaf de datum 2012/19/EU - Wetsbesluit 49/2014 bedankt dat u voor het M COMPACT van aankoop van het apparaat. Voor de ga- krachtens art.
Algemene waarschuwingen en regels voor de veiligheid Deze handleiding is eigendom Alle gewone en buitengewone Het apparaat moet in een goed van ATAG. Reproductie of over- onderhoudswerkzaamheden aan geventileerde ruimte worden ge- dracht aan derden van de inhoud het product mogen uitsluitend plaatst, waarvan de afmetingen van dit document is verboden.
Pagina 5
Informatie over de veiligheid Algemene waarschuwingen en regels voor de veiligheid Houd u bij elektrische ingrepen Heractiveer alle veiligheidsvoorzie- Plaats geen vloeistofcontainers of aan de geldende nationale voor- ningen en controles die u gedu- andere voorwerpen op de interne schriften, plaatselijke normen, rende een ingreep op het appa-...
Informatie over de veiligheid Gebruik van koelmiddel R32 Dit systeem bevat gefluoreerde Werkzaamheden aan het koelcir- gassen. Raadpleeg voor specifie- cuit mogen uitsluitend worden ONTVLAMBARE STOF ke informatie over het type en de uitgevoerd door personeel dat be- hoeveelheid gas het typeplaatje. schikt over een geldige certifice- Het koelmiddel R32 is geurloos.
Pagina 7
Informatie over de veiligheid Symbolen op het apparaat Interne eenheid Afb. 2 Referentie Omschrijving Gevaar heet oppervlak Niet aanraken Gevaar ontvlambaar koelmiddel Lees de handleiding Symbool aardaansluiting Vastdraaien met 2 sleutels Het paneel moet zich op de plaats bevinden voor de voorziene werking van het apparaat. (*) Het binnenste etiket is alleen aanwezig bij model 2 ZONE 7 / NL...
Beschrijving van het systeem Samenstelling van het systeem – Een interne eenheid Meer informatie over de beschikbare ac- Het M COMPACT-systeem bestaat uit: cessoires kunt u vinden in de productca- – Een externe eenheid talogus. – Een externe temperatuursonde – Gebruikersinterface –...
Beschrijving van het systeem Externe eenheid AFMETINGEN EN GEWICHT 40 - 50 Externe eenheid Gewicht 1016 mm 350 mm [kg] ENERGION ODM 40 - 50 ENERGION ODM 80 ENERGION ODM 80 T ENERGION ODM 120 T - 150 T 670 mm Ø10 mm Afb.
Pagina 11
Beschrijving van het systeem Externe eenheid 120 T 150 T 1016 mm 350 mm 670 mm Ø10 mm Afb. 7 11 / NL...
Pagina 12
Beschrijving van het systeem Externe eenheid HYDRAULISCHE AANSLUITINGEN Hydraulische aansluitingen Doorvoer elektrische aansluitingen 89 mm 71 mm ACCESSOIRES De externe eenheid kan worden uitgerust met de volgende accessoires: G 1”F – antivries-set – opvangbak voor condenswater – weerstand opvangbak voor condens- water Zie voor installatie van de accessoires de paragraaf "Installatie accessoireset"...
Pagina 14
Beschrijving van het systeem Interne eenheid Structuur hydraulisch gedeelte Mod. 1Z Mod. 2Z Afb. 11 Toevoerleiding verwarming Terugslagklep Zoneregeleenheid Gemotoriseerde driewegklep Circulatiepomp zone 1 Gemotoriseerde mengklep Toevoerleiding verdeler Circulatiepomp zone 2 10 Verdeler Automatische ontluchter 14 / NL...
Pagina 15
Beschrijving van het systeem Interne eenheid AFMETINGEN EN GEWICHT 48 mm Interne eenheid Gewicht [kg] ENERGION IDU M F ENERGION IDU M-L F ENERGION IDU M F 1818 mm ENERGION IDU M-L F 612 mm 600 mm Afb. 12 HYDRAULISCHE AANSLUITINGEN Configuratie 1 ZONE Etiket Omschrij-...
Pagina 16
Beschrijving van het systeem Interne eenheid 552 mm 360 mm 300 mm 240 mm 211 mm Afb. 15 16 / NL...
Pagina 17
Beschrijving van het systeem Interne eenheid Etiket Omschrij- Ø Configuratie 2 ZONES ving aanslui- tingen [inch] Toevoer- leiding installatie zone 1 Toevoer- leiding installatie zone 2 Retour- leiding installatie zone 1 Retour- leiding Afb. 16 installatie zone 2 Afvoer veiligheids- klep Retourlei- ding naar...
Pagina 18
Beschrijving van het systeem Interne eenheid Etiket Omschrij- Ø Configuratie 2 ZONES ving aanslui- tingen [inch] Toevoer- leiding installatie zone 1 Toevoer- leiding installatie zone 2 Retour- leiding installatie zone 1 Retour- leiding installatie zone 2 Afvoer veiligheids- klep Retourlei- ding naar Afb.
Pagina 19
Beschrijving van het systeem Interne eenheid 552 mm 435 mm 360 mm 300 mm 240 mm 211 mm 130 mm Afb. 20 19 / NL...
Beschrijving van het systeem Werkingslimieten De volgende grafieken tonen de limieten Werkingslimieten bij verwarming van de warmtepomp. Het temperatuur- verschil tussen de aanvoer- en retourlei- ding van de platenwarmtewisselaar moet tussen de 5°C en 8°C liggen. Temperatuur buitenlucht (°C) Afb. 21 Werking zonder beperkingen Werking van de externe eenheid met mogelijke vermindering van capaciteit Werking met noodzakelijke elektrische back-upweerstand...
Pagina 21
Beschrijving van het systeem Werkingslimieten FREQUENTIETABEL COMPRESSOR ENERGION ODM De toegestane maximale frequentie vari- 80 - 120 T 150 T eert met de buitentemperatuur. 80 T De waarden in de tabel verwijzen naar de Min. frequentie [Hz] volgende situaties: Max. frequentie (verwarming) [Hz] –...
Beschrijving van het systeem Identificatie De interne en externe eenheden zijn te Interne eenheid herkennen aan het typeplaatje van het product waarop het serienummer, het model en de belangrijkste technische en prestatiegegevens vermeld staan. Afb. 23 Typeplaatje Externe eenheid Afb. 24 Typeplaatje 22 / NL...
Wifi uitgeschakeld of niet ver- Tapwater actief Foutmelding bonden Koeling beschikbaar Wifi verbonden maar geen De ATAG NEOZ interface is internettoegang Koeling actief compatibel met ATAG Zone Wifi actief in combinatie met een ATAG Indicatie relatieve vochtigheid wifi-module. Zie voor meer Buitentemperatuur informatie www.atagzone.re-...
Bij toevoeging van een ATAG externe sonde: Temperatuurregelingsklasse Bijdrage aan de energie-efficiëntie % voor de verwarming van ruimtes In een systeem met 3 zones met 2 ATAG omgevingssensoren: Temperatuurregelingsklasse VIII Bijdrage aan de energie-efficiëntie % voor de verwarming van ruimtes...
– Zet het deksel van de sonde weer op zijn plaats. Afb. 27 PRODUCTINFORMATIEBLAD Naam van de leverancier ATAG Identificatiemodel van de leverancier BUITENTEMPERATUURSONDE Temperatuurregelingsklasse Bijdrage aan de energie-efficiëntie % voor de verwarming van ruimtes 25 / NL...
Installatie Voorafgaande waarschuwingen De installatie van het apparaat De containers met koelmiddel R-32 zijn De apparaten moeten worden opge- mag uitsluitend worden uit- voorzien van een dompelleiding waardoor slagen in een ruimte zonder werkende gevoerd door de Technische de vloeistof alleen in verticale positie met ontstekingsbronnen (bijvoorbeeld open service of door professioneel de klep in de bovenste stand kan stromen.
Installatie Ontvangst van het product Het M COMPACT systeem wordt geleverd Controleer bij ontvangst van het Het apparaat mag uitsluitend in meerdere colli's in een kartonnen ver- product of de levering intact en worden opgetild met geschikte pakking: compleet is. Als het product niet hefapparatuur, zoals bijvoor- overeenkomt met wat besteld beeld hijskranen of vorkhef-...
Installatie Installatie externe eenheid INSTALLATIEPLAATS – Zorg ervoor dat de verdamper of de – Wanddoorvoeren en kabelgoten moe- condensaatafvoer niet vervuild kan ra- ten water- en luchtdicht zijn. – Installeer de externe eenheid alleen ken door de omgeving waarin ze zijn –...
Pagina 29
Installatie Installatie externe eenheid Installatie in de buurt van de zee (< 5 Corrosiegevaar. Vooral corro- sie aan de verdamperschoe- pen en de condensor kan lei- den tot storingen en schade. Plaats het apparaat niet in een zone waar het blootgesteld wordt aan landwind, noch direct aan het water, maar eerder bij- voorbeeld aan de zijkant van een gebouw, >500 m...
Pagina 30
Installatie Installatie externe eenheid Installeer de eenheid niet in Minimumafstanden voor de installatie kleine ruimtes, omdat het dan ongewone geluiden kan veroorzaken en de prestaties achteruit kunnen gaan. Houd voldoende afstand tus- sen het voorste gedeelte van het apparaat en eventuele muren De hoogte van eventuele bar- rières of muurtjes moet lager...
Pagina 31
Installatie Installatie externe eenheid SOKKELSCHEMA - VLOERSOKKEL Omschrijving [mm] [mm] ENERGION ODM 40 - 50 Approx. 650 ENERGION ODM 80 ENERGION ODM 80 T ENERGION ODM 120 T - 150 T Er zijn twee modellen ver- krijgbaar van de vloersokkel, met een respectieve diepte van 450 mm of 600 mm.
Installatie Installatie externe eenheid LAWAAI – Installeer een trillingsdemper op de VERPLAATSING muur achter de eenheid; Om geluidsoverlast en overdracht van tril- Na het verwijderen van de verpakking – Installeer een geluidsscherm. Het lingen te beperken: moet de verplaatsing van de externe een- scherm moet een groter oppervlak dan heid worden uitgevoerd met hefappara- –...
Pagina 33
Installatie Installatie externe eenheid – Markeer de plaats van de vier explansie- Als de eenheid op de vloer of op een betonnen montageplatform moet pluggen aan de hand van de maten in worden geïnstalleerd, ga dan als volgt te werk: het montageschema.
Installatie Installatie externe eenheid VOORBEREIDING VOOR DE AAN- SLUITINGEN – Om de doorgang van de kabels moge- lijk te maken verwijdert u met behulp van een schroevendraaier de voorge- boorde delen (1) van het frame van de externe eenheid. – Voor een doeltreffende verwijdering van de voorgesneden delen dient u het voorpaneel van het apparaat geïnstal- leerd te houden.
Installatie Installatie externe eenheid INSTALLATIE ACCESSOIRESET Antivries-set – Draai de schroef (1) los en verwijder het paneel (2). – Draai de schroeven (3) en (4) los. G ½” Afb. 40 Opvangbak voor condenswater Afb. 41 Afb. 42 35 / NL...
Pagina 36
Installatie Installatie externe eenheid – Voor een correcte werking van de set moet de eenheid rusten op een onder- grond van minimaal 70 mm. H≥70 Afb. 43 – Plaats de weerstand (1) op de bodem Weerstand voor opvangbak voor condenswater van de eenheid.
Installatie Installatie van de interne eenheid INSTALLATIEPLAATS Minimumafstanden voor de installatie De interne eenheid moet geplaatst wor- den in de buurt van een ruimte met een woonfunctie, teneinde de best mogelijke prestaties te kunnen garanderen. Gebruik voor het plaatsen van het systeem het meegeleverde sjabloon en een water- pas.
Pagina 38
Installatie Installatie van de interne eenheid VERPLAATSING Na het verwijderen van de verpakking moet de verplaatsing van de externe een- heid worden uitgevoerd met geschikte he- fapparatuur (transpallet of vorkheftruck). Het verplaatsen van het ap- paraat is een handeling die persoonlijk letsel of schade aan het apparaat of het om- ringende gebied kan veroor-...
Hydraulische aansluitingen Hydraulische aansluitingen interne eenheid Voorbereidende controles: – controleer of de installatie is schoonge- maakt; – controleer of er geen onzuiverheden aanwezig zijn in het water van de in- stallatie; – controleer of de gebruikte onderdelen onderling compatibel zijn (vermijd aan- sluitingen in ijzer en koper tezamen);...
Pagina 40
Hydraulische aansluitingen Hydraulische aansluitingen interne eenheid Na de controles: Configuratie 1 ZONE – Installeer de snelkoppelingen (aanwe- zig in de machine) op de waterleidin- gen (1), (3), (7) en (8). Afb. 49 Breng de volgende hydraulische aanslui- tingen tot stand: –...
Pagina 41
Hydraulische aansluitingen Hydraulische aansluitingen interne eenheid – Installeer de snelkoppelingen (aanwe- Configuratie 2 ZONES zig in de machine) op de waterleidin- gen (1), (2), (3), (4), (5) en (10). Afb. 51 Breng de volgende hydraulische aanslui- tingen tot stand: – Toevoerleiding installatie zone 1 (1) –...
Hydraulische aansluitingen Hydraulische aansluitingen interne eenheid AFVOER VAN DE VEILIGHEIDSKLEP – Zorg dat de meegeleverde afvoerlei- ding (1) aangesloten wordt op de vei- ligheidsklep (2) en door gat (3) naar buiten komt. De afvoerleiding van de in- stallatie moet worden aange- sloten op de riolering.
Hydraulische aansluitingen Hydraulische aansluitingen interne eenheid NOMINAAL DEBIET EN MINIMUM- Model Nominaal Minimumde- Drempel ON DEBIET debiet [l/h] biet [l/h] flowmeter [l/h] ENERGION ODM 40 Het minimumdebiet moet te allen tijde worden gegarandeerd, in alle bedrijfsom- ENERGION ODM 50 standigheden. ENERGION ODM 80 - 80 T 1400 ENERGION ODM 120 T...
Pagina 44
Hydraulische aansluitingen Hydraulische aansluitingen interne eenheid - ENERGION ODM 120 T - - ENERGION ODM 150 T 1000 1500 2000 2500 3000 Afb. 56 Drukverlies van de interne eenheid Nuttige prevalentie 2 Zones Zone 1 Zone 2 Er kan een aanvullende circulatiepomp worden geïnstalleerd als de meegeleverde pomp niet krachtig genoeg is.
Glycol heeft een negatieve invloed op de prestaties van het apparaat en wordt daar- om sterk afgeraden. Bij gebruik van glycol is ATAG niet aansprakelijk voor efficiëntie- verlies van het systeem en adviseren wij u om een correcte dosering en onderhoud te gebruiken.
Pagina 46
Hydraulische aansluitingen Hydraulische aansluitingen interne eenheid Om het vullen van de installatie te versnel- Configuratie 1 ZONE len kan het systeem als volgt handmatig ontlucht worden: – Monteer de meegeleverde leiding (1) op de uitgang van de handmatige ont- luchter. –...
Hydraulische aansluitingen Hydraulische schema’s OPMERKING: installaties met vloer- De ingang die gebruikt moet worden als Het is verboden om de voe- systeem aansluiting op de veiligheidsthermostaat ding van de eenheden uit te Bij installaties met vloersysteem moet in voor het vloersysteem is standaard IN AUX schakelen als de buitentem- peratuur onder NUL kan da- alle werkingsmodi (vooral bij overschake-...
Elektrische aansluitingen De elektrische aansluitingen Elektrisch circuit – De elektrische aansluitingen moeten mogen pas uitgevoerd wor- worden uitgevoerd met behulp van – De elektrische installatie moet voldoen den nadat alle hydraulische een vaste ondersteuning (gebruik geen aan alle vereisten van de geldende wet- aansluitingen zijn voltooid.
Elektrische aansluitingen De doorsnede van de gebruikte kabels De doorsnede van de voedingskabel die Voor u de klemmen aanraakt moet overeenstemmen met het vermo- aangegeven wordt in de tabel moet gele- moeten alle voedingscircuits gen van het systeem (zie typeplaatje). zen worden als minimale doorsnede.
Elektrische aansluitingen Tabel elektrische hoofdvoeding. De onderstaande waarden hebben betrekking op de hoofdvoeding van de interne eenheid, zowel met als zonder blokkering van de energielevering (zie de paragraaf "Blokkering van de energielevering"). INTERNE EENHEID ENERGION IDU M F - ENER- ENERGION IDU M F - ENER- GION IDU M-L F GION IDU M-L F...
Pagina 53
Elektrische aansluitingen EXTERNE EENHEID ENERGION ODM Aantal fasen Spanning Lekstroom Lekstroom [ph] Verwarming Koelmodus [mA] [mA] 243,8 0,35 0,45 243,8 0,35 0,45 243,8 0,93 0,77 80 T 0,93 0,77 120 T 0,17 0,17 150 T 0,17 0,17 Tabel secundaire elektrische voeding De onderstaande waarden gelden alleen voor de secundaire voeding als er een blokkering van de energielevering is (zie de paragraaf "Blokkering van de energielevering").
Elektrische aansluitingen Blokkering van de energielevering Controleer tijdens de ontwerpfase van het Tijdens de blokkering van de energie is de 0: Geen systeem of de lokale energieleverancier vorstbeveiliging altijd gegarandeerd door 1: Proces gepauzeerd - Uitschakeling een optionele blokkering van de warmte- de activering van de circulator van het ap- van het signaal op HV IN 1 of HV IN 2 pomp vereist.
Elektrische aansluitingen Elektrische aansluitingen van de externe eenheid In overeenstemming met de installatie- Voer eerst de aansluiting op Om elk risico te vermijden voorschriften moeten alle systemen voor de aarde uit voordat u verder- mag de voedingskabel van de het uitschakelen van de hoofdvoeding gaat met alle andere elektri- externe en interne eenheid al- sche aansluitingen.
Pagina 56
Elektrische aansluitingen Elektrische aansluitingen van de externe eenheid M1 Klemmenblok hoofdvoeding Klemmenblok externe eenheid 1Ph M2 Klemmenblok signaal M3 Klemmenblok hulpvoeding ATG ATG Bus-aansluiting tussen de in- terne en externe eenheid 3ph Aansluiting op de driefasevoeding EH1 Elektrische weerstand voor vorstbe- veiliging van de hydraulische leidin- ⏚...
Pagina 57
Elektrische aansluitingen Elektrische aansluitingen van de externe eenheid – Bevestig de voedingskabel (2) aan het klemmenblok (M1). – Bevestig de communicatiekabel (3) tussen de externe en interne eenheid aan het klemmenblok (M2). – Om een goede trekweerstand te ver- zekeren, moeten de elektrische kabels worden vastgezet met de kabelwartels (4).
Elektrische aansluitingen Elektrische aansluiting van de interne eenheid Voorafgaand aan het uitvoe- ren van werkzaamheden, de stroom onderbreken door de hoofdschakelaar uit te scha- kelen. Let op de fase- en neutrale aansluitingen. – Om toegang te krijgen tot schakel- bord van de interne eenheid, draait u de afsluitschroef (1) los en opent u de hoofddeur.
Pagina 59
Elektrische aansluitingen Elektrische aansluiting van de interne eenheid – Maak de clips (4) los en open het dek- sel (5). Afb. 71 – Voer de signaalkabels (6) door de ka- beldoorvoer (7). – Gebruik de kabelbinders (8) om de ka- bels (6) vast te zetten en gegroepeerd te houden.
Pagina 60
Elektrische aansluitingen Elektrische aansluiting van de interne eenheid – Verwijder de voorgevormde doppen (9) voor het doorvoeren van de kabels (10), (12) en (13). – Voer de voedingskabel (10) door de ka- belwartel (11). – Voer de belastingskabels (12) en (13) door de kabeldoorvoeren (14) en (15).
Elektrische aansluitingen Elektrische aansluiting van de interne eenheid Aansluitingen van de voeding AL Klemmenblok voeding 1ph Aansluiting op de eenfasevoeding Afb. 75 Zorg dat u de driefasige aan- sluiting correct tot stand brengt om kortsluiting te voorkomen. AL Klemmenblok voeding 3ph Aansluiting op de driefasevoeding Verwijder de jumper (1) voordat u de driefasige aansluiting tot stand...
Elektrische aansluitingen Elektrische aansluiting van de interne eenheid De doorsnede en de lengte van de ka- Nadat de aansluitingen tus- Houd de voedingskabels en bels moeten afgemeten worden in over- sen de interne en externe de signaalkabels altijd ge- eenstemming met de stroomsterkte die eenheid zijn uitgevoerd,...
Elektrische aansluitingen Elektrische aansluiting van de interne eenheid Klemmenblok voeding PM AUX AUX 2 AUX 1 IN 1 IN 2 AUX 4 AUX 3 ⏚ 230V Afb. 79 Referentie Omschrijving OUT-AUX 1 / 2 / 3 / 4 Hulpuitgang, contact met vrij potentiaal. Selecteer de werkingsmodus via de parameters 1.2.0/ 1.2.1 / 1.2.2 / 1.3.3.
Elektrische aansluitingen Voorbeeld van elektrische aansluiting tussen interne eenheid en externe eenheid Voorafgaand aan het uitvoeren van werk- Sluit «G» op het klemmenblok van de in- zaamheden, de stroom onderbreken door terne eenheid aan op «G» op het klem- de hoofdschakelaar uit te schakelen. menblok van de externe eenheid.
INSTALLATIE AAN DE WAND De muurbevestiging van de systeeminter- face ATAG NEOZ moet worden uitgevoerd vóór de aansluiting op de BUS-lijn. – Boor de gaten voor de bevestiging. – Bevestig de basis van het apparaat aan de kast op de wand, met behulp van de schroeven (1).
Elektrische aansluitingen Installatie van de systeeminterface – Plaats de systeeminterface op de basis, door hem voorzichtig naar beneden te duwen. Afb. 88 INSTALLATIE IN HET APPARAAT De systeeminterface moet in de interne eenheid worden gemonteerd vóór de aan- sluiting op de BUS-lijn. –...
Pagina 72
Elektrische aansluitingen Installatie van de systeeminterface – Voer de BUS-kabel (5) door de opening (6) op het schakelbord. Afb. 91 – Open het binnenpaneel (7) om bij de behuizing (8) van de interface te ko- men. Afb. 92 – Open het deurtje (9) van de behuizing en plaats de interface erin (10).
Elektrische aansluitingen Installatie van de systeeminterface – Wanneer de interface in het appa- raat geïnstalleerd is, zorg dan dat de BUS-communicatiekabel door de ope- ning (6) in het schakelbord loopt, ver- volgens langs het paneel (7) en dat hij aangesloten wordt op het klemmen- blok van de interface (11).
Elektrische aansluitingen Installatie Light Gateway Opmerking: zie de speciale handleiding voor installatie van de Light Gateway-in- terface in cascadesystemen. Correcte werking van de Light Gateway is afhankelijk van de sterkte van het wifi-signaal op de installatieplaats. Zorg dat er een wifi-signaal met voldoende sterkte op de installatieplaats aanwezig is.
Pagina 75
Elektrische aansluitingen Installatie Light Gateway – Plaats de Light Gateway (5) in de be- huizing (4) en sluit het paneel (3) weer. Afb. 98 – Maak de clips (2) los en open het dek- sel (3). Afb. 99 75 / NL...
Pagina 76
Elektrische aansluitingen Installatie Light Gateway – Voer de BUS-kabel (8) door de opening (9) op het schakelbord. Afb. 100 – Sluit de BUS-kabel (8) aan op de Light Gateway (5) en houd de polariteit in acht. – Sluit de tweede BUS-kabel (10) aan die aangesloten moet worden op de sys- teeminterface.
Inbedrijfstelling Controle op lekstroom en gaslekken CONTROLEREN VAN DE ELEKTRI- TIJDENS DE WERKINGSTEST CONTROLEREN OP GASLEKKEN Controle op lekstroom. SCHE VEILIGHEID Als u een lekdetector gebruikt, volg dan Gebruik tijdens de werkingstest een elek- de aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing Na de installatie dient u te controleren of trische sonde en een multimeter om een van het apparaat.
Inbedrijfstelling Voorbereidende controles EXTERNE EENHEID HYDRAULISCHE AANSLUITINGEN ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN – De eenheid moet op een stevige en – De waterdruk op het voedingsnet mag – De elektrische aansluitingen moeten perfect horizontale ondergrond wor- niet hoger zijn dan 5 bar; indien dit niet overeenkomen met de schakelsche- den geplaatst, op een plaats die mak- zo is, moet er een drukverlager worden...
Inbedrijfstelling Eerste inschakeling Om de veiligheid en de juiste INSCHAKELPROCEDURE OPMERKING: werking van de systeemin- Het display is standaard ingesteld met een – Plaats de systeeminterface in de aan- terface te kunnen garande- tijdprogramma met setpoints op meer- sluitsleuf door hem voorzichtig omlaag ren, moet de inbedrijfstelling dere niveaus.
Inbedrijfstelling Basisfuncties De systeeminterface is een regeleenheid voor de verwarmingsinstallatie die kan worden gebruikt als kamerthermostaat en/of als installatie-interface voor de mo- nitoring van de belangrijkste gegevens over de werking van de installatie en de invoer van de gewenste instellingen. Regeling kamertemperatuur in de handmatige modus De werkingsmodus van de zone die ge-...
Inbedrijfstelling Toegang technische zone Als het scherm geblokkeerd is, druk dan Draai de keuzeknop en selecteer: op een willekeurige toets om het hoofd- – INSTELLINGEN BUS-NETWERK scherm te openen. Op het display wordt de lijst met de op het Druk tegelijkertijd op de toetsen “Esc” en systeem aangesloten inrichtingen weer- “Menu”...
Inbedrijfstelling Technische parameters 1.1 Input output configuratie 1.1.1 HV IN 2 (ingang configureer- 1.1.3 AUX input 1 1.1.0 HV IN 1 (ingang configureer- baar op 230V) Druk op de keuzeknop . Draai de keu- baar op 230V) Druk op de keuzeknop .
Pagina 83
Inbedrijfstelling Technische parameters 1.1.4 AUX input 2 1.1.5 Elektrische elementen blokka- 1.2.1 AUX output 2 de type Geen. Druk op de keuzeknop . Draai de keu- Alarm fout: het contact wordt geslo- Druk op de keuzeknop . Draai de keu- zeknop om het gewenste menuon- ten bij een fout in het systeem.
Inbedrijfstelling Technische parameters 1.2.2 AUX output 3 Koelingsvraag: het contact is gesloten 1.2.6 Pro-Tech anode actief Geen. om een koelingsvraag te genereren Geeft de aanwezigheid van de anode met Alarm fout: het contact wordt geslo- naar een externe bron. stroomopdruksysteem aan op de boiler ten bij een fout in het systeem.
Inbedrijfstelling Technische parameters 1.4 Activeren 2e bron voor warmwater 1.4.4 Boiler elektrisch element 1.5 Energy Manager parameter 1 1.4.0 WW externe warmtebron logica Selecteert de werkingslogica van het inte- 1.5.0 Min Systeem druk CV + backup warmtepomp: in de tap- gratie-element dat ondergedompeld is in Geeft de drukwaarde aan onder welke de watercycli kunnen de hulpbronnen...
Inbedrijfstelling Technische parameters 1.6 Instellingen cv - pomp 1.7 Verwarming 1.9 Sanitair Warmwater (WW) 1.6.0 Voordraaitijd 1.7.1 Boost tijd 1.9.0 Comfort-temperatuur warm Definieert de voordraaitijd van de primai- Definieert de vertraging waarmee het set- water re circulatiepomp om de aanwezigheid point voor watertoevoer bij verwarming Definieert de comfort setpoint-tempera- van stroming te detecteren in het verwar-...
Inbedrijfstelling Technische parameters 1.9.5 Max tijd enkel WP 1.9.8 Tijdsinterval antilegionella 1.12 Test Functies Definieert de vultijd, alleen uitgevoerd Stelt de tijdsperiode in waarna de desin- 1.12.0 Ontluchtingsfunctie met de warmtepomp, waarna de integra- fectiefunctie van de boiler voor warm tap- Activeert de ontluchting van het systeem, tie-elementen worden ingeschakeld als water wordt herhaald.
Inbedrijfstelling Technische parameters 1.12.5 Vloerdrogingscyclus Definieert het programma voor drogen van de dekvloer voor vloersystemen met de volgende waarden: Functioneel (verwarming van de dekvloer met een vaste temperatuur van 25°C gedurende 3 dagen, daarna met de temperatuur die gedefinieerd wordt door par. 1.12.6) Periode (dagen) Afb.
Inbedrijfstelling Technische parameters Uitharding + functioneel (verwar- ming van de dekvloer op een variabe- le temperatuur van 25 °C tot de tem- peratuur die gedefinieerd wordt door par. 1.12.6, volgens de in de grafiek aangegeven periode gedurende 18 dagen, vervolgens op een vaste tem- peratuur van 25°C gedurende 3 da- gen, vervolgens gedurende 4 dagen met de temperatuur die gedefinieerd...
Inbedrijfstelling Temperatuurregeling Druk tegelijkertijd op de toetsen “Esc” en 4.2.2 Stooklijn Druk op de keuzeknop . Draai de keu- “Menu” totdat op het display “Invoeren Druk op de knop . Draai de keuzeknop zeknop om het gewenste menuon- code” verschijnt. en stel de curve in afhankelijk van het type derdeel te selecteren.
Inbedrijfstelling Temperatuurregeling 4.2.3 Parallelle verschuiving 4.2.5 Maximumtemperatuur aan- KOELING voerwater 4.5.0 T Set Z1 koeling Druk op de knop . Draai de keuzeknop en stel de meest geschikte waarde in. Druk Draai de keuzeknop , stel de meest ge- Druk op de knop .
Inbedrijfstelling Temperatuurregeling Temperatuur van de uitgaande lei- Fan Coil ding installatie Buitentemperatuur °C 23 28 44 °C Afb. 109 Temperatuur van de uitgaande lei- Vloerinstallatie ding installatie Buitentemperatuur °C 44 °C Afb. 110 Wanneer de buitentemperatuur (zomer) BELANGRIJK: 4.5.4 Parallelle verschuiving hoger wordt, kunnen er zich drie condities Als de kamertemperatuur hoger is Draai de keuzeknop...
Inbedrijfstelling SG ready Standard De functie SG ready wordt geactiveerd in het technische menu door par 1.1.0 (=3) en par 1.1.4 (=3). SG Ready 1 Input SG Ready 2 Input Omschrijving Het systeem werkt volgens zijn eigen standaard logica. 230 V Het systeem staat maximaal 2 uur op OFF, de vorstbeveiliging blijft actief.
Inbedrijfstelling Parametertabel Menu. Opmer- Submenu. Omschrijving Standaard Range - Waarde kingen Parameter Energie Manager Basisparameters 0 = Geen 1 = Hybride modus Binnenunit type 2 = Hydraulische module 3 = Light 0 = Geen Variant met ODU 1 = Warmtepomp 0 = Geen Tapwatervoorziening 1 = Boiler met NTC...
Pagina 95
Inbedrijfstelling Parametertabel Menu. Opmer- Submenu. Omschrijving Standaard Range - Waarde kingen Parameter (*) alleen 0 = Niet gedefinieerd "0" als CV Systeemdruk Sensor 2(*) 1 = Drukschakelaar par. 1.0.0 2 = Druksensor 0 = Uitstroomtemperatuur (*) "0" als Aanvoertemperatuur selectie 1(*) par.
Pagina 96
Inbedrijfstelling Parametertabel Menu. Opmer- Submenu. Omschrijving Standaard Range - Waarde kingen Parameter 0 = Geen 1 = Storing alarm 2 = Hygrostaat alarm 3 = Externe CV en WW vraag 4 = Koelen actief AUX output 4 5 = Warmwatervraag 6 = Verwarmen / Koel modus 7 = Verwarmingsvraag...
Pagina 97
Inbedrijfstelling Parametertabel Menu. Opmer- Submenu. Omschrijving Standaard Range - Waarde kingen Parameter [Buitentemp. voor ketel Buitentemp. voor ketel uitschakel 35°C uitschakel; 40]°C [-20;Buitentemp. voor WP Buitentemp. voor WP uitschakeling -20°C uitschakeling]°C [-20;Temperatuur WW uit- Temperatuur WW uitsch.warmtepomp -20°C sch.warmtepomp]°C Buitenvoeler Correctie 0°C [-3;...
Pagina 98
Inbedrijfstelling Parametertabel Menu. Opmer- Submenu. Omschrijving Standaard Range - Waarde kingen Parameter 0 = Sanitair Warmwater Regeling omkeerklep (WW) 1 = Verwarming 0 = Verwarming 4-wegklep koeling 1 = Koelmodus 0 = UIT Externe Pomp 1 = ON 0 = UIT Weerstand 1 1 = ON 0 = UIT...
Pagina 99
Inbedrijfstelling Parametertabel Menu. Opmer- Submenu. Omschrijving Standaard Range - Waarde kingen Parameter Bedrijfsuren warm tapwater (u/10) Uren werk van de weerstand 1 (h/10) Uren werk van de weerstand 2 (h/10) Uren werk van de weerstand 3 (h/10) EM diagnostics - 1 input 0 = Standby 1 = Vorstbescherming 2 = Warmtepomp afblaas-...
Pagina 100
Inbedrijfstelling Parametertabel Menu. Opmer- Submenu. Omschrijving Standaard Range - Waarde kingen Parameter CV Setpoint Temperatuur vertrek Verwarming Tapwater Opslag Temperatuur 0 = AAN Drukschakelaar 1 = Gesloten Systeemwaterdruk EM diagnostics - 2 input 0 = UIT Zonethermostaat 1 1 = ON 0 = UIT Zonethermostaat 2 1 = ON...
Pagina 101
Inbedrijfstelling Parametertabel Menu. Opmer- Submenu. Omschrijving Standaard Range - Waarde kingen Parameter 0 = Afwezig Integratie solar buffer 1 = Aanwezig 0 = Afwezig OpenTherm module 1 = Aanwezig Foutgeschiedenis 10 laatste foutmeldingen Reset de lijst met foutmeldingen Wilt U de reset uitvoeren ? Druk op OK om te resetten. Druk op ESC om te annuleren Reset Menu Reset Fabrieksinstellingen...
Pagina 102
Inbedrijfstelling Parametertabel Menu. Opmer- Submenu. Omschrijving Standaard Range - Waarde kingen Parameter 0 = Standaard 1 = Tijdprogramma Uitslui- Warmtevraag mode ting 2 = Geforceerde Warmte- vraag Diagnostiek Ruimte Temperatuur Setpunt Ruimte Temperatuur Alleen zichbaar Aanvoertemperatuur bij Zone Module Alleen zichbaar Retour temperatuur bij Zone...
Pagina 103
Inbedrijfstelling Parametertabel Menu. Opmer- Submenu. Omschrijving Standaard Range - Waarde kingen Parameter 12°C [FC] Min. Temp – 15°C [FC] of Max. Temp 23°C [UFH] Min. Temp - 23°C [UFH] 7°C [FC] 7°C – Max. Temp [FC] of Min. Temp 18°C [UFH] 15°C –...
Pagina 104
Inbedrijfstelling Parametertabel Menu. Opmer- Submenu. Omschrijving Standaard Range - Waarde kingen Parameter Tset zone 2 40 HT - 20 LT par 425-426 Zone Vorst Temperatuur 5°C 2-15°C Z/W Omschakeling 0 = UIT Z/W winter activatie 1 = ON Z/W winter drempel 20°C 10-30°C Z/W winter vertragingstijd...
Pagina 105
Inbedrijfstelling Parametertabel Menu. Opmer- Submenu. Omschrijving Standaard Range - Waarde kingen Parameter Alleen 0 = UIT zichbaar Pomp status 1 = ON bij Zone Module Relatieve luchtvochtigheid Gewenste aanvoertemperatuur VG Instellingen Module Zone Alleen 0 = Vast zichbaar Pomp Modulatie 1 = Modulerende op Delta T bij Zone 2 = Modulerend op druk...
Pagina 106
Inbedrijfstelling Parametertabel Menu. Opmer- Submenu. Omschrijving Standaard Range - Waarde kingen Parameter 0 = Slecht Isolatieniveau gebouw 1 = Gemiddeld 2 = Goed 0 = Klein Afmeting gebouw 1 = Gemiddeld 2 = Groot Klimaatzone 0°C -20°C - 30°C 0 = UIT Zelflerende stooklijn 1 = ON 0 = UIT...
Onderhoud Het uitvoeren van onderhoud is essentieel Als er werkzaamheden moe- Bij de controle moet rekening voor de veiligheid, een goede werking en ten worden uitgevoerd aan worden gehouden met de ef- de levensduur van het systeem. hete koelingsapparatuur of fecten van veroudering of van andere gerelateerde onder- voortdurende trillingen door...
Pagina 113
Onderhoud Checklist voor jaarlijks onderhoud – Frontrooster van de externe een- – Waterfilter (indien geïnstal- Controleer de volgende elementen ten heid. leerd). minste eenmaal per jaar: Het frontrooster van de externe een- Reinig het waterfilter regelmatig om heid kan verstopt raken. Verwijder aan- eventuele resten te verwijderen.
Pagina 114
Onderhoud Om het filter t ereinigen is een flexibele slang met een diameter van 3/4” nodig om het water af te voeren. Gebruik een slangkoppeling om de slang aan te slui- ten. Ga als volgt te werk: – Draai de ring (1) los met geschikt ge- reedschap.
Pagina 115
Onderhoud – Afvoerleiding van de veiligheids- Checklist voor jaarlijks onderhoud Checklist voor jaarlijks onderhoud klep. van de elektrische aansluitingen. van de tank voor warm tapwater Controleer of de leiding van de over- Controleer de volgende elementen ten (indien aanwezig in het systeem). spanningsklep op de juiste manier ge- minste eenmaal per jaar: Controleer de volgende elementen ten...
Onderhoud – Hydraulische veiligheidsgroep Informatie voor de gebruiker Antivriesfunctie van de externe (indien geïnstalleerd). Informeer de gebruiker over hoe het geïn- eenheid Voor landen waarin de Europese norm stalleerde systeem bediend moet worden. De primaire circulatiepomp van de exter- EN 1487 van kracht is, moet de instal- Overhandig de gebruikershandleiding ne eenheid start op de minimale snelheid latie van boilers en opslagtanks voor...
Onderhoud Reiniging en controle van de interne eenheid De volgende controles moeten minimaal Vervang doorgebrande zeke- eenmaal per jaar worden uitgevoerd: ringen NIET door zekeringen met een andere stroomsterk- – Controle van de vulling, op lekkage van te, omdat dit schade aan het het hydraulische circuit en eventuele circuit of brandgevaar kan vervanging van de afdichtingen.
Onderhoud Lijst van fouten Fouten worden weergegeven op de interface van de interne eenheid (zie paragraaf "Systeeminterface ATAG NEOZ"). Fouten van de interne eenheid Code Omschrijving Oplossing Buitenvoeler defect Activering van de temperatuurregeling op basis van de externe sonde Externe sonde niet aangesloten of beschadigd. Controleer de aansluiting van de sonde en vervang hem eventueel.
Pagina 119
Onderhoud Lijst van fouten Code Omschrijving Oplossing WW boost: comfort niet bereikt Setpoint-temperatuur warm tapwater niet bereikt tijdens de boostcyclus Controleer een monster van warm tapwater tijdens de boostcyclus voor tapwa- Controleer of het verwarmingselement is ingeschakeld Thermostaat elektr. el. (man.) Controleer de activering van het hoofdcirculatiepomp Controleer de stroming met de waarde van de debietmeter via parameter 13.9.3 Controleer de status van de veiligheidsthermostaat en de bedrading...
Pagina 120
Onderhoud Lijst van fouten Fouten van de externe eenheid Fout Omschrijving NO RESET RESET Volatile User reset HP Power OFF Service reset TD sensor fout HP compressor configuratie error HP ventilator configuratie error HP 4-weg klep configuratie error HP expansieklep configuratiefout HP geen ventilator snelheid Communicatiefout inverter - TDM WP 4wk configuratie fout...
Pagina 121
Onderhoud Lijst van fouten Fouten van de inverter Omschrijving Code (voor de inverterfou- ENERGION ODM ten die onder foutcode 931 40 - 50 - 80 80 T - 120 T - 150 T vallen) Fout uitgaande stroomsen- sor inverter Fout voorlading condensa- toren DC-bus Fout spanningssensor inver- ter-ingang...
Buitenbedrijfstelling Voordat deze procedure wordt uitge- voerd, is het van essentieel belang dat de technicus de apparatuur en alle details volledig kent. Wij raden aan om alle koelmiddelen op een veilige manier terug te winnen. Er moet elektriciteit beschikbaar zijn voor- dat met de werkzaamheden wordt be- gonnen.
Buitenbedrijfstelling Legen van het circuit en terugwinnen van het koelmiddel Voor een correcte terugwinning van het – Het teruggewonnen koelmiddel moet koelmiddel uit het systeem moeten de worden teruggezonden naar de leve- volgende standaard aanwijzingen worden rancier in de juiste terugwinningscilin- opgevolgd: ders, waarop de betreffende gegevens met betrekking tot afvaltransport zijn...
Buitenbedrijfstelling Afvalverwerking De fabrikant is ingeschreven bij het nati- AEEA afkomstig van huishoudens: Wanneer onderdelen van de machine onale AEEA-register, in overeenstemming AEEA afkomstig van huishoudens en AEEA worden verwijderd om te worden vervan- met de Europese richtlijn 2012/19/EU en van commerciële, industriële, institutione- gen vanwege onderhoud, of wanneer de de geldende nationale normen inzake af-...