Hydraulische aansluitingen en koelmiddel
Hydraulische aansluitingen interne eenheid
KENMERKEN VAN HET AANVOER-
WATER
Zorg dat het systeem wordt gevoed
met water met een hardheid tussen de
8°F en 15°F en een geleiding van min-
der dan 500μS/cm.
In gebieden met zeer hard water moet
er een waterontharder geïnstalleerd
worden.
In het geval van vullen met agressief
water (de pH moet tussen de 6,6 en 8,5
worden gehouden), ijzerhoudend of
hard water, moet gezuiverd water wor-
den gebruikt om vervuiling, corrosie en
schade aan het apparaat te voorkomen.
Zelfs een kleine hoeveelheid onzuiver-
heden in het water kan de prestaties
van het systeem.
Het gebruikte vulwater moet in geval
van installaties met een grote capaciteit
(grote hoeveelheden water) of in geval
van frequent bijvullen van water abso-
luut gezuiverd worden om het vloei-
stofniveau in de installatie constant te
houden. Als de installatie gereinigd
moet worden, vul deze na reiniging dan
volledig met gezuiverd water.
Glycol heeft een negatieve invloed op
de prestaties van het apparaat en wordt
daarom sterk afgeraden. Bij gebruik van
glycol is ATAG niet aansprakelijk voor ef-
ficiëntieverlies van het systeem en advi-
seren wij u om een correcte dosering en
onderhoud te gebruiken.
VULLEN VAN HET SYSTEEM
Tijdens het vullen kan het zijn dat niet
alle lucht uit het systeem verwijderd
kan worden. De resterende lucht wordt
verwijderd via de automatische ont-
luchtingskleppen tijdens de eerste uren
dat het systeem in werking is. Als de
druk van het systeem zeer sterk daalt,
vul dan water bij.
De installatie, de eerste
a
keer aanzetten en het af-
stellen mag alleen door een
gekwalificeerd monteur en
in overeenstemming met
de verschafte instructies
worden uitgevoerd. De fa-
brikant wijst elke verant-
woordelijkheid af in geval
van schade aan personen,
dieren of zaken als gevolg
van een verkeerde installa-
tie van het apparaat.
Controleer tijdens het eer-
a
ste vullen of er water uit de
automatische
ontluchting
komt. Door het naar buiten
komen van water kunnen
de afdichtingen in de klep
effectief gaan werken. Wij
raden aan om deze han-
deling met een doek uit te
voeren om overtollig water
af te nemen.
Om het vullen van de installatie te ver-
snellen kan het systeem als volgt hand-
matig ontlucht worden:
– Monteer de meegeleverde leiding
(1) op de uitgang van de handmati-
ge ontluchter.
– Open de handmatige ontluchter (2)
en voer het water naar de buitenkant
van de machine.
– Ontlucht het systeem enkele minu-
ten tot alle lucht uit de leidingen ver-
wijderd is.
– Sluit de ontluchter.
57 / NL