Hydraulische aansluitingen en koelmiddel
Controleren van de dichtheid
DRUKWEERSTANDSTEST
STIKSTOF
– Sluit de cilinder met stikstof via een
drukregelaar en flexibele slang aan
op de serviceaansluiting ("Afb. 60").
– Vul het circuit tussen de leidingen en
de interne eenheid met stikstof.
– Het onder druk zetten moet geleide-
lijk gebeuren. Als er geen lekken wor-
den geconstateerd, blijft u de druk
verhogen tot 1,1 maal de maximale
druk die aangegeven staat op het ty-
peplaatje en houdt u het systeem 15
minuten onder druk.
Zorg dat de flenzen niet
a
worden beschadigd. In ge-
val van schade moeten de
beschadigde
onderdelen
worden vervangen en moet
het circuit worden hersteld
om de test opnieuw uit te
voeren.
– Als er geen lekken of beschadigin-
gen worden gevonden, ga dan ver-
der met de drukdichtheidstest met
stikstof.
MET
DRUKDICHTHEIDSTEST MET STIK-
STOF
– Met het circuit onder druk verlaagt
u de druk tot de maximale druk die
aangegeven staat op het typeplaatje
en sluit u de cilinder.
– Noteer de afgelezen waarde op de
manometer en de omgevingstem-
peratuur.
– Laat het systeem 3 uur onder druk
staan.
– Als de waarde op de mano-
meter na 3 uur niet meer dan
0,1 bar veranderd is voor elke
1°C verandering van de tem-
peratuur van de buitenlucht
ten opzichte van de eerder
gedetecteerde waarde, is het
systeem luchtdicht. Verwij-
der de stikstof en wees voor-
zichtig door de hoge druk.
Ga verder met de vacuüm-
test (zie paragraaf "Werking
onder vacuüm").
– Als na 3 uur de waarde van
de manometer meer dan 0,1
bar veranderd is voor elke
1°C, dan is het systeem niet
luchtdicht. Zet het gas weer
onder druk, identificeer en
repareer het lek. Herhaal de
dichtheidstest.
47 / NL