N L
B E
Zorg ervoor dat u de flens (
zo op het apparaat zet, dat de
uitsparingen van de flens in de kan-
ten van het apparaat grijpen. De
bevestigingsas (
draaien wanneer u aan de flens
draait.
5. Plaats de spanmoer (16) opnieuw op
de as (17). Als de schijfhouder minder
dan 5 mm dik is, dan moet de platte
kant van de spanmoer naar de slijp-
schijf gericht zijn.
Als de schijfhouder 5 mm of dikker is,
draai dan de spanmoer onderstebo-
ven. Zie afbeelding
6. Duw op de spilvergrendeltoets
(9) en draai de houderspil
(17), tot de spilvergrendeling de
houderspil fixeert. Draai de spanmoer
(16) met de spansleutel (13) opnieuw
vast.
U kunt de spilvergrendeltoets (9)
los
laten.
Draadborstel monteren/
vervangen
1. Druk op de as-vastzetknop (9).
2. Draai aan de bevestigingsas (17) tot
de as-vastzetknop de bevestigingsas
vergrendelt. Houd de as-vastzetknop
(9) verder ingedrukt.
3. Draai de draadborstel los met een
moersleutel (niet meegeleverd). U kunt
de as-vastzetknop (9) los laten.
4. Plaats de gewenste draadborstel op de
bevestigingsas.
5. Druk op de as-vastzetknop (9) en draai
de draadborstel op de bevestigingsas
(17). Draai de draadborstel vast met
behulp van de moersleutel. U kunt de
as-vastzetknop (9) los laten.
3 8
15)
B
B
17) moet mee-
B
.
Bediening
Let op! Gevaar voor verwon-
dingen!
- Trek de stekker uit vooraleer u
aan het apparaat werkt.
- Gebruik uitsluitend door de fab-
rikant aanbevolen slijpschijven
en accessoires. Het gebruik van
andere aan te sluiten werktui-
gen en andere accessoires kan
risico's op verwondingen voor u
opleveren.
- Gebruik alleen opzetstukken
waarop de gegevens van de
fabrikant, het bindingstype, de
afmetingen en het toegestane
toerental staan.
- Gebruik uitsluitend opzetstukken
waarvan het opgedrukte toeren-
tal minstens even hoog is als het
toerental op het typeplaatje van
het apparaat.
- Gebruik geen afgebroken, ge-
sprongen of op een andere ma-
nier beschadigde slijpschijven.
- Bedien het apparaat nooit zon-
der beveiligingssystemen.
- Ondersteun de platen of
werkstukken om het risico op
een terugslag door een geklem-
de doorslipschijf te reduceren.
Grote werkstukken kunnen onder
hun eigen gewicht doorbuigen.
Het werkstuk moet aan beide
kanten van de schijf worden on-
dersteund, en met name zowel
in de buurt van de doorslipschijf
als ook aan de rand.
Houd de handen uit de buurt
van de schijf als het apparaat
in werking is. Er bestaat ge-
vaar voor verwondingen.