3. Parameterbeschrijving
6-22 Klem 54 lage stroom
Range:
*
4 mA
[0,0 – par. 6-23 mA]
6-23 Klem 54 hoge stroom
Range:
3
*
20,0 mA
[Par. 6-22 – 20,0 mA]
6-24 Klem 54 lage ref./terugkopp. waarde
Range:
*
0,000 Eenheid
[-1000000,000 –
par. 6-25]
6-25 Klem 54 hoge ref./terugkopp. waarde
Range:
*
100,000 Eenheid
1000000,000]
6-26 Klem 54 filter tijdconstante
Range:
*
0,001 s
[0,001-10,000 s]
6-27 Klem 54 live zero
Option:
[0]
Uitgesch.
*
Ingesch.
[1]
3.8.5. 6-3* Anal. ingang 3 (MCB 101)
Parametergroep voor het configureren van de schaling en begrenzingen voor analoge ingang 3 (X30/11) die op optiemodule MCB 101 wordt geplaatst.
6-30 Klem X30/11 lage spanning
Range:
*
0,07 V
[0 – par. 6-31]
6-31 Klem X30/11 hoge spanning
Range:
*
10,0 V
[Par. 6-30 – 10,0 V]
6-34 Klem X30/11 lage ref./terugk. waarde
Range:
*
0,000 Eenheid
[1000000,000 –
par. 6-35]
88
Functie:
Stel de waarde voor lage stroom in. Dit referentiesignaal moet overeenkomen met de lage referentie/terugkop-
pelwaarde die is ingesteld in par. 6-24. De waarde moet worden ingesteld op > 2 mA om de Live zero time-out-
functie in par. 6-01 te activeren.
Functie:
Voer voor de hoge stroomwaarde in die overeenkomt met de referentie/terugkoppelwaarde die is ingesteld in
par. 6-25.
Functie:
Voer de schaalwaarde van de analoge ingang in die overeenkomt met de waarde voor laag vermogen/lage stroom
die is ingesteld in par. 6-20/6-22.
Functie:
Voer de schaalwaarde van de analoge ingang in die overeenkomt met de waarde voor hoge spanning/hoge
[Par. 6-24 tot
stroom die is ingesteld in par. 6-21/6-23.
Functie:
Stel de tijdconstante in. Dit betreft de tijdconstante voor een digitale eerste-aanvraag laagdoorlaatfilter voor het
onderdrukken van elektrische ruis op klem 54. Een hoge waarde voor de tijdconstante zorgt voor een betere
demping maar verhoogt ook de vertragingstijd door het filter.
Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.
Functie:
Deze parameter maakt het mogelijk om de live-zerobewaking uit te schakelen. Moet bijvoorbeeld worden ge-
bruikt als de analoge uitgangen worden gebruikt als onderdeel van een decentraal I/O-systeem (bijv. wanneer
deze geen deel uitmaken van regelfuncties voor de frequentieomvormer, maar een gebouwbeheersysteem voe-
den met data).
Functie:
Stelt de schaalwaarde van de analoge ingang in overeenkomstig de lage referentie/terugkoppelwaarde die is
ingesteld in par. 6-34.
Functie:
Stelt de schaalwaarde van de analoge ingang in overeenkomstig de hoge referentie/terugkoppelwaarde die is
ingesteld in par. 6-35.
Functie:
Stelt de schaalwaarde van de analoge ingang in overeenkomstig de lage spanningswaarde die is ingesteld in par.
6-30.
MG.11.C4.10 – VLT
®
VLT
HVAC Drive Programmeerhandleiding
®
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss