®
VLT
HVAC Drive Programmeerhandleiding
4-54 Waarsch: referentie laag
Range:
*
-999999.999
[-999999.999 -
999999.999]
4-55 Waarsch: referentie hoog
Range:
*
999999.999
[-999999.999 -
999999.999]
4-56 Waarsch: terugk. laag
Option:
[-999999.999
-999999.999
*
999999.999
]
4-57 Waarsch: terugk. hoog
Range:
*
999999.999
[Par. 4-56 –
999999,999]
4-58 Motorfasefunctie ontbreekt
Option:
[0]
Uit
*
Aan
[1]
Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.
3.6.4. 4-6* Snelh.-bypass
Definieer de snelheidsbypassgebieden voor de aan/uitlopen.
Bij sommige systemen dienen bepaalde uitgangsfrequenties/snelheden te worden vermeden om problemen met resonantie in het systeem te voorkomen.
Er kunnen maximaal vier frequentie- of snelheidsbereiken worden vermeden.
4-60 Bypass-snelh. vanaf [RPM]
Array [4]
*
0 tpm
[0 - par. 4-13 tpm]
4-61 Bypass-snelh. vanaf [Hz]
Array [4]
*
0 Hz
[0 - par. 4-14 Hz]
Functie:
Stel de lage referentiebegrenzing in. Als de huidige referentie lager wordt dan deze begrenzing geeft het display
Ref laag aan. De signaaluitgangen kunnen worden geprogrammeerd om een statussignaal te genereren via klem
27 of 29 en via relaisuitgang 01 of 02.
Functie:
Stel de hoge referentiebegrenzing in. Als de huidige referentie hoger wordt dan deze begrenzing geeft het display
Ref hoog aan. De signaaluitgangen kunnen worden geprogrammeerd om een statussignaal te genereren via klem
27 of 29 en via relaisuitgang 01 of 02.
Functie:
-
Stel de lage terugkoppelbegrenzing in. Als de terugkoppeling lager wordt dan deze begrenzing geeft het display
Terugk. laag aan. De signaaluitgangen kunnen worden geprogrammeerd voor het genereren van een status-
signaal via klem 27 of 29 en via relaisuitgang 01 of 02.
Functie:
Stel de hoge terugkoppelingsbegrenzing in. Als de terugkoppeling hoger wordt dan deze begrenzing geeft het
display Terugk. hoog aan. De signaaluitgangen kunnen worden geprogrammeerd voor het genereren van een
statussignaal via klem 27 of 29 (alleen FC 302) en via relaisuitgang 01 of 02 (alleen FC 302).
Functie:
Geeft een alarm weer in geval van een ontbrekende motorfase.
Uit
Selecteer
als geen alarm nodig is in geval van een ontbrekende motorfase. Het handhaven van de instelling
Aan
wordt echter sterk aanbevolen om beschadiging van de motor te voorkomen.
Aan
Selecteer
om een alarm weer te geven in geval van een ontbrekende motorfase.
Bij sommige systemen dienen bepaalde uitgangssnelheden te worden vermeden om problemen met resonantie
in het systeem te voorkomen. Stel de lage begrenzing van de te vermijden snelheden in.
Bij sommige systemen dienen bepaalde uitgangssnelheden te worden vermeden om problemen met resonantie
in het systeem te voorkomen. Stel de lage begrenzing van de te vermijden snelheden in.
MG.11.C4.10 – VLT
®
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
3. Parameterbeschrijving
67
3