®
VLT
HVAC Drive Programmeerhandleiding
Uitgesch.
Noodstop
Uit
Zonder terugkoppeling Par. 1-00
Vastgehouden
Jogging
Actief
Actief FSBW
Staging
Destaging
Wisselend
Geen hoofdpomp
25-81 Pompstatus
Option:
[X]
Uitgesch.
[O]
Uit
[D]
Draait op frequentie-
omvormer
[R]
Draait op net
25-82 Hoofdpomp
Option:
0 NVT
25-83 Relaisstatus
Option:
Array [2]
Aan
Uit
De cascaderegelaar is uitgeschakeld (par. 25-00
Alle pompen zijn gestopt via een Vrijloop/Vrijloop geïnverteerd of een Extern vergrendelcommando dat aan de
frequentieomvormer gegeven is.
Alle pompen zijn gestopt via een stopcommando dat aan de frequentieomvormer gegeven is.
Configuratiemodus
moet ingesteld zijn op
De pomp met variabele snelheid zal blijven draaien.
De staging/destaging van de pompen is vergrendeld en de referentie wordt vastgehouden.
Alle pompen met vaste snelheid zijn gestopt. Wanneer deze zijn gestopt, zal de pomp met variabele snelheid
draaien op de jogsnelheid.
De frequentieomvormer heeft een startcommando gekregen en de cascaderegelaar bestuurt de pompen.
De frequentieomvormer is uitgeschakeld (trip) en de cascaderegelaar bestuurt de pompen met vaste snelheid
op basis van de ingestelde waarden in par. 25-22
De cascaderegelaar past staging toe op de pompen met vaste snelheid.
De cascaderegelaar past destaging toe op de pompen met vaste snelheid.
Wisseling hoofdpomp
Par. 25-50
is niet ingesteld op
Er is geen pomp beschikbaar om ingesteld te worden als pomp met variabele snelheid.
Functie:
Pompstatus toont de status voor het aantal pompen dat ingesteld is in par. 25-01
een uitlezing van de status voor elk van de pompen, die bestaat uit een pompnummer en de huidige status van
de pomp.
Voorbeeld: de uitlezing bevat afkortingen zoals '1:D 2:O'. Dit betekent dat pomp 1 actief is en de snelheid ervan
wordt bestuurd door de frequentieomvormer, en dat pomp 2 is gestopt.
De pomp is vergrendeld via par. 25-19
meerd is voor Pompvergrend. (nr. van pomp) in par. 5-1*
met vaste snelheid.
De pomp is gestopt door de cascaderegelaar (maar niet vergrendeld).
Pomp met variabele snelheid, waarbij het niet uitmaakt of deze direct aangesloten is of via een relais in de
frequentieomvormer bestuurd wordt.
Draait op net. Een pomp met vaste snelheid die actief is.
Functie:
Uitleesparameter voor de actuele pomp met variabele snelheid in het systeem. Deze parameter wordt bijgewerkt
zodat de deze altijd betrekking blijft houden op de huidige pomp met variabele snelheid in het systeem, ook na
een pompwisseling. Als er geen hoofdpomp is geselecteerd (cascaderegelaar uitgeschakeld of alle pompen ver-
grendeld) zal het display GEEN weergeven.
Functie:
Lees de status uit van elk van de relais die zijn aangewezen om de pompen te besturen. Elk element in het array
vertegenwoordigt een relais. Als een relais is bekrachtigd, wordt het bijbehorende element ingesteld op 'Aan'.
Als een relais wordt uitgeschakeld, wordt het bijbehorende element ingesteld op 'Uit'.
MG.11.C4.10 – VLT
®
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
Cascaderegelaar
).
Geen terugk
. Alle pompen met vaste snelheid zijn gestopt.
Bandbreedte vaste snelh
.
Uit
[0] en er wordt een wisselprocedure uitgevoerd.
Pompvergrend.
of via een signaal op een digitale ingang die geprogram-
Dig. ingangen
. Is alleen van toepassing op pompen
3. Parameterbeschrijving
Aantal pompen
. Het betreft
219
3