3. Parameterbeschrijving
3
SLC starten en stoppen:
Het starten en stoppen van de SLC kan worden uitgevoerd door
gebeurtenis
[0] wordt geëvalueerd). De SLC start wanneer de startgebeurtenis (gedefinieerd in par. 13-01
Aan
(op voorwaarde dat
en start het programmeren geheel opnieuw.
3.13.2. 13-0* SLC-instellingen
Gebruik de SLC-instellingen om de Smart Logic Control in- en uit te schakelen of te resetten.
13-00 SL-controllermodus
Option:
*
Uit
[0]
[1]
Aan
13-01 Gebeurt. starten
Option:
*
FALSE
[0]
[1]
TRUE
[2]
Actief
[3]
Binnen bereik
[4]
Op referentie
[5]
Koppelbegr.
[6]
Stroombegr.
[7]
Buiten stroombereik
[8]
Onder I, laag
[9]
Boven I, hoog
[10]
Buiten snelh.-bereik
[11]
Onder snelh., laag
[12]
Boven snelh., hoog
[13]
Buiten terugk.bereik
[14]
Onder terugk., laag
118
[1] is geselecteerd in par. 13-00). De SLC stopt zodra
Functie:
Schakelt Smart Logic Control uit.
Schakelt Smart Logic Control in.
Functie:
Selecteer de booleaanse ingang (TRUE of FALSE) voor het activeren van de Smart Logic Control.
Voert de vaste waarde FALSE in de logische regel in.
Voert de vaste waarde TRUE in de logische regel in.
Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.
Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.
Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.
Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.
Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.
Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.
Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.
Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.
Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.
Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.
MG.11.C4.10 – VLT
®
VLT
HVAC Drive Programmeerhandleiding
Aan
[1] of
Uit
[0] te selecteren in par. 13-00. De SLC start altijd in status 0 (waarbij
Gebeurt. stoppen
(par. 13-02) TRUE is. Par. 13-03 reset alle SLC-parameters
®
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
Gebeurt. starten
) wordt geëvalueerd als TRUE