®
VLT
HVAC Drive Programmeerhandleiding
13-44 Logische regel Boolean 3
Array [6]
3.13.6. 13-5* Standen
Parameters voor het programmeren van de Smart Logic Controller.
13-51 SL Controller Event
Array [20]
13-52 SL-controlleractie
Array [20]
*
Uitgesch.
[0]
[1]
Geen actie
[2]
Kies setup 1
[3]
Kies setup 2
[4]
Kies setup 3
[5]
Kies setup 4
[10]
Kies ingest. ref 0
[11]
Kies ingest. ref 1
[12]
Kies ingest. ref 2
[13]
Kies ingest. ref 3
[14]
Kies ingest. ref 4
[15]
Kies ingest. ref 5
[16]
Kies ingest. ref 6
[17]
Kies ingest. ref 7
[18]
Kies ramp 1
[19]
Kies ramp 2
[22]
Dr.
[23]
Omgekrd. dr.
[24]
Stop
[26]
Dcstop
[27]
Vrijloop
[28]
Uitgang vasth.
[29]
Start timer 0
Selecteer de derde booleaanse ingang (TRUE of FALSE) voor de geselecteerde logische regel.
Zie par. 13-40 voor een beschrijving van de mogelijke opties en hun functie.
Selecteer de booleaanse ingang (TRUE of FALSE) om de Smart Logic Control-gebeurtenis te definiëren.
Zie par. 13-02 voor een beschrijving van de mogelijke opties en hun functie.
Selecteer de actie die overeenkomt met de SLC-gebeurtenis. Acties worden uitgevoerd wanneer de bijbehorende
gebeurtenis (gedefinieerd in par. 13-51) als TRUE is geëvalueerd. De volgende acties kunnen worden geselec-
teerd:
Wijzigt de actieve setup (par. 0-10) naar '1'.
Wijzigt de actieve setup (par. 0-10) naar '2'.
Wijzigt de actieve setup (par. 0-10) naar '3'.
Wijzigt de actieve setup (par. 0-10) naar '4'. Bij een wijziging van de setup wordt de setup samengevoegd met
andere setupcommando's die via de digitale ingangen of een veldbus worden gegeven.
Selecteert vooraf ingestelde referentie 0.
Selecteert vooraf ingestelde referentie 1.
Selecteert vooraf ingestelde referentie 2.
Selecteert vooraf ingestelde referentie 3.
Selecteert vooraf ingestelde referentie 4.
Selecteert vooraf ingestelde referentie 5.
Selecteert vooraf ingestelde referentie 6.
Selecteert vooraf ingestelde referentie 7. Als de actieve, vooraf ingestelde referentie wordt gewijzigd, zal deze
worden samengevoegd met de andere vooraf ingestelde referentiecommando's die via de digitale ingangen of
een veldbus worden gegeven.
Selecteert aan/uitloop 1.
Selecteert aan/uitloop 2.
Geeft een startcommando aan de frequentieomvormer.
Geeft een commando voor omgekeerd starten aan de frequentieomvormer.
Geeft een stopcommando aan de frequentieomvormer.
Geeft een DC-stopcommando aan de frequentieomvormer.
De frequentieomvormer loopt onmiddellijk vrij. Alle stopcommando's, waaronder het vrijloopcommando, stop-
pen de SLC.
Houdt de uitgangsfrequentie van de frequentieomvormer vast.
Start timer 0; zie par. 13-20 voor een beschrijving.
MG.11.C4.10 – VLT
®
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
3. Parameterbeschrijving
125
3