Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Danfoss VLT HVAC Drive FC 100 Series Programmeerhandleiding pagina 174

Softwareversie: 2.7.x
Verberg thumbnails Zie ook voor VLT HVAC Drive FC 100 Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

3. Parameterbeschrijving
3
Detectie geen flow
is gebaseerd op een meting van snelheid en vermogen. De frequentieomvormer berekent het vermogen bij geen stroming voor een
bepaalde snelheid.
Deze samenhang is gebaseerd op de aanpassing van twee sets van snelheid en een bijbehorend vermogen bij geen stroming. Door het vermogen te
bewaken, is het mogelijk om situaties zonder stroming te detecteren in systemen met een fluctuerende zuigdruk of wanneer de pomp een vlakke ka-
rakteristiek heeft bij lagere snelheden.
De twee datasets moeten worden gebaseerd op vermogensmetingen bij circa 50 en 85% van de maximumsnelheid met gesloten klep(pen). De gegevens
worden geprogrammeerd in par. 22-3*. Het is ook mogelijk om een
automatisch doorlopen wordt en de gemeten gegevens automatisch opgeslagen worden. De frequentieomvormer moet in par. 1-00
ingesteld zijn op
Geen terugk.
Bij gebruik van de ingebouwde PI-regelaar moet u de vermogensaanpassing bij geen stroming instellen voordat u de parameters voor
de PI-regelaar instelt!
Detectie lage snelheid:
Detectie lage snelh.
geeft een signaal als de motor op de minimumsnelheid draait die ingesteld is in par. 4-11 of 4-12
worden veel gebruikt in combinatie met Detectie geen flow (geen individuele selectie mogelijk).
Detectie lage snelh.
Het gebruik van
een werking bij de minimumsnelheid kan leiden tot het stoppen van de motor totdat de belasting vraagt om een snelheid die hoger ligt dan de mini-
mumsnelheid, bijv. in systemen met ventilatoren en compressoren.
Zorg er bij pompsystemen voor dat de ingestelde minimumsnelheid in par. 4-11 of 4-12 hoog genoeg is voor detectie, aangezien de
pomp ook wanneer alle kleppen gesloten zijn, kan draaien op een tamelijk hoge snelheid.
Drogepompdetectie:
Detectie geen flow
kan ook gebruikt worden om te detecteren of de pomp drooggelopen is (laag energieverbruik – hoge snelheid). Kan worden gebruikt
in combinatie met de ingebouwde PI-regelaar of een externe PI-regelaar.
De conditie voor een drogepompsignaal:
-
Energieverbruik lager dan het niveau bij geen stroming
en
-
Pomp draaiend op maximumsnelheid of maximumreferentie met terugkoppeling, afhankelijk van welke van deze het laagst is.
Het signaal moet actief zijn gedurende een bepaalde tijd (par. 22-27
Mogelijke acties om te selecteren (par. 22-26):
174
om de autosetup te kunnen uitvoeren (zie par. 22-3*
is niet beperkt tot systemen met een situatie zonder stroming, maar kan gebruikt worden in alle systemen waarbij
MG.11.C4.10 – VLT
®
VLT
HVAC Drive Programmeerhandleiding
Laag verm. autosetup
(par. 22-20) uit te voeren, waarbij het inbedrijfstellingsproces
Verm.aanp. geen flow
Drogepompvertr
.) voordat de geselecteerde actie uitgevoerd wordt.
®
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
Configuratiemodus
).
Motorsnelh. lage begr.
Acties

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave