Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Danfoss VLT HVAC Drive FC 100 Series Programmeerhandleiding pagina 178

Softwareversie: 2.7.x
Verberg thumbnails Zie ook voor VLT HVAC Drive FC 100 Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

3. Parameterbeschrijving
22-39 Verm. hoge snelh. [pk]
Range:
*
0
[0,0 - Max. motorverm.]
3.20.3. 22-4* Slaapstand
3
Als de belasting op het systeem het mogelijk maakt om de motor te stoppen en de belasting wordt bewaakt, kan de motor worden gestopt door de
slaapstandfunctie in te schakelen. Dit is geen normaal stopcommando; de motor zal uitlopen tot 0 tpm en niet langer worden voorzien van spanning. Als
het systeem in de slaapstand staat, worden bepaalde condities bewaakt om te bepalen wanneer het systeem weer wordt belast.
Slaapstand kan worden ingeschakeld via Detectie geen flow/Detectie lage snelh. (te programmeren via de parameters voor Detectie geen flow; zie het
signaal-flowschema in parametergroep 22-2* Detectie geen flow) of via een extern signaal dat wordt toegepast op een van de digitale ingangen (te
programmeren als Slaapstand via de parameters voor het configureren van de digitale ingangen, par. 5-1*).
Om het mogelijk te maken om bijv. een elektromechanische flowschakelaar te gebruiken om een conditie zonder stroming te detecteren en de Slaapstand
in te schakelen, vindt de actie plaats op de voorflank van het externe signaal dat wordt toegepast (anders zou de frequentieomvormer nooit meer uit de
Slaapstand komen, aangezien het signaal continu aangesloten zou zijn).
NB!
Als de slaapstand gebaseerd moet worden op
worden op
Destaging bij geen flow
Als par. 25-26
inschakelen van de slaapstand een commando naar de cascaderegelaar (indien ingeschakeld) gestuurd om secundaire pompen (vaste snelheid) gefaseerd
uit te schakelen voordat de hoofdpomp (variabele snelheid) gestopt wordt.
Wanneer de slaapstand actief wordt, dan verschijnt de tekst 'Slaapstand' op de onderste statusregel van het lokale bedieningspaneel.
Zie ook het signaal-flowschema in sectie 22-2*
Er zijn drie manieren om de Slaapstandfunctie te gebruiken:
1) Systemen waarbij de ingebouwde PI-regelaar wordt gebruikt voor het regelen van de druk of de temperatuur, bijv. boostsystemen die een drukte-
rugkoppelsignaal vanaf een druktransductor naar de frequentieomvormer sturen. Par. 1-00
PI-regelaar moet geconfigureerd zijn voor de gewenste referentie- en terugkoppelsignalen.
Voorbeeld: Boostsysteem.
178
Functie:
Moet gebruikt worden als par. 0-03
ternationaal
is geselecteerd).
Stel het energieverbruik in op een snelheidsniveau van 85%.
Deze functie wordt gebruikt om de benodigde waarden voor de fijnafstelling van Detectie geen flow op te slaan.
Detectie geen flow/Detectie lage snelh., dan
Slaapstand
[1].
Ingesch
ingesteld is op
. (zie
Detectie geen flow
MG.11.C4.10 – VLT
®
VLT
HVAC Drive Programmeerhandleiding
Regionale instellingen
ingesteld is op
VLT
®
HVAC Drive Programmeerhandleiding,
.
Configuratiemodus
®
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
VS
(parameter niet zichtbaar als
moet par. 22-23
Functie geen flow
ingesteld
MG.11.Cx.yy), dan wordt door het
moet ingesteld zijn op
Met terugk.
In-
en de

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave