®
VLT
HVAC Drive Programmeerhandleiding
ventilator een veilige evacuatie van personeel mogelijk maakt in geval van brand. Bepaalde instellingen voor de brandmodusfunctie zorgen ervoor dat
alarmen en uitschakelsituaties worden genegeerd, zodat de motor zonder onderbreking blijft werken.
Activering
De brandmodus kan alleen via de digitale ingangsklemmen worden geactiveerd. Zie par. 5-1* Dig. ingangen.
Meldingen op het display
Wanneer de brandmodus is ingeschakeld, zal op het display de statusmelding 'Brandmodus' en de waarschuwing 'Brandmodus' worden getoond.
Wanneer de Brandmodus weer uitgeschakeld wordt, zal de statusmelding verdwijnen en zal de waarschuwing vervangen worden door de waarschuwing
'Brandmodus was actief'. Deze melding kan uitsluitend worden gereset door de voeding van de frequentieomvormer uit en weer in te schakelen. Als
tijdens de periode dat de frequentieomvormer in de brandmodus staat een alarm gegenereerd wordt dat van invloed is op de garantie (zie par. 24-09
Alarmafh. brandmodus), dan zal het display de waarschuwing 'Limieten brandmodus overschreden'.
Digitale en relaisuitgangen kunnen geprogrammeerd worden voor de statusmelding 'Brandmodus actief' en de waarschuwing 'Brandmodus was actief'.
Zie par. 5-3* en 5-4*.
Toegang tot de melding 'Brandmodus was actief' is ook mogelijk via het waarschuwingswoord, via seriële communicatie. (Zie relevante documentatie.)
Toegang tot de statusmelding 'Brandmodus' is te verkrijgen via het uitgebreide statuswoord.
Melding
Type
Brandmodus
Status
Brandmodus
Waarsch.
Brandmodus was ac-
Waarsch.
tief
Limieten brandmodus
Waarsch.
overschreden
Log
Een overzicht van gebeurtenissen met betrekking tot de brandmodus kan bekeken worden via par. 18-1*
het lokale bedieningspaneel.
De log bevat de laatste 10 gebeurtenissen. Alarmen die van invloed zijn op de garantie hebben een hogere prioriteit dan de andere twee typen gebeurtenis.
De log kan niet worden gereset!
De volgende gebeurtenissen worden gelogd:
*Alarmen die van invloed zijn op de garantie (zie par. 24-09
*Brandmodus ingeschakeld
*Brandmodus uitgeschakeld
Alle andere alarmen die zich voordoen terwijl de brandmodus is ingeschakeld, zullen op de normale wijze worden gelogd.
NB!
Tijdens bedrijf in de brandmodus zullen alle stopcommando's naar de frequentieomvormer worden genegeerd, inclusief Vrijloop/Vrijloop
geïnverteerd en Ext. vergrendeling. Als uw frequentieomvormer echter is uitgerust met de functie Veilige stop, zal deze functie nog
steeds actief zijn. Zie de sectie Bestellen/Bestelformulier typecode.
NB!
Als het wenselijk is om tijdens de brandmodus gebruik te maken van de live-zerofunctie, zal deze functie ook actief zijn voor analoge
ingangen die niet worden gebruikt voor het instelpunt/de terugkoppeling van de brandmodus. Als de terugkoppeling voor een van die
andere analoge ingangen verloren zou gaan, bijvoorbeeld doordat een kabel verbrandt, dan zal de live-zerofunctie in werking treden.
Als dit niet wenselijk is, moet de live-zerofunctie voor deze andere ingangen worden uitgeschakeld.
De gewenste live-zerofunctie in geval van een ontbrekend signaal indien de brandmodus actief is, moet ingesteld worden in par. 6-02
Live zero time-outfunctie brandmodus
Een waarschuwing voor live zero heeft een hogere prioriteit dan de waarschuwing 'Brandmodus'.
LCP
+
+
+
Alarmafh. brandmodus
.
MG.11.C4.10 – VLT
®
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
Digitale uitg./relais
Waarsch.woord 2
+
+
+ (bit 3)
Brandmoduslog
)
3. Parameterbeschrijving
Uitgebr. statusw. 2
+ (bit 25)
of via de [Alarm log]-toets op
201
3